Weg uit de stad

Vanaf ongeveer 1600 worden er rondom een aantal grote steden in Brabant steeds meer landhuizen en buitenplaatsen gebouwd. De elite wil graag naast hun huis in de stad ook een plek hebben waar ze de zomer kan doorbrengen en kan ontsnappen aan de drukte en de stank van de stad. De meeste eigenaren verblijven maar enkele maanden per jaar op hun landgoed of buitenplaats. De hele huishouding met al het personeel en soms ook de meubels verhuisden dan mee naar buiten.

Rondom Breda, langs de Brabantse Wal en rondom ’s-Hertogenbosch ontstaan plukjes van landgoederen. De landgoederen en kastelen rondom Breda en ’s-Hertogenbosch zijn vaak in bezit van belangrijke families uit die steden, zoals Kasteel Bouvigne dat van 1614 tot 1816 in handen is van de heren van Breda: de familie van Oranje Nassau. Door de ligging dicht bij Antwerpen is de Brabantse Wal een populaire plek voor Belgische families om een landgoed te stichten. Voorbeelden daarvan zijn Wouwse Plantage en landgoed Mattemburgh.

De kastelen, landgoederen en buitenplaatsen die in bezit zijn van adellijke families en rijke burgers en industriëlen worden van generatie op generatie doorgegeven. Behoud en uitbreiding van het bezit en het in z’n geheel kunnen doorgeven aan de volgende generatie zijn altijd belangrijke doelen voor de eigenaren. Zoals bij Kasteel Heeze dat sinds 1760 in handen is van de familie Van Tuyll van Serooskerken. Soms gaat een landgoed toch over in andere handen, door huwelijken of door verkoop aan een persoon, bedrijf of organisatie.

Voor het volledige verhaal kijk op Brabants Erfgoed.

Scroll naar boven