door Otto van Boetzelaer, bestuurslid SKBL Box 3 belasting heeft betrekking op het belasten van vermogen dat privé wordt gehouden of zich bevindt in een transparante NSW bv (Natuurschoonwet). Hierbij wordt uitgegaan van een fictief rendement. Eigen woningen en kunstvoorwerpen zijn vrijgesteld, en ook gerangschikte gronden onder de NSW genieten vaak vrijstelling. Vóór 2017 gold […]

365 dagen zorg vanwege water en droogte op Kastelen & historische Buitenplaatsen In samenwerking met de Vereniging Particulier Historische Buitenplaatsen (VPHB) en het Gilde van Tuinbazen, hield sKBL een flitsenquête onder ca. 250 eigenaren en beheerders van kastelen, historische buitenplaatsen en landgoederen (KBL). Reden is de enorme waterhoeveelheid die vele KBL in de afgelopen tijd […]

01 | Inleiding Ons groen erfgoed staat onder druk. Klimaatverandering en omgevingsfactoren dragen hier aan bij. Het is gebleken dat er beperkt of alleen lokaal inzicht is in de conditie van ons groen erfgoed. Het is de insteek van Erfgoed Deal Kennisprogramma klimaatrobuuste buitenplaatsen om ons groen erfgoed beter in beeld te krijgen, zodat duidelijk […]

Deze biografie schetst de rijke historisch-landschappelijke kenmerken van het gebied Nationaal Park NLDelta / Biesbosch-Haringvliet  Er is onderzoek gedaan naar de ontstaansgeschiedenis van de verschillende deelgebieden, variërend van de benedenloop van de Maas tot de polders, zeearmen en duinen. De Biesbosch-Haringvliet wordt gekenmerkt door een rijke samensmelting van natuur, landschap en cultuur, waarbij menselijke interactie, […]

De Klimaatschadeschatter (KSS) is een innovatieve tool, die is ontworpen om inzicht te bieden in de financiële schade veroorzaakt door klimaatverandering in Nederland. De tool heeft een focus op hitte, droogte, en wateroverlast.  Gebruikers van de Klimaatschadeschatter, zoals gemeenten, waterschappen en provincies, kunnen de tool inzetten om de geschatte kosten van klimaatschade te visualiseren en […]

Verdroging bedreigt landgoederen. In dit webinar wordt ingegaan hoe droogte een bedreiging is voor het groene, rode en blauwe erfgoed op landgoederen.   Ook wordt inegaan op welke manier de gevolgen van droogte tot een minumum kunnen worden beperkt. Daarvoor laat Elyze Storms-Smeets een gebiedsgerichte en actorgerichte erfgoedbenadering zien. In het verleden zijn op landgoederen altijd […]

Published by Jap Sam Books A Collaboration of Delft University of Technology, Province of Gelderland, Gelders Genootschap. In the framework of KaDEr, Innocastle The province of Gelderland (the Netherlands) inherits many castles, country houses and estates. Together they form historic estate landscapes that partially determine the regional landscape character. Climate change and urbanisation have a […]

In Den Dolder ligt buitenplaats Prinsenhoeve. De eigenaar van het landgoed heeft een plan ontwikkeld voor een herinrichting op de buitenplaats. Onderdeel van het plan is het verplaatsen van een bouwvlak. Daarom is voor de herinrichting is een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk. Om het bestemmingsplan te wijzigingen, moet het plan resulteren in een verhoging […]

Het veranderende weer vraagt om het aanplanten van andere boom- en plantsoorten, die beter bestand zijn tegen droogte, hitte en regen. Ook is het nodig om soorten aan te planten die een grotere bijdrage leveren aan CO-vastlegging. Dit wordt ook wel revitalisering genoemd. Deze factsheets beschrijven voor tien boomsoorten hoe die soorten een belangrijke rol […]

Erfgoed kan een belangrijke rol vervullen in klimaat-adaptatie. Op erfgoedlocaties is al decennia gepionierd op het gebied van klimaatadaptatie. Daarom kan de erfgoedsector besluitvorming en besluitvormers informeren, en belangrijke oplossingen bieden als het gaat om klimaatrobuuste maatregelen. Het artikel geeft een overzicht van relevante wetenschappelijke literatuur en bespreekt meerdere case-study’s. De losse case-study’s zijn ook […]

Van economische baten naar duurzame financiering

 

september 2018, Tom Bade

Veel onderzoeken hebben aangetoond dat erfgoed, natuur en stedelijk groen positieve economische baten opleveren. Het ‘enige’ probleem is dat veel van deze baten niet terecht komen bij de eigenaar van het erfgoed of de beheerder van het natuurgebied.

