Veel Hollandse buitenplaatsen zijn in de 17de en 18de eeuw aangelegd. Al vroeg in de Gouden Eeuw ontstonden ze achter de duinen, langs waterwegen en rivieren, zoals de Vliet en de Vecht. Ze verrezen ook op door droogbemaling nieuw gewonnen land, zoals de Purmer en de Schermer. De aanleg van buitenplaatsen ging door tot in de 19de en 20ste eeuw. Lees meer…