Landgoed Schouwenburg

Het verhaal van
Fenneken en Pim Anneveld- van Wesel

Door Rien de Vries

Fenneken en Pim Anneveld-van Wesel in de keuken, daterend van begin 20e eeuw

Aankomst

Een licht slingerende klinkerweg leidt vanuit de noordkant zijdelings naar de historische buitenplaats Schouwenburg dat tussen ’t Harde en Elburg aan de rand van de Veluwe ligt. Af en toe is het huis tussen de omliggende bomen te zien. Naast de oprijlaan en frontaal voor het huis ligt een ruime parkweide. Schouwenburg ligt iets verhoogd op een eiland omgeven door een gracht met twee vijvers en vormt een scharnierpunt tussen de noord- en zuidzijde. De noordzijde, waarop het front van het huis is gericht, vormt een ruimtelijk geheel waarbij coulissen van beplanting de blik naar het huis leiden. De zuidzijde bestaat uit gazon, een zichtlaan en weilanden. 

Historie

De eerste vermelding waaruit blijkt dat er op Schouwenburg een aanzienlijk huis stond dateert van 1623 en bleef bewaard in een verpondingscohier (een soort belastingregister). Het huis was in eigendom van Maria van Arler, gehuwd met Johan Sageman. Tot 1761 is het landgoed in eigendom gebleven van de nazaten van Aert van Arler. In 1777 kwam het landgoed via doorverkoop in handen van baron Adolph Pieter Carel van Spaen. Onder Louise van Spaen vond in de eerste helft van de negentiende eeuw een grote verbouwing aan het huis plaats dat neo-classicistische kenmerken kreeg, zoals een trapgevelfront boven de hoofdingang. In 1867 verscheen in enkele nieuwsbladen het bericht dat Schouwenburg gesloopt zou worden. Op de valreep redde Johannes G.W.H. baron van Sytzema, kantonrechter in Elburg, het huis van de sloop. Alleen de oostelijke uitbouw uit 1842 werd afgebroken. Na het overlijden van Van Sytzema (1907) liet zoon Maurits Pico Diederik (1869–1939) zijn geboortehuis van gasverlichting voorzien. Het huis werd aan de oostzijde door architect Mannes Meijerink uitgebreid met een serre en aan de westzijde kwam een nieuwe dienstvleugel met keuken, kelder en mangelkamer en een speciale trap voor het dienstdoende personeel. De tuin werd in neo-geometrische stijl aangelegd, wat eind negentiende eeuw populair werd. Dochter Jacoba Catharina van Sytzema (1899–1995) bewoonde daarna het huis. Na de oorlog diende Jacoba Catharina voor koningin Juliana als hofdame bij bijzondere gelegenheden op paleis Soestdijk. Regelmatig bezocht de vorstin Schouwenburg. Waarschijnlijk ontleent de Damestuin zijn naam aan deze bezoeken. In 1975 verkocht de freule haar boerderijen aan de pachters en werd de buitenplaats met landgoed bestaande uit 70 hectare verkocht aan de stichting Geldersche Landschap, waarna het huis tot 2002 werd verhuurd aan het Evangelisch Begeleidingscentrum (EBC). Na een huurperiode en antikraak bewoning kwam Schouwenburg eind 2008 in eigendom van de familie Anneveld van Wesel.   

