Net buiten Zwolle ligt Soeslo, een historisch landgoed met een statig 17e-eeuws landhuis en rondom een prachtig parkbos van bijna 150 jaar oud. Kenmerkend aan het landgoed is de historische slingervijver, die lange tijd niet meer zichtbaar was. Maar, door slim in te spelen op naastgelegen bouwwerkzaamheden, is de slingervijver nu weer in historische staat hersteld en is de biodiversiteit in het gebied enorm toegenomen.
Soeslo is gelegen aan de N35, ten zuiden van Zwolle. Voorheen was die weg een belangrijke handelsroute tussen Zwolle en Ootmarsum. Het is een nat en drassig gebied. Aan de west- en zuidkant va het landhuis bevindt zich een parkbos met diverse soorten bomen en statige lanen. Aan de noordkant van het landhuis bevindt zich een uitgestrekt en bloemrijk hooiland. In de 17e eeuw lag daar de lange en kaarsrechte toegangslaan, passend bij de geometrische stijl die in die tijd gebruikelijk was. Begin 1800 is het landgoed aangepast aan de landschapsstijl. De oude oprijlaan wordt eerst een natte zichtas en later een lange slingervijver. Eind 20ste eeuw wordt deze slingervijver steeds verder dichtgeschoven, zodat er grond beschikbaar komt om op te boeren.
We lopen met Carin de Cloé, Landschap Overijssel, een rondje over Soeslo. “Soelso vind ik zo bijzonder omdat het nog redelijk onontdekt is. Het is hier heel rustig.”. Het landgoed is vroeger vooral gebruikt als plek voor recreatie. Verder was gras de belangrijkste opbrengst.
Van nat hooiland naar droogte
Vroeger was op Soeslo het hooiland soms zo nat was, dat het niet eens een keer per jaar gemaaid kon worden. Nu is de grond er veel droger dan eerst. Soeslo ligt in een landbouwenclave. Door de landbouw wordt veel water afgevoerd. Soorten als de kievietsbloem en de kamsalamander waren al lange tijd niet meer te zien. Het kleine beetje natte natuur dat er nog was, was niet robuust genoeg om de huidige biodiversiteit in stand te houden. Ecologen van Landschap Overijssel wilden graag de natte natuur weer terugbrengen.
Van bedreiging naar kans
Carin vertelt dat Rijkswaterstaat de naastgelegen N-weg ging verleggen en verbreden, een stuk naar het landgoed toe. Dat betekende ook dat een stukje van het landgoed ingeleverd moest worden. Daarvoor lagen er meerdere scenario’s, en gelukkig is voor relatief minder ongunstig scenario gekozen: “Je weet dat dat gaat gebeuren, en het is een rijksbeschermde buitenplaats. Wel hebben we ervoor gezorgd dat belangrijkste erfgoedwaarden en de routes voor vleermuizen behouden blijven. Daarvoor zijn borden boven de weg geplaatst die de vleermuizen aanzien voor boomkruinen, waarmee ze hun routes weer kunnen terugvinden”.
Rijkswaterstaat klopte aan bij Landschap Overijssel om grond te graven op het landgoed. Aanvankelijk had de ecoloog van Landschap Overijssel voorgesteld om aan de zuidkant van het landgoed, waar de grondt het hoogst is, het land weg te graven. Maar, dat vonden Carin en de erfgoedspecialist van Landschap Overijssel geen goed idee: “Dan graaf je letterlijk de grond onder het landgoed vandaan”. Dat stuk grond ligt het hoogst en heeft in de historie van het landgoed altijd het meest opgebracht.
Van bedreiging naar kans
Carin vertelt dat Rijkswaterstaat de naastgelegen N-weg ging verleggen en verbreden, een stuk naar het landgoed toe. Dat betekende ook dat een stukje van het landgoed ingeleverd moest worden. Daarvoor lagen er meerdere scenario’s, en gelukkig is voor relatief minder ongunstig scenario gekozen: “Je weet dat dat gaat gebeuren, en het is een rijksbeschermde buitenplaats. Wel hebben we ervoor gezorgd dat belangrijkste erfgoedwaarden en de routes voor vleermuizen behouden blijven. Daarvoor zijn borden boven de weg geplaatst die de vleermuizen aanzien voor boomkruinen, waarmee ze hun routes weer kunnen terugvinden”.
Rijkswaterstaat klopte aan bij Landschap Overijssel om grond te graven op het landgoed. Aanvankelijk had de ecoloog van Landschap Overijssel voorgesteld om aan de zuidkant van het landgoed, waar de grondt het hoogst is, het land weg te graven. Maar, dat vonden Carin en de erfgoedspecialist van Landschap Overijssel geen goed idee: “Dan graaf je letterlijk de grond onder het landgoed vandaan”. Dat stuk grond ligt het hoogst en heeft in de historie van het landgoed altijd het meest opgebracht.
