Marianne, de in Nederland ten onrechte vergeten Oranjeprinses

door Kees van der Leer, historicus en mede-oprichter en secretaris van de Stichting Erfgoed Prinses Marianne

In 1810 werd in Berlijn de Nederlandse prinses Marianne geboren. Tweehonderd jaar later, in 2010, werd dit in Polen feestelijk herdacht met een reizende expositie, lezingen en feestavonden. In het Duitse Reinharthausen bij Wiesbaden werd een herdenkingsboom geplant. Nederland volgde een half jaar later met een expositie en drie publicaties. Die feestvreugde in Polen en Reinhartshausen is geen wonder. Marianne leeft daar nog steeds in de herinnering vanwege haar liefdadigheid en haar steun aan bevolking en werkgelegenheid. Zo bracht zij bij haar kasteel in Reinhartshausen de failliete wijnbouw weer tot bloei. In het Poolse Camenz (het huidige Kamieńiec Ząbkowicki) liet zij een groot kasteel bouwen, steunde het onderwijs, liet wegen aanleggen en stimuleerde de marmer- en glasindustrie.

Prinses Marianne met een modieus, zogenaamd giraffekapsel. Litho Werner naar een tekening van F. Krüger, 1835. Collectie Kees van der Leer, Voorburg

In Nederland was die aandacht wel bijzonder, want voor veel Nederlanders is Marianne onbekend. Zij was het zwarte schaap van Oranje, waar niet over werd gesproken. Zeer ten onrechte, want uit recent onderzoek blijkt steeds meer dat deze Oranjeprinses een bijzondere vrouw was en haar tijd ver vooruit. Met name haar kunstzinnigheid, haar grote collectie schilderijen en voor iedereen toegankelijke museum waren zeer opmerkelijk, evenals haar creativiteit, zakelijke inzichten en bovenal haar liefdadigheid. Zij componeerde, dichtte en schreef honderden brieven. Uit die brieven blijkt een werkzaam leven vol romantiek, dramatiek en veel tragiek. Regelmatig reisde Marianne tussen haar bezittingen in Rome, het toenmalige Silezië (nu Polen), noordoost Oostenrijk (nu Tsjechië), Pruisen (nu Duitsland) en Nederland. Zo werd zij een vrouw die in diverse landen van Europa haar sporen heeft achtergelaten.

Voortgaande herwaardering

Een logische stap in de toenemende herwaardering is de totstandkoming in 2020 van de Stichting Erfgoed Prinses Marianne. Diverse brieven van de prinses zijn na haar overlijden vernietigd. De vele brieven die wel bewaard bleven, raakten verspreid. Marianne’s kunstcollectie en ander erfgoed is eveneens verbrokkeld en vaak verdwenen in de anonimiteit. Haar onroerende bezit viel ten prooi aan afbraak, brandstichting en verwaarlozing. Toch valt er nog veel te ontdekken en te redden. Vandaar dat de Stichting zich allereerst ten doel stelt om de brieven te inventariseren en vertalen. De eerste resultaten bevestigen de bijzondere eigenschappen van de prinses en vragen om een verdergaande herwaardering. Het tweede spoor is de reconstructie van de kunstcollectie die de prinses tijdens haar leven heeft opgebouwd. Ook hierin worden verrassende vondsten gedaan.      

Jeugdjaren en huwelijk

Prinses Marianne werd op 9 mei 1810 geboren als jongste dochter van prins Willem Frederik van Oranje, onze latere koning Willem I, en zijn echtgenote prinses Wilhelmina (Mimi) van Pruisen. Marianne kwam ter wereld in Berlijn, waar haar vader, op de vlucht voor Napoleon, met zijn gezin in ballingschap verbleef bij zijn schoonfamilie. Moeder Mimi zat niet stil. Zo kocht zij in deze periode in Silezië het oude kloosterlandgoed Camenz. Eind 1813 keerde prins Willem Frederik en zijn gezin terug naar Holland. Marianne zou heel haar leven trots zijn op haar Oranje-afkomst en was zeer gehecht aan haar familieleden.

Op 14 september 1830 trouwde Marianne in de balzaal van Paleis Noordeinde te Den Haag met haar neef Albrecht van Pruisen. Opgewekt vertrok Marianne, aan de zijde van haar echtgenoot, terug naar haar geboortestad Berlijn, waar voor het paar aan de Wilhelmstraβe het Prinz Albrecht Palais werd gebouwd. Uit het huwelijk van Marianne en Albrecht werden vijf kinderen geboren, waarvan er drie de volwassen leeftijd bereikten: Charlotte, Albert en Alexandrine. Ondertussen waren er grote spanningen ontstaan in het huwelijk van Marianne en Albrecht. Om de vaak heftige ruzies te ontlopen, maakte Marianne diverse reizen, vooral naar Italië. Ondanks verzoeningspogingen werd op 28 maart 1849 het huwelijk ontbonden.   

Buitenplaatsen in Voorburg

Te midden van alle huwelijks- en scheidingsperikelen kocht Marianne in 1848 de Voorburgse buitenplaats Rusthof. De rust die de naam van dit buiten beloofde, trok haar aan, evenals de nabijheid van haar Oranjefamilie. Bij het herenhuis en in de overtuin liet zij grote slingervijvers aanleggen. Haar tuinbaas Janus Grobben bewoonde de bij Rusthof horende oude boerderij Onder de Linden, waar, op de plek van de vroegere opkamer, een Oranjerie was gebouwd. Naast de Oranjerie lagen de boomgaard, de moestuin en kweekkassen. Op tentoonstellingen behaalde Grobben voor Marianne regelmatig prijzen voor Primula’s en Fuchsia’s.