De eerste studie die ik op dit terrein uitvoerde was al weer in 1999 en was zijn tijd ver vooruit. Wij deden toen onderzoek naar de baten van Nationaal Park Veluwezoom in opdracht van Natuurmonumenten. Na een wat teleurstellende eerste ronde waarin we alleen maar hadden gekeken naar de baten die direct uit het gebied kwamen (600.000 gulden uit houtoogst, jacht e.d.) hadden wij de indruk dat er meer speelde en hebben ons (net als Schiphol dat bijvoorbeeld doet) gericht op de economische baten van het natuurgebied voor de omgeving.

Aan de hand van de KvK gegevens hebben we gekeken welke bedrijven in een straal van 20 kilometer baat zouden kunnen hebben bij het nationaal park en hebben de ondernemers van deze bedrijven gevraagd welk deel van de omzet zij te danken dachten te hebben aan de aanwezigheid van Nationaal Park Veluwezoom. Dat was 20% van hun omzet. Hoewel wij dat laag vonden, hebben we dat toch maar aangehouden. Daar kwam tot onze verrassing een bedrag van 200 miljoen gulden op jaarbasis uit. Dus 200 miljoen gulden omzet van bedrijven was te danken aan Nationaal Park Veluwezoom. Dit naar eigen zeggen van de ondernemers.

Daarmee was duidelijk dat het nationaal park van groot economisch belang is. Maar laat wel duidelijk zijn dat van die 200 miljoen geen enkele gulden ooit terecht zou komen bij Natuurmonumenten. Die moesten het doen met die 600.000 gulden. De economische baten komen bij andere partijen terecht (ondernemers, huizeneigenaren, gemeenten) die daarmee in economische termen ‘free riders’ kunnen worden genoemd. Zij dragen immers niet bij aan het beheer en onderhoud van datgene dat hun omzet levert, of hun huis meer waard maakt.

In de loop der jaren heb ik binnen mijn eigen bedrijf vele tientallen studies gedaan die aantoonden dat in natuurgebieden, historische buitenplaatsen, stadsparken en historische binnensteden de baten groter waren dan de kosten. Maar de eigenaar van het erfgoed zag daar niets van terug. Zolang de overheid rijk is en de rol van financier op zich neemt/kan nemen is dat geen probleem, maar in de crisis met zijn bezuinigen kwamen de (overheids)bijdragen voor beheer en onderhoud onder grote druk te staan.

In die tijd hebben wij gemerkt, en daar ook actief aan bijgedragen, dat de behoefte en de noodzaak bestond om een verschuiving te maken van het in kaart brengen van economische baten naar het vormgeven van een duurzame financiering van met name het (eeuwigdurende) beheer van natuur en erfgoed. Daartoe hebben wij een nieuwe methodiek uitgewerkt op basis van rechten en plichten.

Het idee achter deze methodiek is dat we af moeten van de onbetrouwbare bijdragen van de overheid. Dat is geen verwijt aan de overheid, maar bedoeld als feitelijke constatering. Immers, de crisis had aangetoond dat deze bijdragen niet worden gecontinueerd als het even tegen zit. Dit nog afgezien van het feit dat veel subsidies gepaard gaan met eindeloos veel bureaucreatie en grote transactiekosten om deze te verwerven.

Een recht is een concessie of een vergunning die leidt tot een structurele bron van inkomsten. Dit recht kan worden verkregen van de overheid. Het grote voordeel voor de overheid is dat dit recht geen kosten met zich meebrengt. Het is als het ware een bijdrage in natura. Het grote voordeel voor de ontvanger is dat hiermee een langjarige en structurele inkomstenbron wordt verkregen.

