Ruiming van explosieven op KBL uit de Tweede Wereldoorlog

door Jan Slagers, directeur Armaex

Meer dan tweehonderd kastelen en buitenplaatsen raakten beschadigd of werden volledig verwoest gedurende de bezetting. Meestal ging het om gebouwen die uitgewoond waren door de Duitse bewoners, maar bijna even vaak werd de schade veroorzaakt door het grondoffensief en de luchtaanvallen van geallieerde troepen. In die zin was de bevrijding een zwarte periode voor veel Nederlandse kastelen en buitenplaatsen. Deze KBL werden door hoge Duitse officieren gebruikt als residentie of hoofd-kwartier. Dit maakte de gebouwen tot ideale doelwitten voor geallieerde jachtbommenwerpers.

Groot Kasteel Deurne ©Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Bommen aan de Duitse grens
Gevestigd op de Duits-Nederlandse grens, ten noorden van het Gelderse dorp Megchelen, ligt de buitenplaats Huis Landfort. Hoewel Landfort in zijn vroegste vorm al in de 14de eeuw bestond, kreeg het pas in de vroege 19de eeuw zijn huidige voorkomen, dankzij een renovatie, verbouwing en uitbreiding door eigenaar Johann Albert Luyken (1785-1867). Gedurende de hele Tweede Wereldoorlog woonden nazaten van Luyken op Landfort.

In maart 1945 begon de geallieerde opmars ten noorden van de Rijn. Dorpen zoals Megchelen bleven niet gespaard van artillerievuur. De schade in dit gebied was enorm. Uiteindelijk bevrijdden Canadese eenheden het dorp op 28 maart, maar niet voordat de buitenplaats diezelfde dag nog stevig gebombardeerd werd. Britse Typhoon jachtbommenwerpers vlogen over en wierpen hun bommenlast af op Huis Landfort.

Achteraf rapporteerden de Britse militairen in hun dagelijkse logboeken over de ravage: enkele voltreffers hadden een deel van het landgoed in de as gelegd. Niet alleen waren de meeste ramen en het muurwerk van het hoofdgebouw zelf beschadigd, het koetshuis en de duiventoren iets verderop waren volledig verwoest. Die avond werd er nog gevochten om de controle over het landgoed tussen de Britse en de aanwezige Duitse troepen, die zich uiteindelijk gewonnen moesten geven. Huis Landfort was bevrijd.

Luchtfoto van Landfort in Megchelen gedateerd 7 juni 1945 ©NCAP

Opsporing en verwijdering munitie
De bommenladingen die de Britse Typhoons afwierpen bestonden uit brisantbommen. Dit waren stalen vliegtuigbommen gevuld met springstof. Door de explosie barstten ze in scherven uit elkaar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren brisantbommen de meest gangbare bommen die door de geallieerden werden gebruikt. Het was dan ook waarschijnlijk dat er rondom Huis Landfort nog dergelijke bommen, maar ook geschutmunitie van de artilleriebeschietingen waren achtergebleven. Bij de huidige renovatie van Huis Landfort was het opsporen en ruimen van zulke explosieven daarom ook een belangrijk aandachtspunt. Bombs Away BV, adviesbureau voor explosievenopsporing, onderzocht de archieven op informatie over de oorlogsgeschiedenis van deze buitenplaats en omgeving en stelde de verdachte gebieden vast. Het gecertificeerde explosieven opsporingsbedrijf Armaex BV uit Rijssen voerde vervolgens de explosieven opsporingswerkzaamheden uit en haalde nog verschillende explosieven uit de grond, van kleinkaliber munitie (uit handvuurwapens of mitrailleurs) tot mortieren en antitankmunitie.

Kleinkaliber munitie gevonden op Huis Landfort ©Armaex

In de lus van de IJssel
Het bij Brummen aan de IJssel gelegen Reuversweerd kent een iets andere geschiedenis. Deze historische buitenplaats ligt in het buurtschap Cortenoever. Tijdens de oorlog kwam Reuversweerd in het bezit van baron van Sytzama, maar niet voor lang. Duitse troepen namen het landhuis in bezit en richtten er een zendinstallatie op. Desondanks bleef de familie Van Sytzama er wel wonen. De baron werd in april 1945 op de nabijgelegen buitenplaats Engelenburg gefusilleerd door Nederlandse SS’ers.

