Vijf generaties van de familie Ortt van Nijenrode, 1675-1853

door drs. Juliette Jonker-Duynstee

Het verhaal van de familie Ortt begint met Jean Ortt, die begin 17de eeuw als geloofsvluchteling uit de zuidelijke Nederlanden naar Amsterdam komt. Hij slaagt erin om zich binnen één generatie in het onstuimig groeiende Amsterdam op te werken tot een van de 25 rijksten van de stad. De tweede generatie trouwt met leden van andere puissant rijke koopmansfamilies en verovert zo een vaste plek in het Amsterdamse establishment. De drie opeenvolgende generaties borduren voort op het vermogen dat door de eerdere generaties is verdiend, maar dat in de loop van de tijd verwatert. Al is de partnerkeuze steeds zo doordacht dat de financiële situatie lang op orde blijft. Zo waren de Ortts getrouwd met leden van de families Deutz, Van der Muelen, Bors van Waveren en Huydecoper.

Die tweede generatie Ortt in de Republiek was Johan Ortt I, geboren met een gouden lepel in de mond. Na een Grand Tour van een paar jaar trouwde hij met Anna Pergens, dochter van WIC-bewindhebber Jacob Pergens en Eleonora Bartolotti. Anna groeide op in het bekende Bartolottihuis aan de Herengracht. Het echtpaar Ortt-Pergens wendde zich in eerste instantie af van de overdaad en luxe van hun omgeving, toen zij onder invloed kwam van mystica Antoinette de Bourignon. Om hun leven aan haar te wijden en zich voor te bereiden op een leven in contemplatie kocht Ortt in 1675 de ruïne van kasteel Nijenrode. Het was een rustige plek op voldoende afstand van de stad, aan de Vecht bij Breukelen.

Dit kasteel dateerde oorspronkelijk uit 1280. Het was een van de tientallen kastelen die tijdens de 13de en 14de eeuw waren verrezen langs de Vecht en de Angstel in de strijd tussen de graaf van Holland en de bisschop van Utrecht. Met haar imposante uiterlijk en pittoreske ligging aan de rivier was Nijenrode halverwege de 17de eeuw vele malen het onderwerp van schilderijen door o.a. Jan van der Heijden, Salomon Ruysdael en Abraham Storck. Het kasteel was drie jaar voor Ortts aankoop, tijdens het Rampjaar 1672, verwoest door de Fransen en de adellijke eigenaar, die er geen brood in zag het kasteel weer op te bouwen, verkocht de ruïne met de bijbehorende ambachtsheerlijke rechten. Zo werd Ortt Heer van Nijenrode.

Het kasteel Nijenrode aan de Vecht bij Breukelen, Jacobus Storck (1660-1686) (Rijksmuseum Amsterdam)

De modeste levensstijl werd na een breuk met De Bourignon losgelaten en Johan en Anna stortten zich vol overgave in een semi-adellijke, exuberante levensstijl. Ortt herbouwde het middeleeuwse kasteel, richtte het kostbaar in en legde een stoeterij met 50 paarden aan, een van de grootste van Europa, die bezoekers vanuit binnen- en buitenland trok. Johan en Anna lieten zich portretteren door niemand minder dan Nicolaas Maes, in precies dezelfde houding en kleding als niet lang daarvoor stadhouder Willem III en Mary Stuart zich hadden laten portretteren. Ook in andere portretopdrachten bleek Ortt zijn inspiratiebron, de stadhouder, te volgen. Hij liet (groeps)portretten maken door Melchior de Hondecoeter (vier stuks, tegenwoordig in bezit van de Engelse koningin) en Dirk Maas, twee schilders die veel voor Willem III werkten. Deze directe inspiratiebron en de vele gelijkenissen in de werken en kunstenaars was nog niet eerder opgemerkt.

