Pionier in de praktijk
Net buiten Barneveld, in de Gelderse Vallei, ligt landgoed Groot Bylaer, een boerenlandgoed met een oppervlakte van bijna 60 hectare. Groot Bylaer bestaat voor de helft uit agrarisch terrein. De andere helft bestaat uit natuur, waaronder een prachtige slingerende beek en beekdalbosjes. Door verdroging staan vooral de bomen op het landgoed onder druk. Maar door een intensieve samenwerking tussen eigenaar, pachter en waterschap wordt de droogteproblematiek op een adequate manier aangepakt.
Groot Bylaer is rond 1900 ontstaan uit een eeuwenoud ‘coulissenlandschap’ en is, samen met Landgoed Klein Bylaer en Landgoed Erica Zuid, onderdeel van de landgoederengroep Paradijs. Door het gebied stromen de Grote- en de Kleine Barneveldse Beek. Het is een zanderig gebied, wat wordt gekenmerkt door dekzandruggen en beekdalen. Het grondwatersysteem is er uniek ten opzichte van de rest van Nederland vanwege de ligging van Groot Beylaer naast de zogenaamde Veluwse ‘zoetwaterbel’, een enorme waterbron die tien keer zoveel water bevat als het IJsselmeer. Het water in de bel is tientallen meters hoog en genereert waterdruk, onder andere richting de Gelderse vallei, waar het omhoog komt als kwel. Zo ook op dit landgoed.
Groot Bylaer is een divers landgoed. Op het grondgebied is er veel afwisseling tussen bos, extensief en intensiever gebruikt weiland , houtwallen, sloten, bouwland, heide, hoger gelegen percelen en natte natuur. Die afwisseling, waarin natuur en landbouw naast elkaar bestaan, bepaalt in belangrijke mate de cultuurhistorische waarde van het landgoed.
Op het landgoed spreek ik Pieter Cremers, Henk van de Berg en Maarten Veldhuis. Pieter is, samen met zijn twee broers, de eigenaar van Groot Bylaer. Henk is pachter van een deel van het terrein, waar hij samen met zijn broer en ouders een boerenbedrijf runt. Zijn familie pacht de landbouwgronden al sinds 1939. Maarten is adviseur veerkrachtig watersysteem en accountmanager terrein beherende organisaties en landgoederen bij Waterschap Vallei en Veluwe. Alle drie de heren zijn in een andere rol betrokken bij Groot Bylaer, en toch hebben ze een gezamenlijk doel: het landgoed toekomstbestendig houden en zo goed mogelijk doorgeven aan volgende generaties.
Hitte, droogte en regen
Droogte en hitte is niet nieuw, leggen de heren uit. Wat wel nieuws is, is dat de weersomstandigheden zo heftig en zo snel wisselen. Pieter (eigenaar): “Dat is niet goed voor de bomen. Een eik moet rustig 600 jaar kunnen groeien. Deze eiken staan er pas ongeveer 100 jaar.” Op het landgoed zijn de eerste gevolgen van de klimaatverandering zichtbaar. Pieter vindt de staat van de bomen verontrustend. Er staan meerdere zieke bomen langs de beek en alle essen langs de beek gaan dood. Dat is een teken dat hun weerstand niet goed is geweest. Dat komt door de wisseling tussen nat en droog, en door verzuring.
Ook Henk (pachter) ziet klimaatverandering vooral terug in hoe bomen zich de laatste jaren ontwikkelen: “Soms gaan bomen ineens dood. Dat is raar.” Henk legt uit dat het in de laatste jaren steeds belangrijker is geworden om water vast te houden. Zeker sinds de laatste vijf jaar, nu er een aantal achtereenvolgende droge jaren zijn geweest. Daarvoor was droogte in Nederland nooit zo’n probleem en was het doel altijd om water vooral af te voeren. In de laatste jaren is er steeds meer aandacht voor het vasthouden van water. Een van de redenen is het veranderende klimaat, maar ook op allerlei andere manieren wordt er grootschalig water onttrokken uit de bodem. Bijvoorbeeld voor drinkwater, door de bomen en planten en voor de gewassen die op het landgoed worden verbouwd. Die gewasteelt vormt een essentiële inkomstenbron voor het boerenbedrijf, maar heeft een nadelig effect op de waterstand. Het is dus van belang dat de bodem meer water opneemt, dan de gewassen aan de bodem onttrekken. Bovendien is de natuur eentoniger geworden door het verbouwen van gewassen. En ook dat maakt de natuur minder robuust.
De eiken op de Veluwe vindt Maarten (waterschap) schrikbarend: “Als je naar boven kijkt, kijk je zo door de kronen heen.” Maarten vult aan dat ook verzuring een probleem is voor de bomen. Door de regen spoelen de mineralen uit de bodem weg. Bossen met bijvoorbeeld fijnsparren gaan daardoor tegen de vlakte. Daar is al zo’n 30 jaar sprake van, maar gaat door de verdroging nu sneller. “Er een vrij ‘labiel’ systeem gecreëerd als het om water gaat. De natuur is niet meer de spons die het water opneemt en langzaam weer loslaat. Water wordt nu snel afgevoerd, terwijl het water juist moet worden vastgehouden.”
‘Er is een vrij ‘labiel’ systeem gecreëerd als het om water gaat. De natuur is niet meer de spons die het water opneemt en langzaam weer loslaat. Water wordt nu snel afgevoerd, terwijl het water juist moet worden vastgehouden.’
