De Haar
Haarzuilens - Utrecht
Vriend van sKBL
Het jaar 1892 is in de geschiedenis van De Haar belangrijk. Dan start de herbouw van het vervallen kasteel door de architect Pierre J.H. Cuypers (1827-1921). Hij doet dit in opdracht van het echtpaar Van Zuylen van Nijevelt-de Rothschild. De naam van dit kasteel refereert aan een zogenaamde haar. Dit is een langgerekt en hoger gelegen stuk grond dat midden in een heideveld of op veengrond ligt. In de dorpsnaam Haarzuilens is dit toponiem samengevoegd met de familienaam (Van) Zuylen. Al in de vroege Middeleeuwen is dit deel langs de Kromme Rijn bewoond en in cultuur gebracht. Na in eigendom te zijn geweest bij het bisdom Utrecht wordt De Haar beleend aan enige leenmannen. De naam Werner van de Haar komt in de 12de en 13de eeuw geregeld naar voren maar zijn geslacht sterft in 1440 uit. Dirck van Zuylen duikt hier rond 1450 voor het eerst op in documenten. Zijn nazaten hebben De Haar met enige onderbrekingen tot op heden behouden. Het kasteel wordt in haar geschiedenis meermalen verwoest. Dit gebeurt tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten in 1482 en later nogmaals tijdens de Franse bezetting in 1672. Voor het kasteel is het huwelijk tussen Etienne G.F. van Zuylen van Nijevelt (1860 -1934) met Hélène C.B de Rothschild (1863-1947) van belang want zij besluiten De Haar te revitaliseren. De eerdergenoemde architect Cuypers gaat energiek aan de slag maar verzuimt helaas bouwhistorisch onderzoek uit te laten voeren waardoor zijn bouw werkzaamheden veel oude sporen uitwist. Het vervallen kasteel krijgt bij de herbouw een neogotisch voorkomen, waarbij inspiratie uit de Franse gotiek is geput. Vaak past men op De Haar de kleuren rood en wit toe omdat deze refereren aan het wapen van de familie Van Zuylen. Ook zijn zoon Jos(eph) Th.J. Cuypers (1861-1949) is bij deze omvangrijke opdracht betrokken. Zelfs wordt op het terrein een steenbakkerij ingericht voor de levering van baksteen. In 1913 is De Haar eindelijk gereed en is dan voorzien van talrijke moderne gemakken zoals centrale verwarming, stromend water, liften en een eigen elektriciteitsvoorziening. Het landschappelijke park komt in samenwerking tussen Pierre Cuypers, Leonard A. Springer (1855-1940) en Hendrik Copijn (1842-1923) tot stand. Van Copijn is bekend dat hij voor dit park door tal van Utrechtse dorpen op handkarren vele levensgrote bomen heeft aangevoerd. Het dorp Haarzuilens is een ontwerp van Jos Cuypers en moest personeel en pachtboeren tot nut zijn. Op de schouw in de ridderzaal zijn onder meer de deviezen van de families Van Zuylen en Van de Haar te lezen.