Johan Ortt door Nicolaas Maes (1634-1693), tussen 1672 en 1690 (particuliere collectie)
Anna Pergens, olieverfschilderij door Nicolaas Maes, circa 1680 (particuliere collectie)

Na Ortts kinderloze overlijden erfde zijn neef Johan Ortt II het kasteel, maar Anna had het vruchtgebruik en mocht er blijven wonen. Zij zou haar man 31 jaar overleven, dus al die tijd kon Ortt II niet in het kasteel trekken. Direct na het overlijden van zijn tante verwijderde hij – vermoedelijk met zichtbaar genoegen – de lelie van het Pergenswapen van de schouw in de ridderzaal en verving deze door de hopvogel uit het wapen van zijn vrouw, Antonia Hop. Om de hopvogel heen zijn echter de contouren van de lelie nog altijd zichtbaar…

Ook van zijn erfgenamen zijn herinneringen terug te vinden in en om het kasteel. De romantische Johan Ortt III herdacht zijn twee vrouwen in de uitrijpoort van het kasteel: Adriana Huydecoper met haar wapen op een van de pilaren, Wijnanda Eijck in de ineengevlochten initialen O en E in de zijwangen van het hek. Zijn zoon, de stoere Johan Ortt IV, vocht bij de slag bij de Doggersbank en droeg de verkregen zilveren medaille twaalf jaar later vol trots op zijn huwelijksportret door niemand minder dan hofschilder Tischbein. Dit hangt in de tegenwoordige directeurskamer.

De laatste Ortt van Nijenrode was Sara, de opstandige dochter die de erfenis van het kasteel als 16-jarig meisje weigerde, op haar 18de trouwde, na vijf kinderen ging scheiden, hertrouwde en 33 jaar na de weigering alsnog het kasteel terugkocht op een veiling. Slechts twee jaar later overleed zij. Het kasteel werd geveild, waarna er in 1853 een einde kwam aan de Ortts op Nijenrode.  

Vandaag de dag zijn op meerdere plekken in Breukelen en in kasteel Nijenrode herinneringen aan de Ortts te vinden. Boven de ingang van de kerk is een gedicht in steen gehouwen, gewijd aan Anna Pergens, als dank voor haar steun bij de herbouw van de in 1704 verwoeste toren. Centraal in het koor van de kerk staat een schitterende marmeren graftombe die zij voor Johan Ortt liet maken, eromheen hangen acht grootse rouwborden van diverse familieleden. In en om het kasteel leven de Ortts voort in de vele familieportretten en de alliantiewapens in diverse kamers en op de uitrijpoort. Ook het park ‘ademt’ de Ortts, want hier gaat de 17de-eeuwse formele aanleg van Johan I naadloos over in de 18de-eeuwse landschappelijke aanleg door Johan Ortt IV, een situatie die tot op de dag van vandaag te ervaren valt.

Het graf van Johan Ortt en Anna Pergens in het koor van de Hervormde kerk (© Gerhard Hof)

Het Ithakastipendium was een extra stimulans voor mijn enthousiasme en heeft ertoe geleid dat mijn onderzoek nieuwe gegevens heeft opgeleverd, onder andere over de kunstcollecties van de familie, hun partners en hun rol voor Breukelen, waar zij zich als ambachtsheren en -vrouwe met allerhande ambtelijke zaken moesten bezig houden. Gegevens die kunnen bijdragen aan latere publicaties die ongetwijfeld zullen verschijnen bij de viering van het 750-jarig bestaan van het kasteel over een aantal jaar.

Zo heeft mijn onderzoek meer diepgang en kleur gegeven aan de familie, die Nijenrode bijna 200 jaar in bezit had. De onderzoeksresultaten zijn verwerkt in twee artikelen: ‘De vorstelijke portretopdrachten van Johan Ortt I’ en ‘In de voetsporen van Johan Ortt van Nijenrode – Opkomst en ondergang van de familie Ortt van Nijenrode (1765-1854)’, gepubliceerd in de Jaarboekjes van Oudheidkundig Genootschap Niftarlake 2020 en 2021.

Portret van de familie Ortt-Huydecoper in de blauwe zaal in Nijenrode, olieverfschilderij door Tibout Regters, 1761 (coll. Ortt, locatie Nijenrode)
Scroll naar boven