Pionier in de praktijk
Gracht steeds vaker droog
‘Ooit stonden er vier beuken’, vertelt Eelco. ‘De enten ervan zijn rond 1817 meegenomen door een van de voorvaders van de familie die te paard vertrok naar het oosten met de legers van Napoleon.’ Twee van de beuken hebben de 200 jaar niet gehaald. Of dat met veranderend klimaat te maken heeft, is niet te zeggen, maar feit is wel dat de gracht rond het landhuis steeds vaker droog staat, en dat heeft zeker met de droogte te maken, aldus Eelco. ‘Reden om mijn vinger op te steken toen er vanuit het lokale landgoederenoverleg de mogelijkheid langskwam om middels een pilot samen met het waterschap, natuurorganisaties en belangengroepen een visie op de toekomst te maken.’
Water lozen én bergen
Een onderzoek naar waterbeheer wordt een van de pijlers in die visievorming. De Baakse Beek, die als een ketting door verschillende landgoederen loopt, komt centraal te staan in de toekomstplannen voor wat de Landgoederenzone Baakse Beek wordt genoemd. Eelco: ‘Vroeger was de Achterhoek grotendeels  veenmoerasgebied. Dat maakte het een kletsnat gebied, en dus is er van alles gedaan om het droger te krijgen. Nog maar honderd jaar geleden zijn grote delen ontgonnen ten behoeve van de landbouw. En met succes! Het systeem bleef echter ingericht om het water zo snel mogelijk af te voeren. Maar nu, met intensieve regenbuien en lange periodes van droogte, past het niet meer. We moeten inmiddels op twee borden schaken: zowel water kunnen lozen, als bergen en infiltreren voor de droge perioden. En dat is nu de uitdaging voor het Baakse Beek systeem. Voor dat schakelen heb je onder andere land nodig. En dat hebben de landgoederen. Veel hectares om water te bergen, en daar gaan we nu naar kijken.’
“We moeten op twee borden schaken: zowel water kunnen lozen als bergen voor droge perioden”
Een opgeleide beek
Eelco neemt ons mee over het landgoed naar de plek waar de Baakse Beek vroeger gestroomd heeft. Het gezelschap houdt stil bij een houtwal, waar je kunt zien dat er een nieuwe waterloop is gecreëerd. Of eigenlijk, een oude hersteld. ‘We kijken nu naar één van de ooit door mensen gestuurde beeklopen, waarvan nog gedeelten herkenbaar waren. Het water is vanuit het naastgelegen landgoed de Wiersse afgetakt en krijgt zo weer zijn oorspronkelijk verloop over ’t Medler. Tijdens cultuurhistorisch onderzoek was er in hoogtekaarten een wallichaam te zien dat door het landgoed heen liep, door deze houtwal. Het was nooit herkend, maar het bleek een opgeleide beek te zijn. Een systeem om de gracht rond het huis te voeden, die boven het maaiveld ligt. Als wij die opgeleide beek herstellen, hebben we dit vast aangelegd vanuit de Wiersse, met een aquaduct om het water richting de gracht te krijgen. Een mooie bijvangst van het project.’
Van landbouw- naar natuurgebied
Want een klimaatrobuust landgoed betekent veel meer dan alleen beekherstel. Zo’n tien procent van ’t Medler wordt omgevormd van landbouw- tot natuurgebied, en daar moet veel voor gebeuren, zowel zichtbaar als onzichtbaar. Eelco: ‘De natuur op de flanken van de beek wordt verbeterd: er ontwikkelen zich verschillende soorten grasland en heel veel beekbegeleidend bos. Maar eerst moet de natuur de kans krijgen zich hier te ontwikkelen voordat de nieuwe beekloop wordt aangetakt. De boeren die hier boerden hebben deze grond op moeten geven – daar had ik al op geanticipeerd door kortdurende pacht uit te geven. We hebben een ruilverkaveling gehouden, waarbij de boeren dichter bij huis konden boeren en hun vee weer kunnen weiden. Voor het eerst in 45 jaar lopen er weer koeien in de weiden van ’t Medler. Er zijn melkrobots uitgegaan en traditionele melkstallen teruggekomen, met een biologische boer. We zijn veel natuurinclusiever gaan werken.’
“Voor het eerst in 45 jaar lopen er weer koeien in de weiden van ’t Medler”
Transitie op de vierkante meter
De ontwikkelingen op ’t Medler en rond de Baakse Beek laten heel mooi zien dat zo’n eerste stap van nieuw waterbeheer een sneeuwbaleffect heeft voor natuurontwikkeling, dat op haar beurt weer invloed heeft op de manier waarop er met het landschap wordt omgegaan. Het is transitie op de vierkante meter. Yvonne: ‘En nu ik hier sta, ben ik nog trotser dat de visie van Landgoederenzone Baakse Beek is opgenomen in het Klimaatrobuust project, omdat het een mooi voorbeeld is van hoe klimaatopgaven op verschillende landgoederen gekoppeld worden en hoe hier samengewerkt wordt door verschillende partijen. Andere landgoederenzones kunnen hier echt veel van leren.’
De gemene deler vinden
De grootste parallel met ’t Medler en Landgoederzone Baakse Beek zit ‘m wat Ivor betreft in de samenwerkingsvorm: ‘Zoiets gebundeld aan te pakken en met elkaar te overleggen is een heel mooie systematiek. Er zijn volgens mij drie aspecten die steeds niet gelijk lopen, waar andere belangen spelen: een cultuurhistorisch aspect, een ecologisch aspect en alle richtlijnen vanuit de overheid. De flora en faunawet staat bijvoorbeeld soms haaks op cultuurhistorische waarden die je in stand wilt houden. Klimaatverandering heeft deze perspectieven op scherp gezet. We moeten dus leren schakelen, een gemene deler vinden, overleggen vanuit die verschillende perspectieven.’
Invloed van de voorvaders
“Die voorvaders zitten achter hun oor mee te luisteren”
Verzuild werkveld
De emotionele kant die Eelco beschrijft realiseert ook Yvonne zich steeds meer, en ziet ze als een belangrijke factor in het verzamelen van kennis en voorbeelden voor het platform. Wat ze daarbij ook ziet, is een sterk verzuild werkveld. ‘Er zijn veel verschillende organisaties en stichtingen actief, elk met hun eigen specifieke doelen en ambities. sKBL probeert als onafhankelijke koepelorganisatie die kennis en partijen bij elkaar te halen, zoals we ook hebben gedaan met dit kennisprogramma. Want met name voor de kleinere, vaak particuliere eigenaren zijn de uitdagingen groot.’ Ivor: ‘De klimaatuitdaging waarvoor we staan maakt de verzuiling extra zichtbaar. Het kan daarom een zegen zijn als we elkaar wel weten te vinden. Want er is één factor die we delen, en dat is het behoud van cultuurhistorie en de waarden. Daar doen we het voor. Er staat ons veel groots te wachten, en daar moeten we samen iets mee doen.’
“Er staat ons veel groots te wachten, en daar moeten we samen iets mee doen”
“Meegaan met de tijd en ontwikkelingen die nu aan de orde zijn. Geen diskwalificatie van hetgeen ooit is bedacht, maar een nieuwe invulling voor nieuwe problematiek.”Â