door Lenneke Berkhout, redactie
In de zestiende eeuw lag op de plek van het huidige landgoed een boerderij met boomgaard genaamd Oostduin. Een eeuw later verrees een buitenplaats met een koetshuis, vijvers en sier- en moestuinen. Vlakbij was nog een tweede buitenplaats Arendsdorp. Halverwege de negentiende eeuw kregen beide landgoederen dezelfde eigenaar en werden samengevoegd. In 1854 erfde Carel Jan Emilius graaf van Bylandt de landgoederen Oostduin en Arendsdorp. Het huis Arendsdorp werd rond die tijd gesloopt. De graaf gebruikte huis Oostduin als zomerverblijf. In 1902 liet hij beide landgoederen na aan zijn dochter, jonkvrouw Marie Alexandrine Otheline Caroline gravin van Bylandt.
Marie gravin van Bylandt
Marie gravin van Bylandt ging in 1918 permanent wonen op huis Oostduin en besteedde veel aandacht aan het park en de moestuinen. Onder grote druk van de gemeente Den Haag moest zij in de jaren 1920 tegen haar zin een deel van haar grond verkopen voor de aanleg van de wijk Benoordenhout. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zag zij zich genoodzaakt haar huis en landgoed te verlaten. Een V2-bom en plunderingen door Duitse soldaten beschadigden het huis en landgoed zo zwaar, dat de gravin na de oorlog niet meer terug wilde keren naar haar landgoed. Zij liet het huis afbreken. Gezien de eerdere houding van de gemeente piekerde zij er niet over haar grond met de overgebleven bijgebouwen aan de gemeente te verkopen. Zij was zeer gelovig en besloot haar landgoed met de resterende gebouwen na te laten aan de Protestantse kerk. Deze bracht het beheer van het landgoed in 1947 onder in de stichting Oostduin. Haar geld schonk Marie gravin van Bylandt aan de stichting die nog steeds haar naam draagt en met haar vermogen financiële steun biedt aan stichtingen en verenigingen die projecten tot stand willen brengen in het algemeen belang van mens en/of dier in Nederland. De M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting is gevestigd in huis De Rietjes, de voormalige tuinmanswoning op het landgoed.
Goede rentmeester
Gerard van Evert is sinds 1990 penningmeester van de stichting Oostduin die eigenaar is van het landgoed en de rijksmonumentale bijgebouwen. ‘De stichting voelt zich de rentmeester van dit landgoed. In de jaren vijftig is een langdurend contract afgesloten met de gemeente voor het onderhoud van het groen. Het beheer van de monumentale gebouwen op het landgoed doen wij zelf. De afgelopen jaren hebben wij veel geïnvesteerd in onderhoud en restauratie van deze panden, die allemaal zijn verhuurd. In het gebouw waar de gravin vroeger de groenten en het fruit uit haar moestuin weckte, huist nu de scouting en in de prachtige koepel is een bedrijf gevestigd. Ook de voormalige portierswoning bij het toegangshek tot het park is verhuurd, evenals de tuinmanswoning. Naast goed onderhoud willen wij graag dat het landgoed van betekenis is voor de buurt. Deze groene plek is belangrijk en wordt druk bezocht. Toen een aantal buurtbewoners een plan voor een pluk- en moestuin presenteerde, hebben we dan ook onze medewerking toegezegd.’
Bewonersinitiatief
Caroline van Kordelaar is een van de initiatiefnemers van dit plan. ‘In 2016 hebben enkele buurtbewoners het initiatief genomen om een pluk- en moestuin te realiseren. Met subsidie van Fonds 1818 hebben we een plan laten opstellen door Peter Verhoeff van Stichting in Arcadië. Op basis van dat plan hebben we vervolgens steun gekregen van de Stichting Oostduin en van de gemeente Den Haag. Zij vonden het een leuk idee en we mochten aan de slag in het deel van het park dat de zonneweide wordt genoemd. Van de provincie kregen we subsidie om de begin achttiende-eeuwse tuinmuur die hier staat te herstellen en de kas bij deze tuinmuur te laten herbouwen. Voor de herbouw van de kas was een wijziging van het bestemmingsplan nodig en dat bleek niet mogelijk. Op dat moment, in 2019, schoot de Stichting Oostduin te hulp.’ Gerard Evert: ‘Toevallig konden wij als stichting in die tijd een stuk grond kopen dat bekend stond als de Gravinnetuin. Deze ommuurde tuin was ooit deel van het landgoed, maar was verkocht aan de eigenaar van een serviceflat die naast de tuin was gebouwd. De bewoners van de serviceflat hadden hier ooit een eigen tuintje. De Gravinnetuin was heel geschikt voor het plan van de buurtbewoners. Er is hier door de eeuwen heen altijd al een moestuin geweest en het bewonersplan sloot goed aan op ons idee om een rustige plek voor de buurt te creëren waar jong en oud welkom zijn. Samen met de initiatiefnemers hebben we ons ingespannen om draagvlak in de buurt te verwerven voor het nieuwe plan.’
Moestuin voor en door de buurt
Er kwam een nieuwe ontwerp voor een moestuin in de Gravinnetuin. De tuin bestaat uit een kwadrant met zes vakken. Eromheen liggen schelpenpaden. De aanleg van de tuin was mogelijk dankzij financiële middelen van de provincie Zuid-Holland, het Oranjefonds, de Stichting Oostduin en de Gravin van Bylandt Stichting en veel inzet van vrijwilligers. Het bestuur van de Stichting Oostduin stelde voor een dag in de week Leo van der Vlugt als tuinbaas aan. Hij brengt de noodzakelijke kennis in, maakt een werkplanning en verdeelt het werk. Inmiddels zijn veertig vrijwilligers uit de buurt betrokken en is er al flink wat geoogst.
Caroline: ‘De plek was niet leeg, toen we begonnen. Bewoners van de voormalige serviceflat hadden hier een eigen tuintje in de vorm van een taartpunt. Iedere tuin had een eigen terras. We hebben heel wat stenen weggehaald! De beplanting die er stond hebben we natuurlijk niet weggegooid. Die heeft een plek gekregen langs de randen van de moestuin. Voor het teeltplan van de moestuin hebben we gebruik mogen maken van het beplantingsplan van de moestuin van kasteel Doorwerth. Dat was fijn en scheelde ons veel werk. We hebben daardoor bijzondere groenten in de tuin, zoals groenlof en Brave Hendrik (een bladgroente). De groenlof smaakte overigens nogal bitter, dus volgend jaar gaan we daarvan minder telen’, zegt Caroline lachend.
Een van de vrijwilligers die wekelijks meehelpt is Lucia van der Borg. ‘Toen ik hier voor het eerst kwam, voelde het als een warme deken. Iedereen was druk bezig. Het is een fijne plek en de groep vrijwilligers is heel divers. Jong en oud helpt mee. De oogst uit de tuin is voor de vrijwilligers en we wisselen onderling recepten uit. Laatst hebben we bietjes geoogst voor het verzorgingshuis hier vlakbij. Dat soort acties willen we vaker doen.’
Toekomstplannen
Er is het afgelopen jaar hard gewerkt, maar er liggen nog veel plannen op stapel. De moestuin krijgt een nieuwe ingang, want het huidige hek ligt een beetje verborgen. Tegen de oude, herstelde tuinmuur komt volgend jaar leifruit met daarvoor een strook met bloemen en kruiden. Ook is het de bedoeling om educatieve activiteiten voor en door de buurt te bieden in de moestuin en de scholen in de buurt te betrekken. De gravin zou deze toekomstplannen ongetwijfeld toegejuicht hebben.