Door Ineke Vink, hoofdredacteur Historische Vereniging Maassluis
In de eerste helft van de achttiende eeuw waren er in de Noord Nieuwlandse polder twee buitenplaatsen: een huis zonder naam van de familie Cornets de Groot uit Delft en het Ruyge Huysje van de familie Van Waert uit Maassluis. Beide families waren puissant rijk. Mr. Hendrik van Waert, al jong weduwnaar geworden, erfde het Ruyge Huysje in 1739 van zijn vader. Hij was geen makkelijke man. Hij lag vaak overhoop met de kerkenraad over de huurprijzen van zijn land. In 1752 erfde Hugo Cornets de Groot het ernaast gelegen buiten van zijn tante. Hij kan gerust arrogant genoemd worden; hij kon ‘de’ Hugo de Groot tot zijn voorouders rekenen. Hij gaf zijn landgoed de naam Huize Noord Nieuwland. Ondanks de verkleinnaam moet men zich bij het Ruyge Huysje een groot landhuis voorstellen. Op beide buitenplaatsen was het huis omringd door vele hectaren land met lusttuinen, boomgaarden, visvijvers, een vogelkooi, een vinkenbaan en dierenverblijven. Hereboerderij de Buiswoning maakte deel uit van het bezit van Huize Noord Nieuwland.
Burenruzie
Een lastige buurman die neiging tot krankzinnigheid vertoont en een arrogante buurman die naar de letter van de wet handelt; dat moest misgaan. De beide landgoederen lagen dicht bij elkaar en waren gescheiden door een brede sloot. Ze hadden elk een eigen toegangsweg, maar waren ook verbonden door een overpad. Dat leverde spanningen op. Misschien begon het daarmee? Al spoedig ontstonden er onhebbelijkheden, kibbelarijen en pesterijen tussen de twee buren. Dat ging erg ver. Er zijn verschillende getuigenissen van personeel van Van Waert dat belaagd werd door personeel van Cornets. Een tuinman die bezig was in het ‘sterrebos’ bij de scheidingssloot tussen beide buitenplaatsen, werd beschoten met een jachtgeweer. En de tuinmansknechten kregen ruzie om een hek en gingen elkaar met afgebroken stukken hout te lijf.
Buurman dreigt
Dan krijgt Van Waert begin 1753 een brief van zijn buurman. Cornets prijst zijn visvijvers en menagerie, de dieren die hij kweekt en fokt. Hij wijst erop dat het recht op de jacht (vogels, konijnen) en het recht op de visserij (gekweekt in eigen vijvers) is voorbehouden aan de Heer van de Heerlijkheid. En aangezien de Heerlijkheid Noord Nieuwlandse polder drie eeuwen geleden door graaf Willem van Holland in leen is gegeven aan een voorvader van Cornets, is hij nu Heer van de Heerlijkheid. Hij heeft het alleenrecht op het vangen, houden en fokken van dieren. Of Van Waert zo goed wil zijn alles over te dragen aan zijn buurman. Van Waert weigert, uiteraard.
Eind 1753 komen er dreigementen dat Cornets schouts zal sturen voor huiszoeking en inbeslagname van alle verboden dieren. Witheet van woede waarschuwt Van Waert het dorpsbestuur. Cornets kan toch niet zomaar het recht in eigen hand nemen. Maar dan blijkt het nog erger te zijn. De leenrechten van de Heerlijkheid geven de Heer niet slechts het alleenrecht op jacht en visserij, het houden van zwanen en het recht van door- en overpad, maar ook het recht op het aanleggen van dijken en vooral de bevoegdheid om recht te spreken. De handhaving van het recht in de polder mag hij zelf regelen. De ontdekking van dit feit brengt Van Waerts wankele geestelijke gezondheid een zware slag toe en hij gaat zich vreemd gedragen.
Begin 1755 volgt de derde en laatste brief, die de definitieve slag toebrengt. De Heer van de Heerlijkheid heeft namelijk ook het tiendenrecht. Dat betekent dat hij elk jaar 10 % belasting mag vragen van Van Waerts totale bezit. Of Van Waert meteen de berekende 72 gulden voor dit jaar wil betalen. En Cornets zal zich ook beraden of hij de achterstallige belasting van de afgelopen 31 jaar dat het Ruyge Huysje familiebezit was, gaat heffen.
Buurman is waanzinnig
Hendrik van Waerts geest ontspoort nu volledig. Hij jaagt zijn knecht en zijn meid weg. Zelf verdwijnt hij een paar dagen om dan ’s morgens vroeg thuis te komen zonder jas, schoenen en kousen, terwijl het midden in de winter is. Kort daarna randt hij de vrouw van de tuinman aan in de keuken en bedreigt haar man met een zwaard wanneer deze wil ingrijpen. Het personeel vlucht en omdat Hendrik zijn huisraad kort en klein slaat, met zwaarden zichzelf wil vermoorden en beweert dat zijn hond wel voor hem kan zorgen, wordt besloten dat hij niet meer thuis kan blijven. Het personeel brengt zijn zuster, die aan de Veerstraat in Maassluis woont, op de hoogte. Zij stuurt een paar potige zeemannen die hem uiteindelijk weten te overmeesteren. Van Waert komt onder curatele te staan en gaat inwonen bij een particuliere ‘oppasser’. Zijn zuster verkoopt in 1756 het Ruyge Huysje.
Hoe liep het verhaal af
Van Waert knapte na een paar jaar op en in 1761 werd de curatele opgeheven. Hij ontving naast alle documenten zijn koffers met gouden en zilveren gebruiksvoorwerpen en het porseleinen serviesgoed terug. Ook kreeg hij zijn aanzienlijke bibliotheek weer in bezit. In 1776 was het toch weer mis en Hendrik werd opnieuw ‘ontoerekenbaar’ verklaard. In 1804 stierf hij op negentigjarige leeftijd. Cornets kocht voor weinig geld in 1769 het Ruyge Huysje, toen het opnieuw in de verkoop kwam. Tot zijn dood in 1777 was hij ‘alleenheerser’ over de Noord Nieuwlandse polder. De prachtige tuinen en landerijen verdwenen begin 19e eeuw bij een dijkdoorbraak. Eind 19e eeuw werd boerderij de Loggerwoning gebouwd op de resten van de buitenplaats Noord Nieuwland. In 1960 waren de contouren van de voormalige buitenplaats nog zichtbaar, naast het nieuw geplande station Maassluis-West.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van www.wos.nl en gebaseerd op:
Trudy Werner-Berkhout, ‘Mr. Hendrik van Waert en de buitenplaats het Ruijge Huijsje’ in Historische Schetsen van en over Maassluis nr. 62
Maarten van Buuren, ‘De werelt is mij te naauw’ in Balkonscenes aan het water (Maassluis)