Occa Johanna Ripperda

door Redmer Alma, archivaris

Occa Johanna Ripperda (1619-1686) was tot voor kort een onbekende adellijke vrouw. Ten onrechte, want zij had een bijzondere levensloop. Occa werd in 1619 geboren in het Groninger Farmsum als oudste kind van Hero Maurits Ripperda en Anna Margaretha Rengers van Hellum. Haar ouders waren vooraanstaande leden van de Ommelander adel. Occa bracht een deel van haar jeugd door in Den Haag en bij haar tante op Dekema State in het Friese Jelsum. Op twintigjarige leeftijd trouwde zij met Enno Adam van In- en Kniphuisen, heer van Jennelt in Oost-Friesland (in het huidige Nedersaksen). Het paar kreeg zes kinderen. Enno Adam was overste in Zweedse en Statendienst. Hij overleed in 1654. Zijn begrafenis was uitzonderlijk luisterrijk en kostte ruim 4.200 gulden, een enorm bedrag voor die tijd. Zijn grafkist is nog steeds te zien in de kerk te Jennelt.

Occa Johanna Ripperda op veertienjarige leeftijd in 1633, afgebeeld als Minerva © Graf Knyphausen, Lütetsburg

Van Pommeren naar Zweden
Om het goederenbezit van de familie Van In- en Kniphuisen, het kasteel en ambt Klempenow in Voor-Pommeren zeker te stellen, vertrok Occa na de dood van haar man daarheen. Zij liet drie van haar kinderen in Oost-Friesland en Farmsum achter onder voogdij van verwanten. Twee jaar na de dood van Enno Adam hertrouwde zij met de Zweedse generaal Erik Stenbock, graaf van Bogesund. Hij was weduwnaar en bracht tien kinderen mee uit zijn eerste huwelijk. Het huwelijk was van korte duur, want in 1659 sneuvelde hij bij het beleg van Kopenhagen. Occa maakte toen de overstap naar Zweden, waar zij haar weduwegoed, huis Lindholmen bij Stockholm, betrok. In 1671 stelde de Zweedse koningin-weduwe Hedwig Eleonora Occa aan als opperhofmeesteres. Vijftien jaar lang vervulde Occa deze hoogste functie aan het hof tot haar dood op 23 november 1686 om 5 uur ’s ochtends. Haar wens om naast haar eerste man begraven te worden, werd gehonoreerd en na een lange reis werd haar grafkist in juli 1688 bijgezet in de grafkelder van Jennelt. De in opdracht van de koningin vervaardigde grafkist werd tot voor kort aangezien voor die van haar beroemde schoonvader, de veldmaarschalk Dodo von In- und Kniphausen. Drie jaar geleden werd ontdekt dat de fraaie kist het lichaam van Occa Ripperda bevatte.

De grafkist van Occa Ripperda te Jennelt © Redmer Alma

Uniek kookboek
Een unieke nalatenschap van Occa Ripperda is haar ruim duizend (!) recepten tellende kookboek. Het is geschreven in een aangename, persoonlijke stijl en door haar mooie, duidelijke handschrift voor ons goed leesbaar. Anders dan veel andere kookboeken is het geen verzameling overgeschreven standaardrecepten, maar zijn veel gerechten daadwerkelijk door haar zelf bereid. De recepten van Occa geven een inkijk in de adellijke keuken halverwege de 17de eeuw en de verbondenheid van kasteel en tuin. Bijzonder is Occa’s aandacht voor smaak, meer dan voor de status en representativiteit van de gerechten. Verse groenten en fruit uit eigen tuin en omgeving, vers vlees en vis, in combinatie met exotische specerijen, leveren een verrassend breed smaakpalet op. Wie haar gerechten nu proeft, kan niet geloven dat dat op Groninger tafels stond. Daarnaast gebruikte Occa ingrediënten die wij nu niet meer gebruiken, zoals ramsballen, hanenkammen en leeuweriken.

Het kookboek van Occa Ripperda © Redmer Alma

Een andere Gouden Eeuw
De boeiende levensloop van Occa geeft aanleiding om minder bekende kanten van de Gouden Eeuw te belichten. Vaak krijgen we het traditionele Hollandse burgerlijke beeld van de Gouden Eeuw voorgeschoteld. Occa toont ons een ander beeld: de bijdrage van adel, platteland en de andere zes Verenigde Nederlanden aan de cultuur van de 17de eeuw, het internationale karakter van de adel, de hofcultuur en de positie van de vrouw. Het zijn allemaal aspecten die in het beeld  van de Gouden Eeuw vaak onderbelicht blijven. Door haar persoonlijke kookboek is de adellijke keuken en tafel uit Occa’s tijd daadwerkelijk te beleven zonder historische voorkennis.

U kunt nader kennis maken met Occa tijdens een tentoonstelling op Museum Borg Nienoord vanaf medio december 2021 (onder voorbehoud van de ontwikkelingen rond corona) tot 1 december 2022. De tentoonstelling belicht de opmerkelijke levensloop van Occa Ripperda, de adellijke eet- en tafelcultuur en een aantal andere onbekende aspecten van de Gouden Eeuw. Occa’s kookboek is vanzelfsprekend ook te zien. Het gezin van Occa was actief in de culturele kringen in Friesland, Groningen en Oost-Friesland. Sibylle van Griethuysen, de bekendste Groninger dichteres in haar tijd, was bijvoorbeeld een huisvriendin. Dat is een goede aanleiding om ook aandacht te besteden aan de regionale kunst en cultuur.

Een bladzijde uit het kookboek van Occa Ripperda © Redmer Alma

Project Occa
De tentoonstelling op Borg Nienoord maakt deel uit van een breder project rond Occa op vele plaatsen in Nederland en Noord-Duitsland met 17de-eeuwse maaltijden, culinaire workshops, educatieve en andere publieksactiviteiten. Bij deze activiteiten wordt steeds samenwerking gezocht met erfgoedinstellingen, non-profitorganisaties en commerciële partners. Hoewel Occa als persoonlijke gids optreedt, is de reikwijdte van het project breder. De onderbelichte aspecten van de Gouden Eeuw hebben immers niet alleen op haar betrekking, maar gelden in het algemeen ten aanzien van het belang van de adel, het platteland en de regio’s buiten de Hollandse steden. Meer informatie over het project Occa leest u hier.

Scroll naar boven