Pionier in de praktijk
In het Overijsselse Delden ligt landgoed Twickel, misschien wel het meest bekende landgoed in Nederland. Kenmerkend voor Twickel is het enorme historische tuinencomplex, waarin verschillende stijlen naast elkaar te zien zijn. Vanwege het extremere weer gaat de vitaliteit van het groen hard achteruit. De planten worden daardoor vatbaarder voor ziektes en vallen uit. Door proefvlakken in te richten, wordt op het landgoed getest welke planten het best bestand zijn tegen het veranderende weer. Zo wordt kennis opgedaan die nodig is om het groene erfgoed aan een volgende generatie door te kunnen geven.
Landgoed Twickel telt zo’n 4500 hectare en ligt op hoge, droge zandgronden, met af en toe wat keileem. Kasteel Twickel, de kern van het landgoed, wordt nog steeds bewoond. Daaromheen ligt het historische tuinpark, waarin verschillende tuinstijlen te zien zijn. Loop je er doorheen, dan loop je door vijf eeuwen tuingeschiedenis. Op deze schaal vind je nergens anders in Nederland zulke diverse tuinstijlen bij elkaar, zo goed bewaard.
Het landgoed is eigendom van Stichting Twickel. De stichting heeft de status professionele organisatie voor monumentenbehoud. Voor het pioniersverhaal gaan we in gesprek met Renske Solkesz, hoofd groen, en tuinbaas Rick Mensink. Beide delen een grote passie voor het landgoed en voor het groene erfgoed. Renske: “Het is een beleefbaar kunstwerk. De huidige vorm is een optelsom van stijlen. Soms kijk je door naar vijf eeuwen geleden, en andere delen zijn misschien twintig jaar geleden in deze vorm ontstaan. Ook die delen zijn van waarde. Altijd wordt de tuin aangepast met aandacht voor datgene wat er daarvoor was.” Rick: “Het onderhoudsniveau ligt hier op een hoog peil en er is veel tijd om dat in stand te houden. En ook om het weer terug te restaureren naar zoals het was. Dat vind ik heel bijzonder.”
We raken niet snel uitgepraat over wat Twickel zo bijzonder maakt. Renske: “De schaal, de aandacht voor kwaliteit, de samenhang. En het besef dat alles hier al zo lang staat. Je bent eigenlijk een passant in de tijd. Er zijn allerlei generaties die voor Twickel gezorgd hebben. Daar doe je dan je eigen kleine stukje bij en dan hoop je dat je het goed kan doorgeven aan de volgende generatie. Je werkt aan iets wat er was voordat jij er was, en wat er nog lang zal zijn nadat jij er bent geweest. Je staat in dienst van het geheel hier.” Rick: “Eigenlijk ben je hier maar heel even.”
“Je bent eigenlijk een passant in de tijd. Er zijn allerlei generaties die voor Twickel gezorgd hebben. Daar doe je dan je eigen kleine stukje bij, en dan hoop je het goed kan doorgeven aan de volgende generatie. Je werkt aan iets wat er was voordat jij er was, en wat er nog lang zal zijn nadat jij er bent geweest. Je staat in dienst van het geheel hier.”
De meest bijzondere tuin in het park is volgens Rick en Renske de tuin van Poortman. Hugo Poortman legde de formele tuin aan, met geometrische vakken en snoeifiguren. Ook de rotstuin van de laatste barones van Twickel is opvallend, een siertuin in Victoriaanse stijl. Alle losse tuinen zijn kenmerkend voor de tijd waarin ze zijn aangelegd en vormen samen het huispark. Renske: “Het is een ensemble. Er zitten een aantal elementen in, die als een soort kamers van een gebouw fungeren. De tuin van Poortman en de rotstuin kun je zien als een tuin in een tuin, ieder met een heel andere sfeer.”
Ziektes in bomen en planten
Door de droge jaren van 2018 en 2019 hebben bomen en planten een enorme klap gekregen. In de jaren daarna is het groen onvoldoende hersteld en is de vitaliteit achteruit gegaan. De effecten van klimaatverandering zijn dus ook op Twickel zichtbaar. Rick: “Ziektes, daar begint het mee. We zagen dat bij de Rhododendrons, toch een heel sterke groep planten. In het voorjaar van 2022 kregen we de waarschuwing van de taxuskever. Daarnaast zie je bij ons op flink veel plekken bladvlekken. Dan heb je te maken met de ziekte phytophthora en die komt vanuit de wortels. Je weet dan dat er iets met de grond aan de hand is. Dit soort ziektes ontstaan doordat planten veel minder vitaal zijn, en dat komt echt door de jaren 2018 en 2019.” De ziektes waren er eerder soms ook wel, maar Rick en zijn hoveniers merken dat ze nu veel sneller optrekken, en op veel grotere schaal. “We zien de meeste problemen met de wintergroene planten zoals de Skimmia, de Rhododendron en de Aucuba. Die leggen allemaal het loodje door de phytophthora.”
