Particuliere musea op KBL

Door Vera Kuijpers

Maart 2019

Zoals u misschien heeft gezien in het nieuws, verschijnt er op gezette tijden een nieuw museum voor een particuliere kunstcollectie, zoals Museum Voorlinden, het LAM te Lisse of Museum More. Wat niet nadrukkelijk wordt vermeld in deze berichtgeving, is de keuze voor de locatie, op kastelen, historische buitenplaatsen of landgoederen (KBL). In dit artikel gaan we op zoek naar de redenen waarom deze particuliere kunstcollecties juist op deze locaties worden getoond.

KBL hebben altijd al een centrale rol gespeeld in de omgeving, plaatsen waar mensen samenkomen. Net als andere historische gebouwen, veranderen deze ankers in het landschap regelmatig van functie. Veel KBL zijn tegenwoordig toegankelijk voor een breed publiek; als museum voor historische collecties, als horecaonderneming of trouwlocatie. Op het moment lijken steeds meer buitenplaatsen als decor te dienen voor particuliere, moderne kunstcollecties. Deze functie grijpt terug op het verleden. KBL dienden al eerder als plaatsen waar kunst werd verzameld. Dit werd tentoongesteld en zo gepositioneerd dat de rijkdom en weelde van de desbetreffende familie goed te zien was.

Jachthuis St. Hubertus ©Eugenie van Heijgen

Een voorbeeld hiervan is, in het begin van de twintigste eeuw, het Kröller-Müller museum te Otterlo. Helene Kröller-Müller (1869 – 1939) legde een van de grootste privécollecties van haar tijd aan. De eerste openstelling van haar collectie, vond plaats in een gebouw in Den Haag, aan de Lange Voorhout. Helene Kröller-Müller had echter nog één droom, een museum annex woonhuis. Ze laat verschillende ontwerpen in de stad maken, maar uiteindelijk kiest ze voor Nationaal Park de Hoge Veluwe. De familie heeft daar al jarenlang een kleine boerderij met landerijen eromheen. Een belangrijke drijfveer in deze keuze is de mogelijkheid om cultuur en natuur te verenigen. Ze vraagt H.P. Berlage in 1915 voor het ontwerp van Jachthuis Sint Hubertus, dat in 1920 bewoond kan worden.  In 1938 opent het door Henry van de Velde ontworpen museum haar deuren. De drijfveren van Helene waren niet zo zeer gericht op het etaleren van haar eigen weelde, maar vanuit een ideëel perspectief, haar liefde voor moderne kunst te kunnen delen, tot nut en genot der gemeenschap. Meer over de geschiedenis van het Kröller-Müller vindt u hier.

Nu in de 21ste eeuw vindt er een voortzetting dan wel herinvoering van deze traditie plaats. Meerdere vermogende initiatiefnemers richten musea op voor het tonen van iets dat hun na aan het hart ligt. Een aantal van deze, door professionals aangestuurde initiatieven, Kasteel Ruurlo (Museum More), Lisser Art Museum, Museum NoHero, Museum Voorlinden, zijn geplaatst op een buitenplaats of landgoed. Enkele bevinden zich in een nieuw gebouwd museum op het terrein, andere zijn gevestigd in het kasteel of ander historisch gebouw op het landgoed. Wat zijn nu de beweegredenen van initiatiefnemers om voor een kasteel of buitenplaats te kiezen? Waarom kiezen voor een omgeving die al betekenis draagt? Heeft dit te maken met de geschiedenis van de collectie of de verzamelaar? Of vergroot de luisterrijke omgeving de aantrekkingskracht?

.