Al langer leefde de wens om in het hooiland de historische slingervijver te herstellen en de natte natuur te laten terugkeren. Landschap Overijssel stelde voor om de grond uit het hooiland, daar waar de slingervijver lag, aan Rijkswaterstaat aan te bieden. Er zijn monsters genomen de grond bleek goed genoeg te zijn. Aan Rijkswaterstaat is gevraagd om de slingervijver, in overleg met de ecoloog, op drie verschillende dieptes uit te graven, zodat er verschillende biotopen ontstaan. Die zijn aantrekkelijk voor insecten en amfibieën. Daarnaast zijn er diverse stuwtjes geplaatst, om zo het landbouwwater met daarin veel stikstof buiten het perceel te houden, en de slingervijver goed gevuld te kunnen houden.
En dat met succes: “We zien de vegetatie, het aantal insecten en kikkers enorm toenemen. Er hebben de afgelopen tijd veel broedvogels gezeten. Er is laatst zelfs weer een kamsalamander gezien.”. En dat zonder kosten van het vergraven. Vanuit Landschap Overijssel waren vooral de ecoloog, erfgoedspecialisten en de beheerder betrokken. De erfgoedspecialist hebben de contouren van de slingervijver in het veld uitgezet voor het team dat ging graven. Voor de uitvoering had Rijkswaterstaat zelf een groot projectteam, waar de beheerder en rentmeester nauw bij betrokken waren.
Lange termijn plan noodzakelijk
De grootste uitdaging is volgens Carin het beheer op de lange termijn. Door de opwaardering van het landgoed, komt er een groot stuk aan natuurgebied bij wat beheerd moet worden. Zeker in de eerste jaren, wanneer er veel pionierssoorten te vinden zijn, is het beheer intensief. Daar is geld en mankracht voor nodig. Het is belangrijk om daar al vroeg in het project over na te denken: “Als je aan het einde nog komt de boodschap dat je nog een tijd nodig hebt om het beheer achteraf te regelen, dan haal je alle positieve energie die er tot dan toe is uit het project.”.
‘Als je aan het einde nog komt de boodschap dat je nog tijd en geld nodig hebt om het beheer achteraf te regelen, dan haal je alle positieve energie die er tot dan toe is uit het project.’
Visie-vorming doet Landschap Overijssel door de waarden natuur, erfgoed, beleving en economisch in een matrix tegen elkaar af te zetten. Er wordt een indexering gemaakt van de huidige situatie, en van de gewenste situatie. Op basis daarvan wordt de wensen en kansen van natuur, erfgoed, beleving en economie in kaart gekeken op welk gebied de prioriteit ligt. Bij Soeslo wilde de organisatie investeren in de natuurwaarden. Met de bouwwerkzaamheden van Rijkswaterstaat kwam daar dus een goede gelegenheid voor.
Wortels in het verleden, blik op de toekomst
We vragen Carin naar de belangrijkste les die zij heeft geleerd. Ze vertelt: “Het is van grote waarde als je hebt nagedacht over wat de essentiële aspecten zijn van het landgoed. Als je de historie kent, kan je op grond daarvan kansen die zich voordoen benutten en meerwaarde voor het landgoed creëren. Doordat we wisten dat er vroeger een slingervijver lag, wisten we dat we daar de grond juist goed konden missen. Als we aan de andere kant van het landgoed grond hadden weggevragen, was de grond onder het landgoed vandaan gegraven.”. Doordat Landschap Overijssel goed wist welke aspecten van het landgoed belangrijk zijn, konden zij een voorstel doen aan Rijkswaterstaat wat zowel ten goede kwam als de natuurwaarden als de erfgoedwaarden.
Voor de toekomst weet Carin nog niet goed waar het met het landgoed naar toe gaat. Aan de ene kant wil ze graag dat het landgoed meer wordt gezien, juist omdat het er zo mooi is. Aan de andere kant wil ze graag het rustige karakter van het landgoed behouden. Het landgoed leent zich niet voor veel bezoek, en is nu nog een geheim pareltje net buiten Zwolle. Die uitdaging zal in de toekomst alleen maar groter worden als Soeslo zich verder ontwikkelt tot een robuuste biotoop.
‘Het is van grote waarde als je hebt nagedacht over wat essentieel is aan het landgoed. Als je de historie kent, kan op grond daarvan beslissingen maken. Wortels in het verleden, met het oog op de toekomst. Wat maakt het specifiek en anders dan mijn buurman. Continu bijsturen met dat gedachtegoed in je achterhoofd.’