Reuversweerd lag in een lus van de IJssel en pal in de vuurlinie van Canadese artillerie aan de overkant. Canadese eenheden hadden Zutphen al op 8 april 1945 bevrijd. Voor de inwoners van Cortenoever leek de bevrijding een kwestie van uren. Maar ondanks de granaten waarmee Reuversweerd bestookt werd, lukte het de Canadese troepen niet om de IJssel te passeren. Wel vernielden zij de zendinstallatie. De meeste Duitse soldaten hadden zich al teruggetrokken uit dit gebied maar een honderdtal was in een gevormde lus achtergebleven rond de buitenplaats. Met fosfor-granaten legden de Canadese artillerie-eenheden veel van de aanwezige grote boerderijen in de as. Dit veroorzaakte een vuurzee in de omgeving. Ook het landhuis van Reuversweerd werd toen flink beschadigd.

Granaatgaten in de achtergevel van Reuverweerd in Brummen ©Armaex

Renovatie of ruïne
Na de oorlog werd Reuversweerd slechts gebruikt als opslagplaats. Het werd niet meer bewoond en verrichtte de familie geen herstel. Jarenlang stond het het huis bekend als spookhuis. Doordat er niets gebeurde, bleef de oorlogsschade goed zichtbaar tot in onze tijd. Momenteel wordt de hele buitenplaats gerenoveerd, waarbij die oorlogslittekens voorgoed uit het Cortenoeverse landschap zullen gaan verdwijnen.

Voor de oude eigenaren viel het herstel van de landgoederen vaak zwaar. Het verhaal van Reuversweerd is dus geen uitzondering. Het herstellen van de verwoeste en beschadigde gebouwen was een moeilijke en kostbare uitdaging die niet altijd kon worden aangegaan. Kasteel Bleijenbeek in Afferden, het kasteel van Hemmen in Overbetuwe, Schuilenburg in Silvolde en het Groot Kasteel in Deurne zijn enkele voorbeelden van huizen die na de oorlog niet meer werden hersteld en nu voortleven als een ruïne. Op Huis Landfort en andere kastelen en historische buitenplaatsen die wel hersteld werden, treft men tijdens de restauratie dan ook vaak restanten van munitie aan in het terrein en waterwegen.

Reuverweerd in Brummen ©Armaex

Bommenregeling
Bij graafwerkzaamheden maar ook bij renovaties en bij het baggeren van grachten en vijvers is onderzoek naar oorlogshandelingen die meer dan 75 jaar geleden plaatsvonden noodzakelijk. Doel hierbij is om zo helder mogelijk te kunnen bepalen of er nog explosieven in de (water)bodem kunnen zitten, tot welke diepte men ze zou kunnen aantreffen en welke soorten er mogelijk zijn benut. De kosten van opsporingswerkzaamheden en de opruiming van explosieven kunnen hoog oplopen. Eigenaren kunnen bij hun gemeente een beroep op de zogenaamde bommenregeling of suppletie-regeling vanuit het Rijk. Hierbij wordt 70% van de gemaakte kosten van alle aan de explosievenopsporing gerelateerde werkzaamheden vergoed inclusief het verplichte historisch onderzoek en het noodzakelijke gebruik van gepantserd baggermaterieel. Wel dient de gemeenteraad hiervoor een raadsbesluit te nemen daar de regeling via de gemeente is in te roepen.

Bommenkaart
Het is raadzaam om voorafgaande aan (grond- en bagger)werkzaamheden op KBL een historisch onderzoek naar conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog uit te laten voeren. Zo kan vastgesteld worden of er een risico is op het aantreffen van explosieven in de bodem. Sommige gemeenten beschikken al over een gemeentelijke ‘bommenkaart’, zodat er snel kan worden vastgesteld of er op de plek sprake is van verdachte gebieden met explosieven.

Dit artikel is samengesteld op basis van de expertise die Armaex BV op meerdere historische buitenplaatsen opdeed bij het zoeken naar en verwijderen van explosieven op KBL.

Scroll naar boven