Door Saskia Ouwehand
Der is noch noait in brânkast achter in lykwein oan riden. (Er is nog nooit een brandkast achter een lijkwagen aangereden of te wel: je kunt je geld niet meenemen in je graf.) Dit Friese spreekwoord illustreert de rentmeester-gedachte die voor veel eigenaren van buitenplaatsen en landgoederen richtinggevend is bij het beheer van hun goed. Natuurlijk is de buitenplaats hun eigendom en natuurlijk genieten zij ervan, maar er is veel meer. De plicht om het erfgoed in goede staat door te geven aan volgende generaties, de betekenis voor de omgeving en de bijdrage aan het natuurbeheer zijn vanzelfsprekend voor de doorsnee eigenaar. Hij draagt hiermee bij aan het behoud van ons cultureel erfgoed en het bijzondere cultuurlandschap waar de gemeenschap volop van kan genieten.
Het lijkt voor de wandelaar en fietser zo vanzelfsprekend dat de omgeving mooi en veilig is. De bomen zijn goed onderhouden, er vallen niet zomaar takken uit, de paden zijn goed begaanbaar en de huizen en parken zien er picobello uit. We gaan er haast automatisch vanuit dat we ons in openbare ruimte bevinden en de overheid zorg draagt voor het onderhoud. In veel gevallen is dat zo, maar heel vaak ook niet. Er zijn ca. 300 particuliere buitenplaatsen die deels zijn opengesteld en waar de eigenaar verantwoordelijk is voor het onderhoud. U herkent deze gebieden aan het bordje opengesteld.
Dit onderhoud gaat niet vanzelf. Het vraagt een tomeloze energie, heel veel tijd en aandacht en veel geld. Energie en tijd besteden de eigenaren van buitenplaatsen met liefde en passie aan deze taak. Het geld ook, maar er zijn grenzen aan de mogelijkheden.
Uit een onderzoek uit 2012 van bureau Witteveen en Bos blijkt dat de maatschappelijke baten aanzienlijk groter zijn dan de kosten. De grootste baten hebben betrekking op woongenot door derden en recreatie/toerisme, maar ook baten betreffende grondwaterwinning, luchtkwaliteit en veilig genieten en tot rust komen  tikken aan. De particuliere eigenaar profiteert minimaal van de maatschappelijke baten (5%). Zijn bijdrage aan de kosten is echter hoog (69%).
Wat staat er tegenover
Voor de particuliere eigenaar zijn er wel enige, bij wet geregelde financiële tegemoetkomingen bij de instandhouding van de buitenplaats.
- NSW
De Natuurschoonwet (NSW) brengt (gedeeltelijke) vrijstellingen op het gebied van schenk- en erfbelasting, overdrachtsbelasting en inkomstenbelasting met zich mee. Deze wet bestaat al bijna 100 jaar en heeft zijn effectiviteit bewezen. Versnippering is tegengegaan en instandhouding van grote delen Nederlandse natuur- en cultuurhistorie is door deze wet ondersteund.
- SIM
De subsidieregeling instandhouding monumenten (SIM) kent een rode variant (gebouwen) en een groene (parken en tuinen) en wordt steeds voor zes jaar wordt toegekend. Voor de SIM is een vast bedrag door de overheid gereserveerd, dat verdeeld moet worden onder de aanvragers. Hieronder vallen alle monumenten, dus ook kerken, boerderijen e.d. De voorwaarden om voor de subsidie in aanmerking te komen zijn ingewikkeld. De systematiek van toekenning is gericht op kwaliteit, maar garandeert dit volgens velen geenszins en door het subsidieplafond wordt de toekenning wel vergeleken met een loterij. Door de systematiek van toekenning hebben bij een tekort aan subsidiebudget, grote aanvragen van particuliere eigenaren de grootste kans om buiten toekenning te vallen. In 2016 hebben 25 grote parken met een grote belevingswaarde voor de gemeenschap, geen SIM gekregen. Door de manier van verdeling is de kans groot dat deze zelfde aanvragers het volgende jaar opnieuw geen toekenning krijgen. Van het eerder nagestreefde planmatig en kwalitatief onderhoud blijft dan helaas weinig over. Zie in dit verband de brandbrief van vijf getroffen groenmonumenten aan de Tweede Kamer.
- Belastingaftrek onderhoud monument
Monumenteneigenaren kunnen tot nu toe 80% van de onderhoudskosten aftrekken van hun inkomen, mits het geen verbetering betreft, maar daadwerkelijk onderhoud zoals schilderwerk, wat voor monumenten veel duurder uitpakt door de voorwaarden die er van overheidswege aan worden gesteld. Deze tegemoetkoming in de hoge kosten dreigt in het gedrang te komen. In september 2016 maakte minister Bussemaker bekend dat deze regeling wordt afgeschaft. Een bezuinigingsopdracht zou dit noodzakelijk maken. Hierover is veel commotie ontstaan. Meerdere organisaties hebben zich ingespannen om dit plan van tafel te krijgen en zijn een petitie gestart. Het resultaat is uitstel van executie. De Erfgoedstem houdt een dossier bij met alle reacties.
Tot slot
Het bezit van een buitenplaats is geen sinecure. Het is een vorm van levenskunst om de lusten en de lasten in evenwicht te houden. Dit erfgoed is kwetsbaar en laat de eigenaar genieten én afzien. Je moet uit het goede hout gesneden zijn om een historische buitenplaats in goede staat te houden. Laten we blij zijn dat dit goede hout nog bestaat en daarvoor onze warme waardering tonen.
Voor wie meer wil weten:
- In stand houden loont! Witteveen en Bos, 2012
- Rapport: Particuliere instandhouding van Historische Buitenplaatsen. VPHB, 2015
- Het hoe en waarom van de Natuurschoonwet, Robert Jan Nieuwland, 2014
- Aanscherping van de Natuurschoonwet, Robert Jan Nieuwland, 2016
- Openstelling van landgoederen, Robert Jan Nieuwland, 2016
- Wat betekent de nieuwe Erfgoedwet en Omgevingswet voor kastelen en buitenplaatsen? Jérôme van der Maes, 2015
- Groen erfgoed en de instandhoudingsplicht, Jérôme van der Maes, 2016
- Subsidieregeling Instandhouding Monumenten
De dossiers van de Erfgoedstem:
Ik dank de heren Philip de Haseth Möller en Otto van Boetzelaer voor de informatie voor dit artikel. Beiden zijn Vriend van sKBL. De laatstgenoemde is tevens voorzitter van de Vriendenraad van sKBL.
december 2016