De schade aan planten en bomen is moeilijk te beheersen. Twickel bestrijdt de Buxusmot en de buxusschimmels met biologische gewasbescherming. De bomen en struiken in het park worden niet behandeld. Dat is niet uitvoerbaar. Rick: “De buxusschimmels worden steeds resistenter tegen de middelen die je gebruikt. En er komen steeds andere ziektes en plagen bij. In het najaar van 2023 is de kommaschildluis erbij gekomen. Die hebben we ook niet eerder waargenomen.” Doordat een enkele soort uitvalt, kan ook een kettingreactie ontstaan die leidt tot uitval van andere soorten: “Als er een grote beuk omvalt, en dat gebeurt nu veel, dan heeft dat als gevolg dat de groep Rhododendrons daarachter volledig in de zon staat. Die planten hebben het al moeilijk. Als die dan ook wegvallen, heb je er weer een gat bij.”
Daardoor staat het groene erfgoed op Twickel onder druk. Renske: “Zo’n landschapspark is met een bepaald beeld opgebouwd en bestaat uit een combinatie van donkere vlakken, lichte vlakken, grote bomen en open vlaktes. Daarbij horen plantensoorten die een functie vervullen in dat beeld. Als die planten uitvallen, dan valt dus eigenlijk het geraamte van je park uit elkaar. Het landschap is een unieke beleving en daar hebben de planten een heel belangrijke functie in.”
“Als die planten uitvallen, dan valt dus eigenlijk het geraamte van je park uit elkaar. Het landschap is een unieke beleving en daar hebben de planten een heel belangrijke functie in.”
Hoewel klimaatadaptatie van groen vaak gaat over planten van inheemse soorten, is dat voor het tuinpark geen optie. Renske: “Het beheer van het tuinpark is echt iets heel anders dan het beheer van de rest van het terrein. De focus in het terreinbeheer buiten het park is gericht op het ondersteunen van biodiversiteit. Daar planten we inheemse soorten die tegen het veranderende klimaat kunnen en die veel opleveren voor de insectenpopulaties en vogels. Maar zo’n park heeft vanuit de cultuurhistorie en heel andere functie.” Rick “Inderdaad. Die exoten zijn heel belangrijk voor dit type parken. Die zijn erin gezet om te imponeren. Het was een must have om dat soort planten erin te hebben.”
Proefvlakken
Als antwoord op het extreme weer en het bedreigde groene erfgoed, pionieren Renske en Rick door actief kennis op te doen over soorten die het goed doen in het veranderende klimaat. Renske: “We zijn echt zoekende naar welke plantensoorten geschikt zijn en tegelijkertijd passen binnen het cultuurhistorische beeld dat we in de tuin willen hebben. Dat kan je niet op maandag planten en op vrijdag al zien wat het resultaat is. Daar gaan jaren overheen.” Rick heeft daarom recentelijk meerdere proefvlakken ingericht met kanshebbers. Het idee is dat na vijf jaar de tuinbaas een realistisch beeld heeft van hoe de verschillende struiken in de verschillende proefvlakken het doen.
Het gaat om vier proefvlakken in totaal, verspreid over het park. De proefvlakken zijn zo’n vijftig vierkante meter groot en zijn samen een goede doorsnede van het park. De grond in de vlakken is tot een vergelijkbaar niveau gebracht. De vlakken variëren met name in de hoeveelheid licht die er op valt en de warmte die daardoor ontstaat op de bodem. Zo is één van de vlakken naast de houtsnipperketel, die heel het kasteel verwarmd (zie foto). De verbranding van het hout warmt de grond op. Zo kan worden gekeken welke planten het goed doen bij een zeer warme bodem.
In de proefvlakken worden verschillende struiken geplant. Voor de keuze van de struiken maakt Rick gebruik van de plantenlijst van Petzold, voormalig landschapsarchitect van het park. De lijst komt uit de 19e eeuw. Met die lijst weet de tuinbaas welke planten er ooit hebben gestaan en dus passen in de historie van het landgoed. Vervolgens kijkt hij of ze er nog steeds staan en of ze nog verkrijgbaar zijn. “En er zit één nieuwe bij. Die heb ik zelf verzonnen. Tuinbazen mogen ook nieuwe soorten inbrengen!”
De resultaten zijn positief, al geeft Rick wel aan dat de laatste jaren gunstig zijn geweest voor de natuur. Daardoor doen alle planten het wat beter. Het is dus wachten op weer een droog jaar, om te zien hoe de planten in de verschillende vlakken daarop reageren. Het belang van kennisopbouw is namelijk groot. Rick: “Ik wil meerdere opties hebben. We hebben hier te maken met een unieke beplanting. Die moet ik in stand houden. Zo niet, dan moet ik zorgen dat er iets komt wat erop lijkt en ook de komende jaren goed kan groeien. Ongeacht het veranderende weer.”
“Ik wil meerdere opties hebben. We hebben hier te maken met een unieke beplanting. Die moet ik in stand houden. Zo niet, dan moet ik zorgen dat er iets komt wat erop lijkt, en ook de komende jaren goed kan groeien. Ongeacht het veranderende weer.”
