Kasteel De Bongard

Bocholtz - Limburg

De oorspronkelijke 14e-eeuwse omgrachte burcht wordt voor het eerst vermeld in 1373. In 1523 verbouwt Bernard van Bongard het kasteel en in 1550 voegt hij de vier ronde hoektorens toe. In de 19e eeuw is het kasteel verkleind tot een kwart van de oorspronkelijke opzet, waarbij slechts één ronde toren (de poorttoren) en de daar tussen gelegen vleugels werden bewaard. De overblijvende vleugel en de poorttoren werden aan beide zijden voorzien van een kopse gevel. Het gehele gebouw is opgetrokken uit bakstenen met speklagen van mergelsteen. Hierdoor ontstaat het kenmerkende Maaslandse Renaissance uiterlijk. De ingangspoort in de poorttoren is voorzien van een laatgotische hardstenen omlijsting. Aan de zijde van de binnenplaats bevinden zich overblijfselen van twee galerijen uitgevoerd in vroegrenaissance stijl en voorzien van zuilen. Inwendig heeft het kasteel een laatgotische schouw. In 1680 werd de heerlijkheid verkocht aan C.G. von der Leyen. Van 1680 tot 1773 was het kasteel bestuurscentrum van de heerlijkheid Simpelveld-Bocholtz. In de meeste gevallen zijn zij ook stadhouder van de Laathof Bongard en Schout van de bank Simpelveld-Bocholtz. In 1783 verkoopt Francois Charles von der Leyen, mede namens zijn broers, de Heerlijkheid Simpelveld-Bocholtz met het kasteel en alle aanhorigheden aan Marie Barbe de Rochow en vangt een periode van verval aan. Na 1795 komt het kasteel in handen van diverse adellijke families waarvan de laatste bewoonster, J.F.M. Weichs de Wenne is. Tijdens de inval van de Fransen werd het kasteel grotendeels verwoest. Bij het kasteel ligt een in 1701 uit kalkbreuksteen opgetrokken U-vormige hoeve. Rond het kasteel is een park aangelegd.