Het recht gaat echter wel gepaard met een plicht, namelijk om het geld aan te wenden voor het beheer en onderhoud van erfgoed en natuur en landschap. Dus partijen die een maatschappelijke plicht vervullen waarmee (eeuwigdurende) onderhoudskosten gepaard gaan, krijgen een recht waarmee zij langjarig onderhoud kunnen financieren.

Dat is een oplossing voor het probleem van de eigenaren van erfgoed. Wat hebben zij er immers aan dat er door andere partijen miljoenen worden verdiend aan het door hen beheerde kasteel, buiten, natuurgebied of stadspark, zolang er geen constructies zijn waarbij een deel van het geld naar hen terugvloeit?

Het grote voordeel van een recht is dat als dit verkregen is in de vorm van een concessie en duidelijk is dat er structurele inkomsten ontstaan, de bank bijvoorbeeld ook wel wil meedoen in de investering. Daarbij moeten we opmerken dat eenmalige bijdragen voor het aanleggen of het restaureren zelden een probleem zijn, het is vooral het eeuwigdurende beheer waar de pijn zit.

Simpelweg komt het er op neer dat de beheerder van erfgoed of een natuurgebied het recht krijgt om bijvoorbeeld parkeergeld te innen, of een camping te exploiteren, of een veerpont, of misschien wel een zonneveld of windmolens, of waterberging (alles uiteraard mits landschappelijk inpasbaar). In het Groot Rechtenboek der Vaderlandsche Natuurbescherming zijn talloze voorbeelden uitgewerkt van dergelijke duurzame inkomstenbronnen.

Recent hebben we op basis van rechten en plichten nog een enorme deal gesloten voor Rijkswaterstaat in een project dat we ‘Van Berm tot Bladzijde’ hebben genoemd. Daarbij draaide het om het gebruik van bermgras als grondstof voor de papierindustrie. Rijkswaterstaat zocht naar een besparing, want zij is gemiddeld 35 euro per ton kwijt voor de verwerking van bermgras. Rijkswaterstaat kreeg het recht om het gras gratis af te leveren bij papierfabriek Parenco, maar had wel de plicht om dit voor een periode van minimaal zeven jaar te doen. Op die manier was het voor Parenco mogelijk om de investering in de installatie te doen, terwijl zij ook de zekerheid van een gegarandeerde nieuwe grondstoffenstroom hadden.

Want dat is immers waar het om gaat: duurzame financiering. Ik moet altijd denken aan de wethouder van een kleine gemeente in het Oosten des Lands die – nu al weer vele jaren geleden –  bij de presentatie van een studie, waaruit naar voren kwam dat het Nederlandse Landschap 17 miljard euro waard was, tegen mij zei: “Maar waar haal ik nu die zes ton vandaan die ik jaarlijks nodig heb voor het beheer van mijn buitengebied?”

Nu zal ik een wethouder/gemeente niet willen vergelijken met een eigenaar van erfgoed of een terreinbeheerder, maar de deze ‘noodkreet’ zette mij destijds al aan het denken.  Er is een groot verschil tussen economische baten en duurzame financiering. Persoonlijk denk ik – mede op basis van eigen ervaringen – dat de nadruk de komende jaren meer zou moeten liggen op het lokaal organiseren van structurele inkomstenbronnen.


Tom Bade   ©Anton Logeman

Tom Bade is oprichter en eigenaar van Triple E Kenniscentrum Natuur en Economie. Tripel E houdt zich bezig met in kaart brengen van de baten van/duurzame financiering van natuur, landschap en erfgoed. In het verleden heeft dat voor erfgoed onder meer geleid tot publicatie van het boek ‘Eigen haard is goud waard’. Momenteel richten veel werkzaamheden zich op het, samen met het Kadaster, uit de klei trekken van wettelijke ruilverkavelingen om vastgelopen processen in het buitengebied vlot te trekken.

 

Gerelateerde berichten:

Scroll naar boven