Gert Oostindie & Karwan Fatah-Black, Sporen van de slavernij in Leiden, Leiden 2017
De Leidse Universiteitspers publiceerde pas een gids over de rol die Leidenaren hebben gespeeld in de slavernij (plantages) en slavenhandel. Toen ikzelf werkte aan mijn publicaties over de Haagse en Amsterdamse buitenplaatsen, stuitte ik geregeld op verhalen die dit onderwerp raken. Een deel van onze oude buitenplaatsen is met geld aangelegd dat met die activiteiten en handel is verdiend. Zo waren er ook in en rond Leiden rijke ingezetenen, die het aldus verdiende kapitaal gebruikten voor de aanleg en/of verfraaiing van een buitenplaats. In deze gids zijn tal van plekken in en om Leiden opgenomen, die een band houden met deze geschiedenis. Soms vermeldt de gids een woning van een voor- of tegenstander van de slavernij of worden stadswoningen genoemd waar beruchte slavenhandelaren woonden, dan weer staan de auteurs stil bij universitaire, kerkelijke of museale gebouwen waar zich objecten bevinden of verhalen te vertellen zijn die deze geschiedenis raken.
Verder passeren de nu verdwenen Leidse kastelen en buitenplaatsen Lust en Rust, Duin en Dal, Huis ter Wegen en kasteel Zwieten en nog bestaande buitens zoals Berbice, Oud-Poelgeest en Endegeest de revue. Neem Berbice, ooit het trotse bezit van Hendrik Staal. Hij was rond 1807 als jurist werkzaam in Nieuw-Amsterdam, zoals de hoofdstad van de Hollandse plantagekolonie Berbice toen heette. Hij was in die tijd 25 jaar oud en trad er in het huwelijk met Catharina Kip. Zij erfde kort daarop, na de dood van haar moeder, de katoenplantage Caap Batavia in de op Berbice gelegen kolonie Essequebo (toen al Brits bezit). Daar werkten veel slaven. Na vanwege gezondheidsredenen in Holland te zijn teruggekeerd, kocht het echtpaar Staal-Kip de hofstede Allemansgeest bij Leiden, verbouwde deze en gaven het de nieuwe naam Berbice. Daarmee eerden zij tegelijk de bron van hun welvaart die mede door slavenarbeid was ontstaan. Op soortgelijke wijze verbinden de auteurs andere buitenplaatsen of kastelen aan vroegere eigenaren en hoe zij dachten of handelden inzake de slavernij. Zo was minister Daniël Theodor Gevers, eigenaar van zowel Oud-Poelgeest als Endegeest, in 1854 een van de initiatiefnemers om de slavernij in Nederlands-Indië af te schaffen. Het voorstel werd in 1860 aangenomen maar liet vreemd genoeg de slavernij in de Caraïben geheel buiten beschouwing.
Leuk in het boekje is een hoofdstuk dat ingaat op de schilderijencollectie van de Lakenhal in relatie met dit onderwerp. De auteurs zijn niet uitputtend maar dit is wel een aardige aanzet om deze geschiedenis op meer plekken in ons land inzichtelijk te maken. Daarmee wordt tegelijk de schatplichtigheid van meerdere Nederlandse buitenplaatsen aan deze nare geschiedenis inzichtelijker. Jammer is dat men in deze gids niet makkelijk een plek of locatie kan vinden door het ontbreken van paginaverwijzingen naar de objecten. Hierdoor is het boekje wat onhandig te gebruiken, zeker voor hen die niet uit Leiden komen. RD
Sporen van de slavernij in Leiden telt 96 pagina’s, bevat een overzichtskaart met de locaties genummerd daarop aangegeven. Het is een paperback uitgave en voorzien van afbeeldingen. Het boek verscheen bij Leiden University Press.
ISBN978 9087 283 001 Prijs: € 12,50