‘Paleis Het Loo is in de 17de eeuw gebouwd in opdracht van stadhouder Willem III, later koning van Engeland, en zijn vrouw Mary Stuart. Je zou kunnen zeggen dat Het Loo in tegenstelling tot bijvoorbeeld het paleis van Versailles het paleis is van de menselijke maat. Het Loo combineert grandeur met huiselijkheid, en je kan je voorstellen dat het een prettig huis is om in te wonen. Aardig is dat Het Loo in de 17de eeuw formeel ook geen paleis was en ‘huis’ werd genoemd. Je loopt hier dus eigenlijk door een huis, gebouwd door mensen die een zekere ambitie hadden, maar tegelijkertijd behoefte hadden aan een plek waar zij zichzelf konden zijn.

Uitbreiding met ondergrondse ruimte
Het paleis ondergaat momenteel een verbouwing én een uitbreiding. Onder het voorplein is een grote ondergrondse ruimte gecreëerd. Deze ondergrondse uitbreiding gaat ervoor zorgen dat bezoekers veel beter en op een eigentijdse manier ontvangen kunnen worden. De oude indeling had natuurlijk zijn charme, maar met een toenemend aantal bezoekers was het niet altijd even praktisch. Mensen verdwaalden bijvoorbeeld nog wel eens op zoek naar de wc. De toiletten, garderobe, koffiehoek en winkel krijgen nu een goede plek in de ondergrondse ruimte. Ook komt er een grote zaal, die onderdeel wordt van een permanente tentoonstelling over het Huis van Oranje. Daar gaan we het verhaal van de koninklijke familie vertellen tot op de dag van vandaag. Die permanente tentoonstelling is een belangrijke en wezenlijke toevoeging. In de oude opstelling was het verhaal van het Huis van Oranje in chronologische volgorde door de ingerichte paleisvertrekken geweven, wat het lastig maakte om alles te begrijpen, vooral voor buitenlandse bezoekers. Dat gaan we nu dus anders doen.

Een 17de– en een 19de-eeuwse route
Voor de verbouwing volgden bezoekers één route die door ruim dertig kamers ging. Dat was misschien wat veel. Bovendien eindigde de oude route in de kamers van koningin-moeder Emma en koningin Wilhelmina. Vanwege de gordijnen en de meubelen die er stonden, waren deze kamers nogal duister. We hoorden van veel bezoekers dat zij blij waren dat zij daarna de tuin in konden. Wat we nu doen, is een knip maken. Aan de oostkant van het huis komt een 17de-eeuwse route met als thema Willem en Mary en aan de westkant de Oranjeroute met de 19de- en 20ste-eeuwse vertrekken. Er zijn straks ook twee rondleidingen die los of na elkaar kunnen worden gevolgd. Dat betekent wel dat er niet veel van de 18de eeuw in het paleis te zien is, maar die periode komt in de permanente tentoonstelling wel uitgebreid aan de orde. We laten de meubels en kunstwerken in de nieuwe situatie zoveel mogelijk zien op de plek waar ze oorspronkelijk te vinden waren. Bij de vorige indeling was de chronologie leidend. Daardoor was de kamer van koningin Wilhelmina beneden ingericht. In werkelijkheid was haar kamer echter een verdieping hoger, op de bel-etage. Dus die kamer gaat nu weer naar boven. Dat geldt ook voor het vertrek van koning Willem I. Die kamer was vanaf 1984 aan de oostkant te vinden in een ruimte die niet door Willem I was gebruikt. Het vertrek van Willem I gaat nu weer naar de oorspronkelijke plek en wordt helemaal gereconstrueerd met de juiste bekleding als zijn ‘groot kabinet’. We krijgen als onderdeel van de westelijke route ook een kamer die aan Prins Bernhardkamer is gewijd, met aan de muur onder meer een buffelkop, die de prins zelf geschoten heeft. Die kamer komt op de plek waar voorheen de kamer van Koningin Emma te zien was. Die komt wel weer terug, maar nu op de juiste plek.

