In de ban van hondenbegraafplaatsen

Door Saskia Ouwehand

Hoe raken twee heren in de ban van hondenbegraafplaatsen en waarom willen ze er een boek over maken? Het begon op Huygens’ Hofwijck te Voorburg. De twee heren, Kees van der Leer en Henk Boers, deden onderzoek voor het in 2015 uitgegeven boek Huygens’ Hofwijck’, de buitenplaats van Constantijn & Christiaan, dat in 2016 de Ithakaprijs won.

Bij dit onderzoek stuitte Kees van der Leer op een door Constantijn geschreven grafschrift voor zijn hondje Geckie. Huygens wandelt geregeld op Hofwijck in gezelschap van zijn levenslustige hondje. Gekscherend heeft hij het diertje de toepasselijk naam ‘Geckie’ gegeven. Hoe vaak zal hij niet gelachen hebben om de malle capriolen die het diertje kon uithalen. Tot zijn grote verdriet gaat Geckie in oktober 1682 dood. Hoe sterk gehecht Huygens was aan het beestje, blijkt uit de twee bewogen grafdichten die hij schrijft. De wereld zou er niet slechter van worden als al die grote gekken zouden doodvallen en zijn kleine Geckie nog zou leven. Hij heeft zijn Geckie vast een mooi plekje gegeven in de aarde van Hofwijck, waar ze zoveel tijd samen doorbrachten.

Hondengraf op Hofwijck
Hondengraf op Hofwijck

Mijn Geckies grafschrift

Dit is mijn hondjes graf:

ik sluit het hier mee af

met dat ik wenste (en ’t zou de wereld niet bederven)

dat mijn klein Geckie leefde en al die groten sterven.

Hofwijck, 25 oktober 1682

 

hondengrafOscarIndeWereldtisveelGevaer 2009
Graf van Oscar

Ook Kees van der Leer had zo’n klein hondje, genaamd Oscar. Iedereen in het oude Voorburg kende het vrolijke beestje met zijn opvallend grote vleermuisoren. Maar Oscar werd blind en stierf in 2008, 16 jaar oud. Hij werd begraven in een klein hondengrafje op de buitenplaats ‘In de Wereldt is veel Gevaer’. In navolging van Constantijn schreef Kees een grafdicht voor zijn eigen Geckie.

Reeds lang voordat jij heenging kwam de blinde dood
en stierf het licht voor eeuwig in jouw felle ogen.
Hoe kon de god der dieren dit verdriet gedogen
en aanzien hoe jouw levensvreugde stil vervlood.

Nooit kan ik nu meer staren in jouw blinde ogen
jouw natte snuitje zoekend naar mijn zachte hand.
Hoe zachtjes vlijde ik jouw dode lichaam in het zand
waarover d’ oude boom beschermend staat gebogen.

Nooit kan mijn hand jouw lieve lijf nog strelen
als jij tevreden rustte na een lange tocht
waarin jij steeds de verre einders zocht.
Een passie die wij samen konden delen.

Bij ’t zilv’ren schijnsel van de heldervolle maan
danst plots een vleermuis hoog zijn felle dodendicht.
Zijn bolle ogen ook al eeuwen zonder licht
……..alsof de kleine dode weer is opgestaan

en dapper uitvliegt bij het vallen van de nacht
zodra het schemert boven ’t stille hondengraf.
Zo deert geen duister meer, geen blinde straf:
zijn oren, groot en zwart, zijn nu zijn licht en kracht.

Overigens schreef Huygens ook diverse grafdichten voor zijn tuinbazen. En in het eerder genoemde nieuwe boek over Hofwijck beschrijven de auteurs dat Huygens veel symboliek over de vergankelijkheid op zijn buitenplaats had aangebracht.

Graf van Kobus op Huis te Manpad  ©Helene Blaak
Graf van Kobus op Huis te Manpad

Maar ondertussen is de fascinatie voor hondenbegraafplaatsen op buitenplaatsen gewekt.

Het plan is ontstaan om een boek te maken over hondenbegraafplaatsen op buitenplaatsen. Henk en Kees zijn begonnen met het verzamelen van informatie en de samenstelling van een lijst met locaties.

De zoektocht kost veel tijd, meer dan voorhanden is. Uw hulp is daarom hard nodig. Stuurt u alstublieft informatie en foto’s van hondenbegraafplaatsen op uw of een u bekende buitenplaats. Dit kan naar keesvanderleer@gmail.com

U maakt twee heren daarmee zeer tevreden en, na verschijning van het boek, alle honden- en buitenplaatsliefhebbers.

Laat een reactie achter

Scroll naar boven