relevantie

‘Een historisch gebouw als dit moet je relevant houden’, vindt het echtpaar Anneveld- van Wesel. Het huis is gedurende enkele eeuwen veelvuldig overgegaan in andermans handen. Fenneken: ‘neem als voorbeeld de marmeren tegels in de hal uit 1623, of het prachtige stucplafond uit 1779 die baron van Spaen in de eetkamer liet aanbrengen. Historische elementen houden we graag in stand, hoewel de functie van de kamer door de tijd kan veranderen en moderne apparatuur nodig is om in deze tijd te kunnen leven.’ Aan de andere kant van de hal, tegenover de vroegere eetkamer bevindt zich een kleine sobere kamer waar vroeger de pachters werden ontvangen voor afdracht van hun pacht. Als een rode draad zal de relevantie van het gebouw in combinatie met moderne aanpassingen door het verhaal van Fenneken en Pim heen lopen. Inrichting en onderhoud van Schouwenburg hebben ook andere tijden gekend. Van 1976-2002 was het huis verhuurd aan het Evangelisch Begeleidingscentrum (EBC). Ontspoorde jongeren werden er opgevangen en begeleid.  Het huis kreeg een nieuwe indeling om mensen te kunnen onderbrengen. Fenneken: ‘de eetkamer waarin we nu aan tafel zitten en de salon waren met gipsplaten wanden verdeeld in vier kamertjes. Boven waren alle slaapkamers in tweeën gedeeld door bordpapieren tussenwandjes om zoveel mogelijk kamertjes met hoogslapers te creëren. Op die wandjes waren CV leidingen amateuristisch geschroefd. De verfkwast werd ter hand genomen door tijdelijke bewoners. Twee gasketels zorgden voor verwarming, maar veroorzaakten hoge energiekosten.’ Na de periode EBC werd jarenlang tevergeefs gezocht naar een nieuwe bestemming voor de buitenplaats. November 2008 besloot de familie Anneveld- van Wesel de buitenplaats met grond binnen de gracht, bestaande uit twee hectare, te kopen. Fenneken: ‘op weg naar  de notaris kreeg ik wel klamme handen van de spanning, want in 2008 brak de bankencrisis uit. Dat zorgde voor een onzekere tijd. Voordeel in die tijd was dat aannemers en installateurs zaten te springen om werk en dat de overheid de btw verlaagde naar zes procent. Begin 2009 vestigden we ons in het ongerestaureerde koetshuis. Een blauwe plastic schelpzandbak lag opengeslagen op de zolder boven ons bed zodat we bij regen droog bleven. We leefden in stoffige werkkleding.‘

Huis Schouwenburg gezien vanaf de vijver in de gracht

Verhalen door het oude huis 

Veel onderzoek werd verricht in en over de buitenplaats. ‘Achter gipsplaten wanden vonden we oude traptreden waar de trap stond voordat Louise van Spaen begin negentiende eeuw het huis grondig verbouwde’, vertelden Fenneken en Pim. Op een van de bovenkamers kwam achter een gipsplaten wand een handgeschilderde stuclaag tevoorschijn, daterend van omstreeks 1776 toen baron van Spaen het stucplafond in de zaal had aangebracht. Fenneken: ‘door een uitsparing in de wand hebben we dat intact gelaten en zichtbaar gehouden. Volgens de gevonden bouwtekening uit 1911 is de keuken herbouwd, maar wel met een hoger traditioneel granito aanrecht en moderne apparatuur. Enkele interieurfoto’s uit de tijd van freule Jacoba Catharina van Sytzema in de jaren vijftig en zestig zijn teruggevonden. Onderzoek en restauratie werden onze laatste fulltime baan.’ Het huis had een casco restauratie nodig: dak herstellen evenals de kapotte spanten, boktor in de kozijnen bestrijden, kelders drogen en het huis waterdicht krijgen. Op basis van kleuronderzoek zijn de negentiende-eeuwse buitenkleuren hersteld: de ramen donker groen en de kozijnen okergeel evenals de daklijst. Aan de zuidzijde is ter hoogte van de keuken een nieuwe veranda gebouwd en binnen zijn vele vertrekken in hun oorspronkelijke omvang en allure hersteld. Het huis heeft nu vijftien kamers. De zoldertrap is verplaatst. Fenneken: ‘als je alle kleuren uit de tijd van de freule zou willen overnemen word je acuut depressief van het bruin en grijs dat toen overheerste. Volgens traditie hebben alle kamers een eigen kleur gekregen, weliswaar in modernere kleuren en met passende decoratie. De gang gaven we een kleur die past bij alle verschillende kleuren in de kamers. Het verhaal van toen probeerden we zichtbaar te maken in onze tijd. Dat geldt ook voor het opnieuw toepassen van behang op oude bestaande latten. ‘Deze klassieke werkwijze heeft enkele voordelen. Een laagje stilstaande lucht ontstaat tegen de eensteens buitenmuur. Dat zorgt voor een ademende constructie en op latten gespannen behang blijft langdurig in goede staat. Fenneken:  â€˜Ik heb wel duizend verschillende behangetjes bekeken; gelukkig was de schilder erg geduldig.’ Pim: ‘Ik fungeerde daarbij slechts als chauffeur, maar had er vertrouwen in dat het goed zou komen.’ 

