Wie heeft de hoogste fontein van Europa?

Fonteinmaker Rutger van Cleeff kreeg aan het eind van de zeventiende eeuw opdracht om de fontein van Het Loo hoger te laten spuiten dan de grote fontein in Versailles. En dat lukte. In 1693 was de Koningssprong met maar liefst dertien meter hoog spuitend water inderdaad de hoogste fontein van Europa. Hiermee wilde koning-stadhouder Willem III zijn aartsrivaal koning Lodewijk XIV van Frankrijk de ogen uitsteken. Hij slaagde met glans. Zijn fontein spoot niet alleen zeer hoog, hij spoot ook nog permanent en het water was fris en helder, waar de Veluwe nu nog zo bekend om is. Die van Versailles werkte slechts af en toe en spoot steeds hetzelfde water, dat na een poosje ging stinken.

Fontein bij Paleis Het Loo

Gedeelde passie
Al jaren eerder hielden Willem III en zijn Engelse vrouw Maria Stuart II zich bezig met het verbouwen en verfraaien van het Hof in Dieren. Zij deelden een passie voor tuinkunst en architectuur en lieten het Hof vergroten en een prachtige watertuin aanleggen. Maar nog vóór de oplevering in 1684 werd duidelijk, dat het Hof te klein zou zijn voor de jachtgezelschappen van de fanatieke jager Willem. Het stak bovendien schril af tegen de schitterende buitenplaats die Lodewijk XIV in Versailles had laten bouwen.
Daarop kocht Willem jachtslot Het Loo, voor 90.000 carolus guldens, tegenwoordig bijna een miljoen. Een locatie met veel water, maar ook met hoogteverschillen die het mogelijk maakten bijzondere fonteinen aan te leggen. Willem kocht er meteen van alles bij om de watervoorziening te verbeteren. Hiervoor kocht hij de molenaars uit om het water van hun molens te kunnen gebruiken. Daarnaast verwierf hij een waterrijk stuk veen, twee papiermolens inclusief waterrechten en gebruiksrechten bij Het Loo en in het Hoog Soerense Bos.

Fontein van Het Loo was met maar liefst dertien meter hoog spuitend water de hoogste fontein van Europa

Vue de Loo la residence et pallais champetre du Prince d’Oranie, 1750-1800 (nummer 1551 – 3234, Gelders Archief)

Aan de slag
Voor het bouwrijp maken van de grond en het uitgraven van de Paleistuin zette Willem zesduizend soldaten in. Om de fonteinen van water te voorzien liet hij een ondergrondse waterleiding van vier kilometer lengte aanleggen. Intussen was Willem III in 1689 koning van Engeland geworden. Bij zijn status paste de hoogste fontein van Europa. Hiervoor waren drastische maatregelen nodig: meer water en een groter verval. Er werd een nieuwe waterleiding aangelegd met een verzamelbassin bij Asselt. Drie bronnen voedden deze koninklijke waterleiding. Bij de Ruetbron liet hij een bassin aanleggen van bijna één hectare groot.
Vanuit dit bassin ging het in ondergrondse leidingen naar Het Loo. Om de waterleiding geleidelijk te laten dalen moesten hellingen soms diep worden ingegraven. Elders werden dijklichamen aangelegd. Alle inspanningen waren niet vergeefs. In 1693 had Willem III zijn hoogste fontein van Europa: de Koningssprong.

Dun stroompje
Tegenwoordig herinnert nog maar weinig aan de prestigieuze fontein. De loden en koperen leidingbuizen van de waterwerken waren al door de Franse troepen in 1794 opgegraven en verkocht. De Ruetbron en het bassin zijn praktisch verdwenen. Een dun stroompje water sijpelt nog naar het oude bassin. De grootste fontein van Europa is niet meer.

De Cascade West Zij van de Groote tuijn, 1721-1778 (nummer 1551 – 3334, Gelders Archief )

Rutger van Cleef, fonteynmaker van Zyn Hoogheyt
Het beroep van fonteinmaker stond in de zeventiende en achttiende eeuw in hoog aanzien. Rutger van Cleeff nam in 1693 officieel het fonteiniersambt van Dieren en Het Loo over. Hij was afkomstig uit Zwolle en had gewerkt als rentmeester van George Albert, graaf van Limburg Stirum en Bronkhorst, en Elisabeth Philippine, barones van den Boetzelaer.
Van Cleeff noemde zichzelf al sinds 1687 ‘fonteynwerker van Zyn Hoogheyt’, de prins van Oranje. Vanaf 1689 was hij vooral druk met de aanleg van de fonteinen en het grotwerk in de tuinen van Het Loo. Eind 1693 werd hij officieel als fonteinier van Het Loo aangesteld.
Na zijn overlijden in de zomer van 1709 bleef zijn weduwe Margareta van de Gagel aan als fonteinier, tot haar dood op 1 september 1728.

Scroll naar boven