Provincies gaan voor klimaat, duurzaamheid en natuur

Door Rob Berends

In het afgelopen half jaar sloten politieke partijen in alle provincies coalitieakkoorden over de koers van het provinciaal bestuur tot aan de nieuwe verkiezingen van Provinciale Staten in 2023. Welke aanknopingspunten zitten er in die akkoorden voor de Nederlandse KBL en welke KBL-belangen zullen de provincies in de komende jaren gaan dienen? In dit artikel leest u een korte verkenning.

Was in de coalitieakkoorden van 2015 nog duidelijk een nagalm merkbaar van het succesvolle Jaar van de Historische Buitenplaats in 2012, met bijvoorbeeld specifiek geformuleerd beleid voor KBL, daarvan is in de huidige coalitieakkoorden nog nauwelijks over te vinden.  Dat wil niet zeggen dat de provincies niets (meer) zullen gaan doen voor dit monumentale erfgoed. KBL zijn als essentiële kernkarakteristieken verankerd in alle provinciale Omgevingsvisies en zijn dus uitgangspunten zijn voor ruimtelijk beleid. Verder is specifiek beleid voor KBL soms ook staand beleid geworden. Zulke zaken worden doorgaans niet in een nieuw coalitieakkoord opgenomen. Zo biedt de provincie Utrecht ook de komende jaren in haar ruimtelijk beleid wat meer mogelijkheden voor ondernemerschap van KBL. Dit zou het beheer van dit erfgoed ten goede moeten komen.

In het Gelderse coalitieakkoord is de meest specifieke aandacht voor KBL te lezen. Het provinciebestuur gaat verkennen hoe landschappen (historische buitenplaatsen) als onderdeel van erfgoed in stand kunnen worden gehouden. Waardevolle natuur- en landschapselementen wil zij hierbij gaan beschermen. Vanuit de gedachte dat landgoederen en bosgebieden de kroonjuwelen van Gelderland zijn, gaat het provinciebestuur eigenaren meer ruimte geven om te kunnen ondernemen. Zo hoopt men mee te werken aan meer rendabele KBL. Ook stimuleert en verruimt men de betrokkenheid van vrijwilligers bij erfgoed. De provincie Zuid-Holland kondigt in haar akkoord aan dat zij de bestaande en succesvolle erfgoedlijn landgoederenzone voortzet. In Utrecht spant de provincie zich in om de Stichting Samenwerkende Kasteelmusea te verbreden tot een shared service organisatie voor Utrechtse streekmusea.

Het aantal specifieke uitspraken over KBL in de coalitieakkoorden mag dan over het geheel gering zijn, de algemene begrippen erfgoed en cultuurhistorie komen in alle akkoorden wel aan de orde. De identiteit van de provincie of regio’s daarbinnen is hiermee verbonden. Vele provincies hechten aan beschermingsvormen maar ook van herbestemming van erfgoed als dit wenselijk is. Ook in het verzamelen en revitaliseren van verhalen over erfgoed, achten de meeste provincies van zowel maatschappelijk (verbinding tussen burgers) als toeristisch belang. Sommige provincies (Groningen, Gelderland, Utrecht en Zeeland) spannen zich in om musea tot verdere professionalisering aan te zetten. Alle provincies behouden hun wettelijke taak bij het verdelen van rijksmiddelen voor de restauratie en het onderhoud van rijksmonumenten. Vaak voegen zij daar nog extra eigen middelen aan toe. Meerdere provincies koppelen duurzaamheidsnormen in relatie met monumenten aan hun energiebeleid.

Wie de coalitieakkoorden met elkaar vergelijkt, valt op dat erfgoed geen politieke prioriteit meer is. Die liggen voornamelijk bij (op willekeurige volgorde en soms overlappende thema’s):

  1. het halen van klimaatdoelen,
  2. energietransitie,
  3. versterking van de natuur,
  4. duurzaamheid (o.a. circulaire economie) en
  5. verantwoorde economische ontwikkeling zoals in toerisme.

Passend bij het type middenbestuur, wat provincies zijn, is samenwerking met uiteenlopende partijen een belangrijke strategie om themadoelen binnen bereik te krijgen. Dit met name biedt eigenaren van KBL kansen. Zo zullen provincies op het gebied van energietransitie werken met zogenaamde Regionale Energie Strategieën. Soms zijn dit ook specifieke (nieuwe) fondsen voor particuliere initiatieven gericht op nieuwe energiebronnen en/of energiebesparingen. Op het gebied van landschap en natuur wil het Limburgs provinciebestuur burgers en bedrijven stimuleren om bij te dragen aan het landschapsbeheer waarvoor het provinciale bestuur een landschapsfonds opricht. Behalve het zoeken naar aanknopingspunten bij de nieuwe (politieke) milieu- en natuurthema’s, zullen KBL-eigenaren ook in de gaten moeten houden hoe verschillende provincies zoals Friesland, Groningen en Zeeland in de komende jaren hun provinciale Omgevingsvisies gaan vernieuwen. Omdat deze visies in de komende jaren belangrijke beleidskaders vormen voor ruimtelijke veranderingen, is voor KBL-eigenaren en/of hun belangenorganisaties belangrijk om deel te nemen aan de discussies hierover.

Dit artikel is een gevolg van het uptodate maken van de provinciale beleidsinformatie op de vernieuwde website van sKBL. Door zijn beknoptheid pretendeert het geen uitputtende analyse te zijn. Iedere lezer met aanvullende kennis en inzichten over zijn of haar provincie (vooral als dit duurzaamheid en energietransitie betreft) nodig ik graag uit die kennis met sKBL te delen. In een vervolgartikel verwerk ik met plezier uw reacties. Dat is zonder meer interessant omdat alle provincies in de komende coalitieperiode hun akkoorden zullen vertalen naar concrete beleidsprogramma’s en subsidieregelingen. Voor KBL belangrijke of kansrijke ontwikkelingen bij de ene provincie kunnen via de voorgestelde kennisdeling ook van invloed worden voor andere provincies.

Voor sKBL zijn uw reacties welkom bij: rob.berends@planet.nl

Scroll naar boven