Wandverwarming       

Begin 2009 begon de verbouwing. Het  werd dat jaar een erg warme zomer met temperaturen rond 30 graden, maar binnen bleef het klimaat klam en kil door optrekkend vocht; in de gang vielen plakken stucwerk van de muren. Fenneken: ‘Ik dacht, dat kunnen we bouwfysisch omdraaien.’ Door met lage temperatuur de wanden te verwarmen en dus de basis van het huis op 20 graden te brengen verdampt het optrekkend vocht en is het minder koud in huis. Verwarmen met lage temperatuur heeft tijd nodig. Als je in september begint met verwarmen is de muur in oktober opgewarmd. Zet je het in april uit dan is het is mei afgekoeld. Daar waar het kon is het toegepast, zoals de wanden in de gang. Door de warmtecapaciteit van de massa te gebruiken, zoals in de gang met brede wanden (2 verdiepingen hoog en 20 meter lang) verspreidt de warmte zich naar andere ruimtes. De muren fungeren als een radiator midden in het huis. Dit systeem is zuiniger dan hoge temperatuur radiatoren. Bij een buitentemperatuur van -10 graden verschilt de watertemperatuur 30 graden. Bij het gebruik van radiatoren met water tot 70 graden, is het verschil dubbel zoveel. Bovendien zit de warmte in het huis, terwijl warmteverlies vooral aan de buitengevels gebeurt waar de wind om het huis waait en de buitenmuren koud zijn. De luchttemperatuur in huis is niet zo hoog maar de wanden stralen een behaaglijke warmte af. In de winter kunnen de binnendeuren gewoon open staan. Fenneken: ‘lage temperatuur vormt de basisverwarming. We hebben een hoge- en een lage temperatuurcircuit. Waar nodig, zoals bij ramen met enkel glas, dienen convectoren en gietijzeren radiatoren als aanvulling op de verwarming. Per ruimte is gekeken wat de beste oplossing is. Zo gebruiken we ook dikke gordijnen en binnenluiken in niet gebruikte ruimtes.’ Op het dak liggen zonnecollectoren. Acht panelen leveren warm water. Beneden in de kelder staan twee grote biomassaketels. In 2010 was dat het toppunt van duurzaamheid. Tegenwoordig kun je er vraagtekens bij stellen, maar het zijn professionele ketels compleet met rookgasreiniging, dus weinig uitstoot van fijnstof en er is ook warmteterugwinning op de rookgassen. Ze zijn duurzamer dan de gebruikelijke pelletkachels in huishoudens. Op zolder staat een buffervat  voor warmteopslag van 1500 liter, verwarmd door de zonnecollectoren op het dak. Als de zon niet schijnt verwarmen de biomassaketels het buffervat.  Het buffervat verwarmt het hoge warmtecircuit via de radiatoren en convectors en de lage circuitverwarming via de wandverwarming.  Een derde circuit zorgt voor warm tap- en kraanwater in de keuken en badkamers. 

Een doorkijkje van de eetkamer naar de woonkamer en de bibliotheek.
Het behang van de eetkamer is gedecoreerd met groene takken en rode kersentrosjes.

Inburgering

‘Toen we net ingetrokken waren in het koetshuis spelden wij het plaatselijke suffertje. De historische vereniging wilde een wandeling maken. Een deel van de wandelroute was door ons met bouwhekken afgegrendeld. We maakten met de vereniging een afspraak om uit te leggen wat we met het huis van plan waren. Die kennis over onze bouwplannen verspreidde zich als een lopend vuurtje door de gemeenschap. Later vroeg de in ons huis werkende loodgieter of we voor de buurtvereniging een lezing wilden houden over onze bouwplannen. Tot onze stomme verbazing zaten in een grote zaal  200 mensen ons op te wachten met de burgemeester op de eerste rij en de gemeentesecretaris ernaast. Daarna wist heel Oostendorp over ons en wat we van plan waren. Dat was een ultieme inburgering.’ Op monumentendag stellen we ons huis open voor bezichtiging. Op de eerst openmonumentendag na de oplevering kwamen alle bouwvakkers met hun hele familie om te tonen hoe ze het huis hadden opgeknapt. Op die dag kregen we een paar honderd bezoekers. Pim: ‘we zijn wel zij van het huis. We bieden graag ruimte voor uiteenlopende activiteiten waar we enige affiniteit mee hebben zoals vergaderingen, lezingen, muziek of cursussen. Het huis biedt die mogelijkheden en het huis wordt alleen maar leuker als er meer mensen van genieten.

Scroll naar boven