Alle asbest eruit
In het gebouw zat veel asbest, dat was toegepast bij de grote restauratie van 1977 tot 1984. Om dit te kunnen verwijderen, moest alles eruit. Zelfs de betimmering. Nu zijn we in een fase dat alles weer teruggebracht is en plannen we de herinrichting. Vanwege corona hebben we alles virtueel moeten voorbereiden. Dat kon, omdat we alles driedimensionaal in beeld hebben gebracht. Bovendien zijn er natuurlijk ook vertrekken waar we alles weer in dezelfde staat terugbrengen. Eigenlijk breekt met de herinrichting de mooiste tijd aan, maar elke fase heeft zijn charme. Toen alles open lag, hebben we een paar geweldige ontdekkingen gedaan. We dachten dat bij de vorige renovatie alles wel gezien zou zijn en misschien was dat ook wel zo. Maar niet alles was vastgelegd en beschreven in een bouwhistorische rapportage. Het vak bouwgeschiedenis heeft zich sindsdien echter ontwikkeld en we leggen alles nu grondiger en gedetailleerder vast. Zo kun je altijd nagaan hoe het was.

Een bredere schilderijengalerij
Een voorbeeld van een ontdekking waar ikzelf erg enthousiast over ben, is de schilderijengalerij. Deze galerij was in de periode 1911-1914 gesloopt om plaats te maken voor een enorme, nieuwe eetzaal voor koningin Wilhelmina. Bij de grote restauratie van 1977 tot 1984 is de eetzaal verwijderd en de schilderijengalerij gereconstrueerd op basis van een teruggevonden zeventiende-eeuwse plattegrond. Men had toen wel wat twijfels bij de afmetingen op de plattegrond, omdat de galerij voor de sloop in de twintigste eeuw breder was. We hebben nu bouwhistorisch kunnen vaststellen dat de gereconstrueerde galerij inderdaad te smal is. De oude galerij is altijd bijna twee meter breder geweest dan nu. Het had precies de afmetingen van danszalen in Engeland, zodat er genoeg ruimte was voor het dansen van bijvoorbeeld een menuet. In de huidige galerij passen de danspatronen voor een menuet niet. Na de ontdekking was de vraag natuurlijk, kunnen we de galerij in de juiste breedte terugbrengen? Dat bleek echter al snel niet mogelijk, doordat er een lift zit op een plek die nodig zou zijn voor de verbreding Dus helaas, een verbreding is niet mogelijk. Maar dat we dit nu weten, is geweldig.
Boek over de bouw- en bewoningsgeschiedenis
Behalve de juiste afmetingen van de galerij hebben we nog veel meer gevonden. We hebben dichtgemetselde vensters gevonden en allerlei materiaal tussen de vloeren die ter isolatie met turfblokjes waren gevuld: verscheurde brieven, knoopjes, glasscherven, van alles. Helaas hadden we geen tijd om al die vondsten goed te onderzoeken, maar er zal wel een boek over de bouw- en bewoningsgeschiedenis van Het Loo verschijnen bij de heropening. Het accent ligt op het hoofdgebouw, maar ook de tuinen en de omgeving, bijvoorbeeld de koningswegen, komen aan bod.

Collectiecentrum Nederland
Voor de verbouwing moesten alle spullen uit de vertrekken en de depots worden gehaald. Het Loo beschikte over tientallen afzonderlijke kleine en grotere depots. In de afgelopen periode is de collectie die niet wordt opgesteld, overgebracht naar het nieuwe centrale depot in Amersfoort, het Collectiecentrum Nederland (CC NL). Het CC NL is een samenwerkingsverband tussen het Nederlands Openluchtmuseum, Paleis Het Loo, het Rijksmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het is voor Het Loo een ideale situatie; de objecten die we tonen op zaal zijn in Apeldoorn en alle andere spullen worden perfect geklimatiseerd bewaard in een spiksplinternieuw depot.
Een hernieuwde kennismaking
De heropening wordt best spannend. Mensen zijn gehecht aan het paleis en aan het vertrouwde beeld . Op het eerste gezicht zal zijn Het Loo straks weer zijn wat het was. Maar als je naar binnen gaat, zal je ervaren dat er een ander museum staat. Ik denk dat het voor veel mensen een nieuwe kennismaking zal zijn, ook voor mensen die het gebouw al heel goed kennen. En ik heb de verwachting én de hoop dat onze bezoekers het een prettige hernieuwde kennismaking zullen vinden. Het is best spannend, want je komt aan iets wat veel mensen dierbaar is en wat zorg verdient. Voor je het weet is iets weg. Maar ik denk dat het goede is gebleven en dat het alleen maar beter wordt door wat we toevoegen. Maar, ook ík ben wel benieuwd hoe het straks gaat voelen.
Wilt u alvast een kijkje nemen in Het Loo? Loop dan mee met Johan de Haan door Paleis Het Loo en zie één van de ontdekkingen die hij deed: