Avegoor

Ellecom - Gelderland

De geschiedenis van het goed Avegoor gaat terug tot het jaar 1339 , dan is er een eerste vermelding. De huidige naam ‘Avegoor’ is door de eeuwen via Avergoer, Overgoor en Overgeer wat bijgeslepen en komt van het oude ‘Auergoir’. Auer = over, goir = goor of moeras. Inderdaad is de positie van het huis gelegen boven de zompige plaats dat zuidelijk van het gebouw ligt. Dus ‘over het water’ gelegen. Na generaties lang in leenbezit te zijn geweest van Middachten, kwam aan het begin van de 17e eeuw Anna, vrouwe van Middachten, in financiële moeilijkheden. Zij besloot om afstand te doen van enig bezit, waaronder dit goed Avegoor. Het kwam in 1626 in handen van de legerkapitein Derck van Biesen. Bij zijn dood in 1642 erfde zijn zoon Jacob, bekend boekdrukker in Arnhem en in dienst van het Hof van Gelre aldaar, het goed. In 1647 had stadhouder prins Willem II van Nassau het nabijgelegen Hof te Dieren gekocht als jachtslot en kocht daarvoor ook Avegoor op. De Ruitersbeek die over het terrein liep had hij als watertoevoer voor zijn waterwerken in de hoftuinen nodig. Willem III erfde het landgoed en het bleef tot aan zijn dood in 1702 koninklijk bezit en werd nu en dan gebruikt als uitvalsbasis voor de fazantenjacht. In de 19e eeuw is het huis in vele handen overgegaan, totdat het in in 1928 werd doorverkocht aan de Bond van Personeel in Overheidsdienst. Onder de naam Troelstra Vacantieoord Avegoor genoot het landgoed vervolgens een grote belangstelling als vakantiebestemming voor haar leden. In de oorlog is het geconfiskeerd door de Duitse SS, na de oorlog werd het interneringskamp en hospitaal. In 1950 kwam Avegoor na een jaar van herstelwerk weer in het bezit van de eerder genoemde vakbond, dan het NVV genoemd, het latere Abvakabo. Eén barak bij de ingang van het terrein werd afgebroken, de tweede liet men staan en werd verhuurd als huishoudschool, later als vakantieoord voor groepen. Tegenwoordig is het in gebruik door een kerkgenootschap. Sinds 1997 is het in gebruik als hotel.