Het Lisser Art Museum (LAM) op landgoed Keukenhof in Lisse heeft een heel ander ontstaansverhaal. Het is een initiatief van supermarktondernemer Jan van den Broek, van supermarktketen Dirk van den Broek, zelf afkomstig uit de Bollenstreek. Het LAM exposeert kunstwerken die te maken hebben met eten, drinken en consumeren in het algemeen. Het museum is geplaatst op het terrein van landgoed Keukenhof. Er zijn verschillende historische connecties die het vernieuwende museum verbinden aan haar omgeving. Al in de vijftiende eeuw waren deze landerijen het jachtgebied voor de keukens van gravin Jacoba van Beieren. Dit was het gebied waar kruiden en bessen werden geplukt en het hout voor haar ovens werd gesprokkeld. In 2008 richtte Jan van den Broek de Van den Broek Foundation op, die deels de restauratie van kasteel Keukenhof financierde. Hieruit ontstond vervolgens het idee om op deze locatie een particulier museum te bouwen. Vanaf februari 2019 zal het vier dagen in de week geopend zijn. Directeur Sietske van Zanten geeft aan dat het een laagdrempelig museum moet zijn, zonder houvast. Iedereen moet zich hier op zijn gemak kunnen voelen. Het is een radicaal concept zonder hiërarchie of chronologie die de afwisseling van de collectie goed laat zien. Het LAM is gebouwd in een oude dijk op het landgoed, verwerkt in de in 1857 door Jan David Zocher (1791-1870) ontworpen landschapstuin. Het museum is een modern gebouw, in contrast met zijn omgeving. Het feit dat er naast het kasteel Keukenhof een modern gebouw is geïntegreerd in het landgoed, laat zien dat het radicale concept is doorgetrokken naar het ontwerp van het gebouw zelf. Iets dat dit museum onderscheidt van de andere KBL musea, is dat de collectie is gegroeid tijdens de bouw van het museum. Bij de andere voorbeelden van deze musea, was de collectie al compleet, of had deze al een duidelijke richting. Bij het LAM in Lisse was dit niet het geval, waardoor het collectioneren en het concept meer tegelijkertijd ontstaan. Op de website van het LAM is het hele proces via een serie filmpjes te zien. Kijk hier.

LAM ©Ronald Tilleman

In Gelderland ligt Kasteel Ruurlo, dat een dependance is van MORE, Museum voor modern Realisme in Gorsel (geopend in 2015). In het kasteel wordt sinds 2017 het werk van Carel Willink (1900-1983) tentoongesteld. De initiatiefnemers van dit museum, Hans en Monique Melchers, zagen in 2013 de kans om het kasteel te verwerven. Helaas was het kasteel te klein voor de gehele collectie, en is daarvoor uitgeweken naar Gorsel. Dit gaf echter wel de tijd om het kasteel te restaureren en na te denken over wat wel te zien zou zijn in Ruurlo. De beweegredenen van Hans Melchers zijn mooi samengevat door Ellen Slagmaat, senior marketing en communicatie van het MORE museum.

“Als kind bracht hij vakanties door in de Achterhoek en viste hij in de vijver van het kasteel. Het was zijn jongensdroom ooit Kasteel Ruurlo te kunnen verwerven. Toen het kasteel geen dienst meer deed als gemeentehuis kwam het te koop en kon hij zijn wens verwerkelijken. Daarnaast wilde hij heel graag iets terugdoen voor de Achterhoek – de regio waar hij al lange tijd met veel plezier woont – door het kasteel en de kunst toegankelijk te maken voor een breed publiek.”

Kasteel Ruurlo ©Michael van Oosten

Doordat het huidige gebouw aangepast werd aan moderne eisen voor een museum, vond er een grote verbouwing plaats. Vanwege de status als Rijksmonument moest er met verschillende elementen in het gebouw rekening worden gehouden. Echter werd hierbij weer de connectie met het heden gezocht. Een combinatie van eeuwenoude historie met contemporaine bouwkunst.

 “Kasteel Ruurlo en het omliggende Engelse landschapspark waren zwaar verwaarloosd door jarenlange leegstand. Maar onze initiatiefnemers hebben het met veel liefde gerestaureerd en het in oude glorie hersteld. Bovendien kozen zij ervoor om vijf eeuwen bouwhistorie te combineren met moderne toparchitectuur. Zoals het toevoegen van een glazen brug, ontworpen door Hans van Heeswijk, en een glazen kubus die nu de entreehal vormt. Al deze aanpassingen zijn ‘reversibel’, zodat het kasteel volledig intact blijft voor latere generaties. Restauratie-architect Cor Bouwstra speelde een belangrijke rol in het gehele traject.”

Kasteel Ruurlo met nieuwe brug en entree ©Michael van Oosten

Daarnaast is er sprake van een wisselwerking tussen kunst en kasteel. Slagmaat zegt hier het volgende over:

“Kasteel Ruurlo, het kasteelpark en de Oranjerie samen vormen de grootste attractie. De werken van Carel Willink komen echter prachtig tot hun recht tegen zo’n decor. Er is inderdaad sprake van een wisselwerking tussen het kasteel en onze kunst. Willinks monumentale, architectonische schilderijen passen perfect bij een statig gebouw. Onze collectie omvat echter meer dan alleen Willink, dus wellicht dat er in de toekomst nog andere kunst tentoongesteld zal worden in Kasteel Ruurlo.”

Bij Kasteel Ruurlo speelt eenzelfde sentiment als bij het LAM in Lisse. Beide oprichters willen iets terug doen voor de streek waar ze zijn opgegroeid.

Museum No Hero

Bij Museum No Hero in Delden speelt iets anders een rol. De oprichter, Geert Steenmeijer, heeft in zijn collectie geen bepaalde stijl of tijdvak uitgelicht. Hier wordt Kunst gebruikt als facilitator om geluk uit te dragen. Er zijn drie factoren die bij kunnen dragen aan een gevoel van een geluk, volgens het No Hero: nut, verbinding en groei. Om deze drie onderwerpen zijn collectie en activiteiten erom heen opgebouwd. Het museum is gevestigd in de voormalige rentmeesterij van landgoed Twickel. Op Twickel zijn ze heel blij met het museum. Ze zien het als een nieuwe ontwikkeling die de veelzijdigheid van Twickel benadrukt en past binnen de historie van het landgoed. Lees hier meer over het pand.

Museum Voorlinden, zijaanzicht ©Pietro Savorelli

Op Landgoed Voorlinden, te Wassenaar vinden we Museum Voorlinden, geïnitieerd door Joop van Caldenborgh. Het landgoed met weide-, bos- en waterpartijen heeft een geschiedenis die teruggaat tot 1584, maar het huidige landhuis is gebouwd in 1912 in opdracht van Hugo Loudon (1860-1941), een van de medeoprichters van Royal Dutch Shell. Het huis is een kopie van een landhuis in Engeland. Het huis Voorlinden was lange tijd in gebruik als museumrestaurant en trouwlocatie. Vervolgens is het verschillende keren van eigenaar gewisseld. In 2011 werd het gehele landgoed aangekocht door Joop van Caldenborgh. Hij zocht de connectie tussen kunst en natuur. Zijn eigen landgoed, Clingenbosch in Wassenaar, viel af, wegens onvoldoende parkeergelegenheid. Toen Landgoed Voorlinden in 2011 op de markt kwam, heeft hij het aangekocht en al snel werd met de plannen begonnen. Het was duidelijk dat er nieuw moest worden gebouwd, om de omvangrijke collectie te kunnen herbergen. In 2013 startte de bouw van het museum op het landgoed. Het is belangrijk dat de bezoeker het gevoel heeft iets bijzonder mee te hebben gemaakt. Volgens van Caldenborgh wordt dit gevoel eerder bereikt wanneer er een connectie is met natuur. Lees ook het artikel uit 2012 in dagblad Trouw.

Museum Voorlinden, tuinontwerp van Piet Oudolf

In Heereveen ligt Museum Belvédère, op Landgoed Oranjewoud. Gezamenlijk worden deze het Museumpark Landgoed Oranjewoud genoemd. De locatie is een van de voormalige buitenverblijven van de Oranje-Nassau ’s en kent een lange geschiedenis. In 2004 is het museum geopend, maar in de jaren ’50 werd er al door de toekomstige oprichters over gesproken. Dit kunstmuseum voor moderne en hedendaagse kunst is opgericht voor Friese kunstenaars, of voor de werken van geestverwanten uit binnen- of buitenland. Het museum is opgezet door drie verschillende mannen, die de Friese kunst een warm hart toedroegen en een kijkdoos wilden maken voor kunst. Boele Bregman (1918-1980), Sjoerd de Vries (1941) en Thom Mercuur (1940-2016). Ze spraken af dat het museum in Friesland zou komen, want daar wilden ze blijven wonen.

Uitzicht vanuit Museum Belvédère over het Grand Canal

Museum Belvédère is een nieuw gebouw binnen een oudere landschapsstructuur, nog ontworpen in de achttiende eeuw door Daniël Marot. In 2004 is echter wel gemoderniseerd en hebben herstelwerkzaamheden plaatsgevonden, zoals het herstel van de promenades. Het is mogelijk om een wandeling te maken door het Museumpark maar een langere wandeling door de bossen van het Oranjewoud is ook mogelijk, waarbij de Belvédère kan worden beklommen waar het museum naar is vernoemd. Ook bij dit museum was het de bedoeling dat cultuur en natuur zouden samenkomen. Met name de landschapsarchitectuur en de vorm van het gebouw sluiten volledig aan bij deze gedachte. Het museum ligt, naar de wens van Thom Mercuur, als een kijkdoos in de natuur.

Er zijn verschillende redenen waarom de initiatiefnemers de keuze hebben gemaakt om hun privécollecties te laten zien op een kasteel, buitenplaats of landgoed. Het willen delen van hun collecties, gedachten en zienswijzen lijken een grote rol te spelen. Daarnaast wordt het gezien als een manier om de omgeving een boost te geven. Vaak hebben de oprichters een speciale band met deze omgeving. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het samenspel tussen natuur en cultuur. De heersende gedachten is dat beide elkaar kunnen versterken.  Alle musea zijn zeer beslist de moeite waard om te bezoeken, zodat u zelf kunt ervaren of de oprichters in hun streven zijn geslaagd.

Scroll naar boven