Pionieren door kennisopbouw
Het opdoen van specifieke en praktijkgerichte kennis, is pionieren op het gebied van klimaatadaptatie van groen erfgoed. Renske: “Het motto van de stichting is ‘hetzelfde blijven door te veranderen’. En dat is precies wat we doen. Continu overal kijken, onze kennis verbreden, dingen uitproberen.”
Wat opvalt op Twickel, is de professionaliteit van de methodiek die wordt gebruikt met de proefvlakken en de passie waarmee over de proefvlakken wordt verteld. Rick: “Het zou mooi zijn als we de problematiek die we nu bespreken, een beetje kunnen tackelen. Dat we die extremen beter kunnen opvangen.” Renske: “We willen onze eigen kennis en kunde ontwikkelen. Die gereedschapskist aan wat je allemaal kunt doen in zo’n tuin, die willen we goed vullen. Dan kan je uit meerdere strategieën kiezen. Het is een gegeven dat het klimaat verandert. Waar het om gaat is om binnen die context, dat wat ons in bewaring is gegeven ook daadwerkelijk te bewaren en weer over te dragen aan een volgende generatie.”
“Die gereedschapskist aan wat je allemaal kunt doen in zo’n tuin, die willen we goed vullen. Dan kan je uit meerdere strategieën kiezen. Het is een gegeven dat het klimaat verandert. Waar het om gaat is om binnen die context, dat wat ons in bewaring is gegeven ook daadwerkelijk te bewaren en weer over te dragen aan een volgende generatie.”
De proef bevalt goed. Binnenkort worden de vlakken groter gemaakt en komen er een aantal soorten bij. Rick hoopt dat met de kennis die in de proefvlakken wordt opgedaan, een uitweg gevonden kan worden voor de ziektes. Ziektes zijn vrijwel niet te behandelen, maar woekeren uit. Sommige ziektes zitten in de grond, anderen in de plant zelf. Een gezonde plant is minder vatbaar voor ziektes. Rick: “Op het moment dat we extreme situaties krijgen, waarin een plant echt het uiterste wordt gevraagd, leggen de gunstige schimmels (mycorrhiza) het loodje. Die schimmels geven vaak een bescherming van het wortelgestel. Zonder die gunstige schimmels krijgen parasieten en ziektes veel meer kans. Het begint en eindigt dus bij een heel gezonde bodem. Daar doen we dan ook alles aan.” Rick benadrukt dat mulchen heel belangrijk is: het bedekken van de bodem met plantaardig materiaal, zoals bladafval. Daardoor is de grond bedekt en verdampt er minder water: “In een bos in de natuur, bouwt de bodemkwaliteit van bovenaf op. Bladeren vallen op de grond en die worden in de natuur niet omgespit. Dat doet het bodemleven. De wormen en kevers trekken het naar beneden en eten het op. Dat zorgt voor een rijke bodem en dus ook gezonde bodem.”
“Op het moment dat we extreme situaties krijgen, waarin een plant echt het uiterste wordt gevraagd, leggen de gunstige schimmels het loodje. Die schimmels geven vaak een bescherming van het wortelgestel. Zonder die gunstige schimmels krijgen parasieten en ziektes veel meer kans. Het begint en eindigt dus bij een heel gezonde bodem. Daar doen we dan ook alles aan.”
Op een andere plek laat Rick buxus groeien, zonder er ook maar iets aan te doen. Hij bemest, knipt en bewaterd de buxus niet: “In die verwaarlozing kan ik veel beter de kwaliteit van de struiken doorzien.” Rick kijkt onder andere naar de winterhardheid van de buxus. “Er zit er eentje bij, die blijft heel mooi compact en doet het heel goed op deze grond. Daar gaan we op een andere plek mee verder. Dat wordt een stuk van 45 strekkende meter.” Renske: “Wat Rick doet, is die verschillende buxusplanten gewoon observeren. Dat is juist zo leuk. Er zijn allerlei dingen die we kunnen doen om de plant goed te laten groeien, maar eigenlijk wil je weten wat je basismateriaal is. Dat is super belangrijk en wordt alleen maar belangrijker doordat de omstandigheden steeds extremer worden.” De kennis is nu nog niet voldoende voor handen. Daarbij hebben kwekers en verkopers van planten altijd een financieel belang. Renske: “Bij ons is dat dan niet goed genoeg. We willen het zélf weten.”
De belangrijkste les
Bij ieder pioniersverhaal vragen we de belangrijkste les die de pioniers aan andere eigenaren, beheerders en tuinbazen willen meegeven. De belangrijkste les van Twickel, is dat je vooral aan de slag moet: goed samenwerken en zelf de touwtjes in handen pakken om een antwoord te kunnen geven op klimaatverandering. Renske: “Ik denk dat het gewoon onwijs belangrijk is dat je elkaar binnen zo’n organisatie vertrouwt en op elkaars kennis kunt bouwen. Ik heb er vertrouwen in dat Rick dit op een goede manier aanpakt. En ik ben het heel erg eens met zijn gefaseerde werkwijze.” Rick: “Blijven proberen is het allerbelangrijkste. Nooit stilstaan en ook niet afwachten.”
“Blijven proberen is het allerbelangrijkste. Nooit stilstaan en ook niet afwachten.”