Landgoed Ekenstein

Appingedam - Groningen

In 1648 laat de Groninger stadssecretaris en latere burgemeester Johannes Eeck (1600-1663) het naar hem vernoemde Ekenstein optrekken. Het is gelegen aan het Damsterdiep, dus met een goede verbinding over het water naar Groningen. Onno Joost Alberda van Nijenstein (1709-1756) koopt Ekenstein in 1754 en noemt zich voortaan Alberda van Ekenstein. Een gedenksteen vermeldt ‘Aedificata 1648, Ampliata 1772’, oftewel ‘Gesticht 1648, Vergroot 1772’. Het landgoed blijft vervolgens eeuwen familiebezit van de Alberda’s van Ekenstein. In 1827 volgt een vernieuwing van het huis en in dezelfde periode worden de tuinen vergroot en omgevormd naar de landschapsstijl, door Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851). Men vergraaft de 17de-eeuwse rechthoekige gracht rond het huis tot een slingervijver met uitlopers. In 1870 volgen nieuwe werkzaamheden, nu de verbouwing tot een neogotisch huis. De bestaande voor- en zijgevels worden bepleisterd; kantelen, pinakels, een portiek en meer worden aangebracht en de achterzijde wordt uitgebouwd. Materiaal van afgebroken borgen wordt hierbij gebruikt. In de achtergevel metselt men wapenstenen van elders in en de bibliotheek krijgt gebrandschilderde ramen uit verschillende Groningse kerken. Tot slot wordt op de begane grond een grote ‘ridderzaal’ ingericht, geheel in neogotische stijl.