Rusthof met grote vijver, gezien vanaf de straatzijde. Ansichtkaart, 1905. Collectie Kees van der Leer

In 1861 breidde Marianne haar Voorburgse bezit uit met de aankoop van het buiten Leeuwensteyn, in 1877 gevolgd door de villa Klein-Rusthof en in 1879 met de naast Rusthof gelegen buitenplaats Noordervliet.

De villa Klein-Rusthof na de restauratie van 2020. Foto Kees van der Leer, 2020
De nog bestaande Orangerie van Rusthof met bovenverdieping, gebouwd tegen de 16de-eeuwse boerderij Onder de Linden. Links groentebedden, leifruitmuren en kweekkassen. Tekening J.A. Mussart, 1906. Particuliere collectie.

De ware liefde   

Omstreeks 1844 ontmoette Marianne de grote liefde van haar leven, Johannes van Rossum, een lakei in dienst van de Oranjefamilie en sinds 1837 gehuwd met ‘tapster’ Toos Keijzer. Op Marianne’s verzoek werd Johannes toegevoegd aan haar hofhouding en spoedig klom hij op tot haar secre­ta­ris en uitverkoren minnaar. Tussen Marianne en Johannes van Rossum ontstond een diepe verbondenheid. In het voorjaar van 1849 bleek Marianne in verwachting van een kind van Johannes. Zij besloot met een klein gezelschap een reis te ondernemen naar het Heilige Land. Tijdens deze pelgrimage schonk Marianne op 30 oktober 1849 in Cefalu op Sicilië het leven aan haar buitenechtelijke zoon Johannes Willem. Omdat Marianne er bewust voor koos dit ‘uit liefde geboren kind’ openlijk bij zich te houden, ontstonden onaangename conflicten en een verwijdering van haar Oranjefamilie. 

Kastelen in Duitsland en Polen

Al spoedig werd duidelijk dat de kleine Johannes Willem ‘als buitenechtelijke zoon van haar bediende’ in Nederland niet werd geaccepteerd. Daarom kocht Marianne voor hem in 1855 het Duitse wijnkasteel Reinhartshausen aan de Rijn. Aan dit kasteel liet zij een museumvleugel bouwen, waarin haar omvangrijke verzameling schilderijen en andere kunst werd geëxposeerd. Iedereen mocht, tegen een geringe entreeprijs, de collectie komen bekijken.

Kasteel Reinhartshausen. Rechts de museumvleugel die Marianne er omstreeks 1858 aan liet bouwen. Foto, circa 1900. Collectie Museum Swaensteyn, Leidschendam-Voorburg

Een deel van de collectie werd ondergebracht in het imposante neo-gotisch kasteel dat Marianne in Camenz liet bouwen naar een ontwerp van Karl Friedrich Schinkel en diens leerling Ferdinand Martius. De terrastuinen en het park werden ontworpen door Peter Joseph Lenné. In 1873 was de bouw van het kasteel voltooid, waarna Marianne het kasteel schonk aan haar zoon Albert.

Vooraanzicht kasteel Camenz met fontein en terrastuinen. Ansichtkaart, circa 1900. Collectie Kees van der Leer

Trouw tot in de dood

Op kerstavond 1861 stierf geheel onverwacht de 12-jarige Johannes Willem op kasteel Reinhartshausen. Te zijner nagedachtenis schonk Marianne een kerkje aan de protestantse gemeente te Erbach, met hierin een grafmonument waarin Johannes Willem werd bijgezet. Toen in 1873 ook Johannes van Rossum overleed en Marianne hem een laatste rustplaats wilde geven naast hun zoon in het kerkje van Erbach, weigerde de kerkenraad toestemming vanwege ‘zijn buitenechtelijke relatie’. Marianne liet daarom haar geliefde bijzetten op het openbare kerkhof te Erbach en plaatste boven zijn graf een imposant beeld van een zegenende Christus.

Op 29 mei 1883 sloot ook prinses Marianne voorgoed de ogen op kasteel Reinhartshausen. Hoewel de kerkenraad bijzetting in het kerkje van Erbach toestond, werd Marianne, volgens haar uitdrukkelijke wens, begraven naast Johannes van Rossum. Zo werd hun liefde een ‘liefde trouw tot in de dood’.

Marianne’s erfgoed

Marianne’s bezittingen in Voorburg werden door haar nazaten verkocht en grotendeels afgebroken. Alleen de Oranjerie van Rusthof en de villa Klein-Rusthof ontsnapten aan de sloophamer en zijn nu in particuliere handen. Kasteel Reinhartshausen kwam recent eveneens in particulier bezit. Marianne’s museum werd al eerder afgebroken en haar kunstschatten raakten verspreid. Kasteel Camenz werd in 1946 door Russische soldaten in brand gestoken, nadat veel van het meubilair en de kunstschatten waren weggevoerd naar Rusland. Sinds 2012 is het kasteel in handen van de gemeente KamieÅ„iec ZÄ…bkowicki, die voortvarend de restauratie van kasteel en tuinen ter hand heeft genomen. Dat deze restauratie met veel Europese subsidiegelden geschiedt, bewijst dat de Europese betekenis van Prinses Marianne steeds meer wordt onderkend.         

Verder lezen over prinses Marianne? Kijk dan op www.erfgoedprinsesmarianne.nl of www.keesvanderleer.nl

Scroll naar boven