Huis te Lande, tuinbouwschool voor meisjes. Wie in de ‘groene’ wereld heeft er niet van gehoord? Huis te Lande is in 1907 opgericht door Jacoba Hingst en heeft een lange, indrukwekkende en bijzondere geschiedenis. Tot 1985 was het een tuinbouwschool voor meisjes; vanaf die tijd mochten er ook jongens naar toe. Inmiddels is het door alle veranderingen in het agrarisch onderwijs een Wellant College MBO, locatie Rijswijk.
Frans Holtkamp heeft na een aantal jaren onderzoek een prachtig boek over die rijke en bijzondere geschiedenis geschreven. Julia Voskuil heeft een aantal oud leerlingen, mannen en vrouwen geïnterviewd. Verhalen die op groene bladzijden door het boek zijn heen geweven. Het boek is niet alleen boeiend voor Huis te Landers, maar eveneens voor anderen met belangstelling voor geschiedenis van het tuinbouw onderwijs en voor emancipatie. Als oud-leerlinge kreeg ik vooral in het eerste stuk een trots gevoel dat ik deel heb mogen uitmaken van die geschiedenis. Jacoba Hingst richtte Huis te Lande op uit puur idealisme. In die tijd waren er nauwelijks mogelijkheden om je te bekwamen in de teelt van bloemen, vruchten en groenten en alles wat ermee samenhing. Er was een aantal tuinbouwscholen, maar daar was je als meisje niet echt welkom. Het waren mannenbolwerken. Het was ook niet gebruikelijk dat vrouwen buitenshuis werkten en zeker niet in de tuinbouw. Dat tijdsbeeld wordt in het eerste gedeelte prachtig beschreven.
Jacoba Hingst kocht van eigen kapitaal drie ha grond en bouwde eveneens met eigen middelen de gebouwen, schuren, koude bakken, kassen en de inrichting van de tuin, die ze zelf ontwierp. De eerste leerlingen kwamen vooral uit de gegoede burgerij; er moest veel schoolgeld betaald worden. Het bijzondere van Huis te Lande is dat het de eerste 75 jaar slechts drie directrices heeft gehad. Jacoba Hingst, Erna Casparé en Ant Post. In de loop der tijd veranderde de school van een elitaire privéschool in een brede school voor iedereen. Er is hard aan gewerkt dat iedereen ook echt ‘in het vak’ aan het werk ging en een baan kreeg. Interessant is om te melden is ook dat tuinkunstgeschiedenis vanaf het begin een volwaardig apart vak was. Dat was het op andere tuinbouwscholen niet. In de jaren ‘70 werd dit vak gegeven door mevrouw Taudin Chabot. Zij publiceerde de eerste Open Tuinengids. Later is dat voortgezet door de Nederlandse Tuinenstichting, opgericht in 1980. De opleiding was zowel theoretisch als praktisch en breed. Tuinontwerpen en groenten-, fruit- en bloementeelt waren de hoofdvakken. Later moest men veel eerder kiezen voor een bepaalde richting.
Door alle maatschappelijke en onderwijskundige veranderingen lag het in 1985 voor de hand dat er ook jongens op de school kwamen. Vanaf toen gingen de ontwikkelingen in een sneltreinvaart. Zoals de titel van het boek aangeeft, gaat het echter vooral over vrouwen in de tuinbouw. In totaal heeft het boek 255 bladzijden, waarvan slechts 35 gewijd zijn aan de periode vanaf 1985. Beline Geertsema
Huis te Lande, vrouwen in de tuinbouw. Middelbare tuinbouwschool voor meisjes, uniek in Nederland telt 252 bladzijden, is rijk geïllustreerd en uitgegeven door de Stichting Rijswijkse Historische Buitenplaatsen (SRHP).
Frans Holtkamp, Huis te Lande, vrouwen in de tuinbouw. Middelbare tuinbouwschool voor meisjes, uniek in Nederland, Rijswijk 2020.
ISBN 9789078689324
Prijs: € 20,- (plus verzendkosten)