Stuwdammen
Een manier om water vast te houden, is door het plaatsen van stuwen. Door water in watergangen op te stuwen, kan samen met de kweldruk verdroging gedeeltelijk worden tegengegaan. Daarom is in 2020 vanuit het waterschap de regeling ‘Watersparen’ opgezet. Het waterschap stimuleert én subsidieert met deze regeling pachters en eigenaren bij het nemen van maatregelen die eraan bijdragen dat water kan worden vastgehouden. Bijvoorbeeld door het aanleggen van stuwen en het minder diep maken van watergangen. Maarten heeft bij de lancering van die regeling contact gezocht met veel landgoederen. Zo kwam hij erachter dat Groot Bylaer graag iets wilde doen met het water op het landgoed. Maarten, Henk en Pieter zijn vervolgens met elkaar in gesprek gegaan en uiteindelijk zijn er vijf stuwen geplaatst.
Die stuwen zorgen ervoor dat het water beter wordt vastgehouden. Maarten: “Met de stuwen maak je een soort bakjes. Het water in de beek wordt zo iets hoger, of zakt minder snel. Door meerdere stuwen te plaatsen, kan je als het ware een trapje van water maken en hou je het water langer in de bodem vast.” De stuwen kunnen verdroging niet volledig tegengaan, maar het valt de heren wel op dat de sloten het water beter vasthouden dan voorheen. Ze zien dat er meer water wordt gebufferd op het landgoed en dat is heel belangrijk voor onder andere de vitaliteit en ontwikkeling van bomen. De ontwikkeling van bomen duurt lang, dus het is nog te vroeg om echt te kunnen zeggen dat de bomen beter groeien dan voor de stuwen. Maar, in ieder geval is het watersysteem klimaatrobuuster gemaakt, waardoor de ontwikkeling van bomen kan verbeteren. Erfgoedbehoud en het natuurlijke functioneren van bodem en water gaan hier dus samen op.
Het plaatsen van de stuwen is niet de enige maatregel die is genomen om Groot Bylaer klimaatrobuuster te maken. Henk vertelt dat hij sommige mestsoorten, die de bodem verder verzuren, niet meer wil gebruiken. Die tasten het organische stof in de bodem aan. Dat organische stof is weer het voedsel voor het bodemleven. Bodemleven zorgt voor ruimte in de bodem, wat ervoor zorgt dat water wordt opgenomen en langer wordt opgeslagen. Een bodem met organische stof houdt het water dus beter vast bij droogte en voert het sneller af bij natte tijden. Zo wordt de bodem een spons. En, zegt Henk, kun je op een gezonde bodem gerust kunstmest strooien, doordat de meststoffen dan beter worden opgenomen en benut. Een gezonde bodem heeft bovendien een positieve invloed op de kwaliteit van het ruwvoer.
‘Mijn doel voor de toekomst, is dat landbouw en natuur zo veel mogelijk in harmonie zijn met elkaar. Dat hoort bij dit landgoed.’
Kortom: het nemen van klimaatrobuuste maatregelen draagt tegelijk bij aan de toekomstbestendigheid van het boerenbedrijf. Het boerenbedrijf draagt volgens alle drie de heren een belangrijke bijdrage aan de cultuurhistorische waarde van Groot Bylaer, die ze graag willen behouden. Pieter: “Mijn doel voor de toekomst, is dat landbouw en natuur zo veel mogelijk in harmonie zijn met elkaar. Dat hoort bij dit landgoed.”
Een bijzondere samenwerking
Het klimaatrobuust maken van de waterhuishouding op Groot Bylaer is dus zowel belangrijk voor eigenaar, pachter als waterschap. En het is precies deze samenwerking, die hen tot pioniers maakt! .
De kracht van die samenwerking is dat zij inzien dat ze alle drie uiteindelijk hetzelfde doel hebben: het landgoed zo goed mogelijk in stand houden voor toekomstige generaties. Maarten: “Erg bijzonder hoe alles bij elkaar komt hier. Grondeigenaar, pachter en waterschapper pakken het samen op. Water vasthouden kan alleen als de belangen van grondeigenaar, pachter en waterschapper samensmelten”
Pieter, Henk en Maarten benadrukken dat het dan wel belangrijk is dat je over eventuele vooroordelen heen stapt. Henk vertelt dat in de jaren 80 boeren absoluut niet open stonden voor het vasthouden van water. “Boeren zijn juist gebaat bij een droog land. Maar, de tijden zijn veranderd.” Henk heeft zelf het plan gemaakt voor de stuwen, en de stuwen ook zelf geplaatst met behulp van subsidie vanuit het waterschap. En met succes. De offerte van Henk was beter en goedkoper dan de andere offertes. Pieter: “Je laat mensen die het gebied kennen het werk doen en zo krijg je allemaal slimme oplossingen.”
‘Je laat mensen die het gebied kennen het werk doen, en zo krijg je allemaal slimme oplossingen.’
De belangrijkste les
Wat heel belangrijk is bij zo’n samenwerking, is dat er iemand is die met veel enthousiasme de plannen brengt. In deze samenwerking is dat Maarten, die zich vanuit het waterschap gepassioneerd inzet voor alles wat met water te maken heeft. De opgave waar hij voor staat, is dan ook groot: “De uitdaging is, dat het gaat om een systeem. Je moet eigenlijk het hele systeem weer veerkrachtig maken, van bron tot monding en over de hele breedte van een beekdal, anders neem je maatregelen die te weinig bijdragen aan het geheel. Daarom zijn er veel partijen nodig, over het gehele beekdal, om constructieve maatregelen mogelijk te maken. Het is belangrijk dat die positieve energie behouden blijft, dat de focus blijft op de lange termijn, en dat je altijd kijkt naar wat wél kan.”
‘Het is belangrijk dat die positieve energie behouden blijft, dat de focus blijft op de lange termijn, en dat je altijd kijkt naar wat wél kan.’