Dit is met recht een verrassend boek te noemen omdat het een aspect van de rijke cultuurhistorie op historische buitenplaatsen benadert vanuit het perspectief van de hoveniers of gardeniers, zoals ze ook wel werden genoemd. Doorgaans zijn het de eigenaren van de paradijselijke tuinen die in de17de en 18de eeuw centraal staan of roem vergaarden met hun groene kunstwerken; hoveniers zijn tot nu toe vrijwel onderbelicht of zelfs onzichtbaar gebleven. Intensief archiefonderzoek van Lenneke Berkhout, die kort geleden op dit onderwerp promoveerde, plaatst de toen geldende vakkennis en -kunde nu in het voetlicht. Een hovenier van Oranje is een nut, bequaem en geexperimenteert persoon met een maatschappelijke positie, een carrière, een internationaal netwerk en een persoonlijk leven dat nauw verweven was met zijn prinselijke opdrachtgevers. Waardering voor hun werk of persoon was echter ver te zoeken. Er zijn genoeg afbeeldingen bekend van tuinen en parken en soms zie je daarop hardwerkende tuinlieden in een door hen goed onderhouden tuin, nog vaker werden ze afgeschilderd als onbetrouwbaar, eigenwijs, lui en onbekwaam. Drankmisbruik en wangedrag zijn daarbij geregelde typeringen. Ook de wijze waarop hun opdrachtgevers of hun rentmeesters met hen omgaan, zegt veel over de wijze waarop men in de 17de eeuw over handwerklieden dacht. Lonen konden eenzijdig worden gekort of ingehouden indien er zich zaken hadden voorgedaan die het hof onwelgevallig waren.
Berkhout behandelt in haar dissertatie, die ook voor een leek vol bijzondere verhalen en anekdotes staat, ruim 100 jaar tuingeschiedenis aan de hoven van de Oranjes. In haar onderzoek schetst zij de ontwikkelingen door die tijd heen en gaat zij in op de maatschappelijke veranderingen in relatie met wat dit voor de tuinbazen en hoveniers betekende. Waren de tuinwerkers aanvankelijk wat je zou kunnen betitelen als ‘eenvoudige’ tuinlieden, naarmate de tijd verstrijkt vergrootten zij hun kennis en vaardigheden aanzienlijk en brengen zij horti-culturele innovaties steeds in de praktijk. Daarnaast onderhielden zij netwerken met collega’s elders tot in het buitenland aan toe.
Door deze publicatie gaat de lezer met andere ogen naar dit bijzondere beroep kijken  en ontstaat als vanzelf meer waardering voor de tuinbazen in onze tijd. Hun grote (praktische) vakkennis en kunde, die nog steeds wordt uitgebreid en zich voegt naar de nieuwste ontwikkelingen, verdient respect en waardering. Nu, in de 21e eeuw, zijn er zorgen over de instandhouding van historische tuinen en parken omdat het aantal hoveniers dat zich hierin wil bekwamen niet erg groot is. Wellicht ondersteunt dit boek ook het Gilde van Tuinbazen bij het delen van kennis en deze door te geven aan een volgende generatie tuinbazen. Daarmee nemen zij deel aan de traditie van hun illustere voorgangers. Een interview van de uitgever met de auteur over haar boek staat op youtube.com. SO
Hoveniers van Oranje is een geïllustreerde paperback uitgave van Uitgeverij Verloren en telt 470 pagina’s.
Lenneke Berkhout, Hoveniers van Oranje, Functie, werk en positie 1621-1732, Hilversum 2020.
ISBN 9789087048358
Prijs: € 39,-