Schierstins
Feanwâlden/Veenwouden - Friesland
De Schierstins in Veenwouden werd rond 1300 gebouwd. Het pand komt voor in een bron uit 1439 als het Schira Monnika huse: het werd genoemd naar de schiere ("grijze") habijten van de cisterciënzenmonniken van het klooster Claerkamp bij Rinsumageest, van waaruit in de omgeving van Veenwouden turf werd gestoken. Later werd het gebouw bekend als de Schierstins (stins: "stenen woonhuis"). Na de reformatie werden kloostergoederen in beslag genomen. Dit gebeurde ook met de Schierstins: van 1580 tot 1609 was het pand in het bezit van de Staten van Friesland. Daarna kwam het in handen van particulieren, die het gebouw verschillende keren lieten uitbreiden. Aan het einde van de negentiende eeuw was de Schierstins echter zo vervallen, dat gesproken werd van sloop. Mede op initiatief van het Fries Genootschap werd het pand in 1906 gerestaureerd. Tot rond 1960 deed de Schierstins dienst als postkantoor. Nadat de gemeente Dantumadeel eigenaresse van het pand was geworden, volgde in het begin van de jaren zestig opnieuw een restauratie. Daarna werd de Schierstins eerst een museum (met een raads- en een trouwzaal) en later een cultureel centrum. In 1999 werd de bovenverdieping verbouwd tot expositieruimte. In 2000 werd in de Schierstins een Theun de Vrieskeamer ingericht, een kamer voor een permanente tentoonstelling over de in Veenwouden geboren schrijver Theun de Vries. De collectie, die beheerd wordt door het Theun de Vriesgenootschap, werd in 2008 aanzienlijk uitgebreid, toen een particulier zijn omvangrijke verzameling over De Vries aan het genootschap schonk. In de tuin rondom de Schierstins is een gevarieerde stinsenflora te bezichtigen. De benaming stinsenplanten, die in 1932 door de botanicus Jacob Botke (1877-1939) voor het eerst werd gebruikt, is mogelijk geïnspireerd door het feit dat de bewoners van Veenwouden de bij de Schierstins groeiende planten met stinzeblomkes aanduidden.