Oranjestein
It Oranjewald/Oranjewoud - Friesland
Vriend van sKBL
Na de Bataafse revolutie van 1795 worden de stadhouderlijke bezittingen, dus ook Oranjewoud, verbeurd verklaard en krijgt de Bataafse Republiek de Nassause domeinen in eigendom. Achttien jaar later valt de buitenplaats Oranjewoud uiteen door een veiling in percelen. Een van die percelen is het terrein waarop de rentmeesterwoning van Oranjewoud staat. Deze woning en een aantal smalle langgerekte percelen vormen de start van Oranjestein; dit is het westelijke deel van het huidige Oranjestein. Het deel Oranje in de naam Oranjewoud laat een verbondenheid met het verleden van de plek en haar omgeving zien en ‘stein’ zegt niet meer dan ‘stenen huis’. Mogelijk heeft men zich met de naam ook een zekere status willen aanmeten. Na eerdere bezitters krijgt Pieter Cats (1763-1832) Oranjestein in 1820 in handen. Cats start in het jaar daarop met de verbouwing van het toenmalige huis; het wordt vergroot door o.a. een aanbouw aan de westzijde. gelijktijdig wordt ook een landschapspark aangelegd, door de tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851). Roodbaard, in Drenthe geboren en in Groningen opgeleid en werkzaam geweest als o.a. hovenier, is dan nog maar enkele jaren werkzaam in Friesland. Al snel verwerft hij naam en faam en gedurende zijn carrière brengt hij uiteindelijk een groot aantal tuinen en parken in Noord-Nederland tot stand. De schoonzoon van Pieter Cats, Johannes Bieruma Oosting (1786-1829), diens zoon Jan (1816 -1885) en kleinzoon Johan (1842-1902) breiden het park verder uit. In 1846 vindt de eerste uitbreiding in oostelijke richting plaats; het betreft het huidige middendeel van de buitenplaats, het deel met de hertenkamp. Vervolgens wordt in 1872 het meest oostelijke deel aangekocht en krijgt Oranjestein min of meer zijn huidige omvang. Ook de woning verbouwt men na 1821 nog enige keren ingrijpend. In 1855 vindt de eerste verbouwing plaats en in 1897 volgt een tweede. Uiteindelijk komt een gepleisterd landhuis met twee bouwlagen op een hoog onderhuis tot stand; in neoclassicistische stijl. Anno 2012 is Oranjestein nog steeds een particuliere buitenplaats en nazaten van de vroegere eigenaren bewonen in de zomermaanden het landgoed. Openstelling op zondagmiddagen in augustus en/of september maken het een ieder mogelijk het park te aanschouwen. In het westelijke deel van het park vindt men glooiende taluds met gazons en strak uitgesneden, dieper gelegen slingerpaden, een komvormige vallei met een slingerende beek met een kettingbrug, een romantische ‘grot’ en een prieel in de zichtas vanaf het huis. In het middendeel van het park bevindt zich een waterpartij ten oosten van het huis en de menagerie met een nog bestaand vogelhuis. Verder is er de hertenkamp: een grote open ruimte, begrensd door water en bos. Een toegang tot de hertenkamp is de onderdoorgang van een brug, met aan een zijde een voormalige ijskelder. Vervolgens liggen in het meest oostelijke deel van het park de moestuin, de oranjerie uit 1875 en een 19de-eeuws tuinhuis. En tot slot staan verspreid in het park ook nog eens de prieeltjes, verrassende tuinsieraden.