Openstelling van landgoederen

Natuurschoonwet
Vrijwel alle particuliere landgoederen in Nederland zijn gerangschikt als Natuurschoonwet-landgoed. In de praktijk noemt men dit een “NSW-landgoed”. In de sKBL-nieuwsbrief van december 2014 schreef ik al wat de Natuurschoonwet in grote lijnen inhoudt (dat artikel is hier nogmaals te lezen).

Een aaneengesloten onroerende zaak van tenminste vijf hectare met daarop ten minste 30% bos en/of natuurterreinen komt, onder voorwaarden, in aanmerking voor rangschikking als NSW-landgoed. Dat geldt ook voor een buitenplaats: een onroerende zaak met daarop gelegen een in oorsprong versterkt huis, een kasteel, een buitenhuis of een landhuis, eventueel met bijgebouwen, met een architectonisch daarmee verbonden historische tuin of historisch park van ten minste één hectare waarvan de aanleg dateert van vóór 1850 en herkenbaar aanwezig is, indien het complex of ten minste één onderdeel daarvan een rijksmonument is. Er zijn hiervan diverse varianten, er gelden nadere voorwaarden en er zijn uitzonderingen op, maar dit zijn de in de praktijk meest voorkomende vormen van NSW-landgoederen.


Openstelling

Openstelling hekNSW-landgoederen kunnen zijn opengesteld voor het publiek. Het grote voordeel voor de eigenaar van openstelling is dat bij schenking of vererving van het NSW-landgoed er geen schenk- of erfbelasting hoeft te worden betaald (wanneer het landgoed niet is opengesteld, dient er wel over een bepaald gedeelte van de waarde van het landgoed schenk- of erfbelasting te worden betaald). Tegenover de voordelen staan uiteraard de nodige verplichtingen voor de landgoedeigenaar.

Voorwaarden voor openstelling
Waar dient een opengesteld NSW-landgoed aan te voldoen?

  • Het opengestelde gedeelte van het landgoed vormt een aaneengesloten gebied van ten minste vijf hectare (voor een historische buitenplaats gelden andere regels).
  • Er zijn voldoende voor wandelaars vrij toegankelijke en begaanbare wegen
    en paden, die min of meer gelijkmatig over het landgoed zijn verdeeld (dus niet alleen maar aan of langs de randen van het landgoed).
  • De opengestelde wegen en paden dienen een minimale lengte te hebben: vijftig meter per hectare bos en vijfentwintig meter per hectare overige gronden (bijvoorbeeld landbouwgronden en natuurterreinen).
  • Het landgoed is het gehele jaar dagelijks van zonsopkomst tot zonsondergang
    voor wandelaars toegankelijk en de openstelling dient voor het publiek duidelijk waarneembaar aangegeven te worden met borden, die bij de diverse toegangswegen tot het landgoed zijn geplaatst.

Afgesloten gedeelten van een opengesteld NSW-landgoed
Het NSW-landgoed hoeft overigens niet in z’n geheel te worden opengesteld:

  • De naaste omgeving van huizen op het landgoed kan voor het publiek worden afgesloten in verband met de privacy van de bewoners.
  • Voor historische buitenplaatsen die naar hun aard geschikt zijn voor openstelling voor het publiek en groter zijn dan twee hectare kan, rekening houdend met de situatie ter plekke, één hectare worden afgesloten. Bij buitenplaatsen kleiner dan twee hectare, maar groter dan één hectare kan een halve hectare worden afgesloten.
  • Een gedeelte ter grootte van maximaal vijftien procent van het landgoed kan tijdelijk of permanent voor het publiek worden afgesloten indien sprake is van een bijzondere natuurwetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en voor zover de afsluiting voor het behoud van die waarde noodzakelijk is.
  • Het landgoed of een gedeelte daarvan kan gedurende ten hoogste zeven dagen per jaar voor de jacht worden afgesloten.

De eigenaar dient de beperkingen aan de openstelling duidelijk aan te geven in de openstellingsregels op de toegangsborden bij de toegangswegen tot het landgoed.

Gedragsregels
De eigenaar van een landgoed mag aanvullende gedragsregels voor bezoekers hanteren, in die zin dat het niet is toegestaan zich buiten de wegen en paden te begeven, dat het verboden is om bloemen, bladeren en vruchten te plukken, takken af te snijden, bomen en struiken te beschadigen, hout te sprokkelen, te zwemmen, vuur te maken, in droge tijd te roken, het wild of vogels te verontrusten, te vissen, orde en rust te verstoren, afval achter te laten, alsmede loslopende honden bij zich te hebben.

De eigenaar mag bezoekers weren die zich niet aan de gedragsregels houden en bezoekers de toegang tot het landgoed ontzeggen die aan bepaalde georganiseerde evenementen deelnemen (zoals bijvoorbeeld een avondvierdaagse of een dropping), indien en voor zover hij aannemelijk kan maken dat ten gevolge daarvan schade aan het landgoed zou kunnen ontstaan.

Website
Op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) wordt periodiek een lijst gepubliceerd met alle opengestelde NSW-landgoederen provinciegewijs onderverdeeld.

Praktijk
Hoewel bovenstaande regels nogal streng overkomen, kan de bezoeker doorgaans onbekommerd genieten van een wandeling als men zich respectvol gedraagt naar mens en natuur en uiteraard rekening houdt met de openstellingsregels van het betreffende landgoed.

Openstellingsbord Vilsteren

Een aardig voorbeeld uit de late negentiende eeuw vinden we op landgoed Vilsteren. Op 24 mei 1885 besloot de toenmalige eigenaar van het landgoed, de heer W.C.I.J. Cremers, door de opkomst van het toerisme dat het nodig was om openstellingsregels op te stellen. De bekende groene bordjes bestonden toen overigens nog niet.

Den 24 Mei 1885 is een reglement op de wandelingen te Vilsteren ingevoerd van den
volgende inhoud:
Het wandelen op het landgoed Vilsteren is vrij onder de navolgende voorwaarden
1e  Een ieder die van de vrijheid van wandelen wil gebruikmaken, is verplicht zijn naam in een daartoe bestaand en bij den kastelein aanwezig boek te plaatsen, zijnde hij voor de handelingen van degenen voor wie hij tekende verantwoordelijk.
2e  Het is verboden het houtgewas en plantsoen te vernielen of op eenige wijze te beschadigen, in boomen en banken te snijden en op muren te schrijven of te teekenen.
3e  Losloopende honden worden in de bosschen niet toegelaten en zullen, zoo aan de eerste aanmaning geen gevolg wordt gegeven, worden dood geschoten.
4e  Hekken tot afsluiting dienende moeten na doorgang behoorlijk gesloten worden.
5e  De toegang tot den tuin en het andere aan het huis grenzende terrein zonder begeleiding van den tuinman is verboden.

Bij niet nakoming van bovenstaande bepalingen zal de ondergeteekende van zijn recht tot algeheele sluiting der wandeling of wering van bepaalde personen gebruik maken.

Uit: Vervolg op het zogenaamde Gouden Boek, bevattende aantekeningen van het voorgevallene te Vilsteren door W.C.I.J. Cremers.

Fijne wandeling!

Mr Robert Jan Nieuwland
Juridisch en fiscaal adviseur van kastelen, buitenplaatsen en landgoederen

Scroll naar boven