door Lenneke Berkhout
Op de grens van Noord-Brabant en Limburg ligt de Peel, een hoogveengebied waar bewoners eeuwenlang turf staken. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw werd dit gebied op grote schaal ontgonnen en omgevormd tot bos en cultuurlandschap. In 1903 kochten de broers Adam en Jan-Berent Roelvink ruim duizend hectare grond in de Peel ten noordoosten van Helmond. De broers kwamen uit Twente, waren bankier en werkten voor de Twentsche Bank in Amsterdam. Zij lieten hun nieuw aangekochte grond ontginnen door de Nederlandse Heidemaatschappij.
Villa Groote Slink
De broers reisden af en toe vanuit Amsterdam naar de Peel om de ontginning van hun grond te volgen. In 1908 besloot Adam Roelvink op zijn grond in de gemeente Oploo een landhuis te laten bouwen waar hij en zij vrouw van tijd tot tijd konden verblijven. Hij gaf de Amsterdamse architect Karel Muller opdracht een villa te bouwen. Roelvink wilde dat de villa eventueel ook kon worden gebruikt als boerderij en dat is deels terug te zien in het ontwerp. Roelvink noemde zijn villa ‘Groote Slink’ en verbleef er graag met zijn vrouw Christine Willink. Uiteindelijk besloten zij er permanent te gaan wonen. De omgeving van De Peel was namelijk heilzaam voor de gezondheid van Christine.
Parkaanleg door Leonard Springer
De villa keek uit op de kale, woeste grond van de Peel. Roelvink nam landschapsarchitect Leonard Springer in de arm om een fraai park in landschapsstijl aan te leggen. Springer was in die tijd een toonaangevende landschapsarchitect met een grote voorliefde voor bomen. Hij liet in het park rond de villa onder andere een paar duizend beuken en kastanjebomen aanplanten. Er kwamen twee grote zichtassen vanuit de villa in de vorm van kaarsrechte lanen. Een laan kreeg de toepasselijke naam ‘Long Walk’. De andere laan werd de ‘Düsseldorfer Allee’ genoemd, omdat het exacte kopie was van de Königsallee in Düsseldorf waar Roelvink regelmatig kwam. Naast deze twee lanen kwamen er enkele smalle zichtassen in de vorm van paden en zichtassen over de weilanden. Als onderdeel van de landschappelijke aanleg liet Springer de bestaande Slinkven zo vergraven dat het vanuit de verte een slingerende rivier lijkt.
Vanwege de arme grond had de nieuwe aanplant het zwaar en groeide langzaam. Later zijn veel bomen verloren gegaan. Bijzonder is dat een judasboom (Cercis siliquastrum) bewaard is gebleven. Het is naar verluid de oudste judasboom van ons land. Ook de zichtassen waren in de loop der tijd verdwenen, maar Brabants Landschap, dat in de jaren 1960 eigenaar werd van het grootste deel van het landgoed, heeft de oude zichtlijnen inmiddels in ere hersteld. Een wandelroute door dit gebied laat nog veel van het ontwerp van Springer zien en leidt ook langs de graven van Adam Roelvink en zijn vrouw Christine Willink en langs de ‘Justitieplaats’ waar in vroeger eeuwen mensen werden opgehangen, waarschijnlijk aan de takken van een eikenboom.
Woon-werkgemeenschap Bronlaak
Na de dood van haar ouders erfde dochter Willy Roelvink het landgoed. Vanaf september 1947 verhuurde zij het grootste deel van het landhuis met de omliggende grond aan Simon Antonides en zijn vrouw Albertina Gevers Leuven. Dit echtpaar legde op landgoed de Groote Slink de grondslag van het eerste antroposofische instituut voor volwassenen met een verstandelijke beperking in Nederland. Op zaterdag 23 oktober 1948 werd de woon-werkgemeenschap genaamd Bronlaak officieel geopend. De naam Bronlaak verwijst naar de bron van koning Laak uit het Parzival-verhaal, een van de ridders van de Ronde Tafel.
In 1958 werd de villa eigendom van de Stichting Bronlaak. Later kreeg de stichting ook 21 hectare tuin, bos en heide. Vandaag de dag maakt de stichting deel uit van zorgorganisatie DeSeizoenen en zijn er verspreid over het landgoed 196 woonplekken verdeeld over verschillende woonhuizen. Ook de oude villa, die nu de naam villa Bronlaak of het Grote Huis draagt, biedt woonplekken en huisvest ‘ons dorpscafé’, een gezellige ontmoetingsplek voor de bewoners en hun familie en voor medewerkers van Bronlaak. Ook wandelaars en bezoekers zijn van harte welkom tijdens openingstijden.
De moestuin
In de visie van Bronlaak is het belangrijk dat de bewoners kunnen werken. Werken brengt structuur in de dag en men leert een ambacht beoefenen. Een grote groep bewoners vindt werk in het onderhoud van de grote moestuin. Hier wordt al 75 jaar lang gewerkt volgens de richtlijnen van de biologisch dynamisch landbouw. De centrale keuken van Bronlaak verwerkt dagelijks de zelf geteelde producten in de maaltijden. Daarnaast wordt een deel van de groenten verkocht in de Bronlaakwinkel, naast andere producten die door de bewoners worden gemaakt. Ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum is de moestuin van Bronlaak op Open Monumentendag geopend en zijn bezoekers van harte welkom.