Haarlems Klokkenspel, moeder aller stinzenplanten

Door Edwin Visser

maart 2019

Lees een verhaal over stinzenplanten en de kans is zeer groot dat het Haarlems Klokkenspel (Saxifraga granulata var. plena) genoemd wordt. In dit artikel komt een aantal facetten van dit bescheiden en bijzondere plantje aan bod.

Haarlems Klokkenspel op Beeckestijn, Velsen

De botanicus dr. Jacob Botke beschreef in 1932 in zijn boek â€˜De Gritenij Dantumadiel’ het Haarlems Klokkenspel bij de Schierstins in Friesland waar ze door de plaatselijke bevolking ‘stinseblomkes’ werden genoemd. Deze term heeft uiteindelijk geleid tot de term stinzenplanten en is ook zeer waarschijnlijk de reden dat de plant wel de ‘moeder aller stinzenplanten’ wordt genoemd.

Haarlems Klokkenspel op Beeckestijn

Haarlems Klokkenspel is de dubbelbloemige variant (spontane mutatie) van de knolsteenbreek die van nature voorkomt in een groot deel van Midden- en West-Europa. In Nederland komt de (enkelbloemige) knolsteenbreek in zeer beperkte mate voor in Zuid-Limburg, Noord-Brabant en in de omgeving van Nijmegen. Hij staat op de rode lijst van 2012 met de aanduidingen zeldzaam, sterk afgenomen en bedreigd.

Historie
De herkomst van de plant die wij in Nederland nu kennen als het Haarlems Klokkenspel is vrij goed gedocumenteerd. Voor de onderstaande beknopte weergave heb ik naast eigen speurwerk tevens gebruik gemaakt van het recente onderzoek verricht door Willem van Riemsdijk (www.stinze-stiens.nl).

De beroemde Leidse hoogleraar en directeur van de Hortus botanicus in Leiden, Herman Boerhave, vermeldt de plant voor het eerst in zijn â€˜Index Plantarum quae in Horto Acadêmico Lugduno-Batavo aluntur’ in 1720. Hij gebruikt de naam Saxifraga rotundifolia alba, flore pleno. Hij meldt dat hij de plant heeft gekregen uit de tuin van de heer Du Bois. De Engelsman Charles du Bois (1658-1740) was kashouder van de Engelse Oost-Indische compagnie, welgesteld en actief op het gebied van de botanie. In het herbarium van Du Bois bevindt zich het Haarlems Klokkenspel waarbij als vindplaats Croydon in Surrey, Engeland wordt vermeld. De Engelsman Philip Miller (chief gardener van de Chelsea Physic Garden) schrijft over de plant in ‘The Gardener’s Dictionary’ uit 1731: ‘…. was found wild by Mr. Joseph Blind, Gardener at Barns, who transplanted it into his garden, and afterwards distributed it to several curious persons….’. Barns (tegenwoordig geschreven als ‘Barnes’) en het eerder genoemde Croydon liggen vlak bij elkaar en het is dus aannemelijk dat Joseph Blind de eerste gevuldbloemige plant(-en) in Croydon heeft gevonden.

In Nederland zorgde Boerhaave ervoor dat de nu wereldberoemde Linnaeus lijfarts werd van de Engelsman George Clifford, bankier in Amsterdam en eigenaar van buitenplaats De Hartekamp in Heemstede. Clifford was patiënt van Boerhaave en groot liefhebber van planten. Linnaeus beschrijft in zijn Hortus Cliffortianus [i] uit 1737 de gehele collectie van levend en gedroogd plantenmateriaal zoals aanwezig op De Hartekamp. Interessant is dat Clifford de eerste druk van het boek van Miller bezat en dat in zijn herbarium al een exemplaar van het Haarlems Klokkenspel voorkomt. De plant maakte dus al snel furore!

Aardig te melden is dat ook in Nederland exemplaren met gevulde bloemen in het wild zijn aangetroffen. In de ‘Atlas van de Nederlandse Flora, Volume 2’ van Mennema et al uit 1985 wordt gesteld dat de oudste opgave van in het wild groeiende planten met dubbele bloemen van Saxifraga granulata van Van Hall is en uit 1825 dateert. Het gaat hier om vondsten gedaan in Haarlem, Leiden en Leeuwarden. Daar al deze plaatsen zich buiten het natuurlijke verspreidingsgebied bevinden, moet ik echter concluderen dat het hier om aangeplante exemplaren is gegaan. Piet Bakker voegt hier in zijn boek ‘Stinzenplanten’ uit 1985 aan toe dat ook bij Eindhoven en in de Belgische Kempen planten met gevulde bloemen zijn gevonden tussen de enkelbloemige Knolsteenbreek in graslanden. Naar alle waarschijnlijkheid betreft het hier wel spontane mutatie die dus klaarblijkelijk niet alleen in Engeland is opgetreden. Een datering van deze vondsten wordt niet vermeld. Internationaal wordt de plant al snel aangeprezen voor gebruik op grote schaal in het landschapspark. Zo beveelt Hirschfeld in zijn boek ‘Theorie der Gartenkunst’ uit 1779 de plant aan voor gebruik in het gras en ook William Robinson is enthousiast in zijn standaardwerk ‘The Wild Garden’ uit 1870.

Naam
Maar waar komt de naam Haarlems Klokkenspel vandaan? Begin 1900 vroeg men zich dit al af en tot op de dag van vandaag blijft het gissen, hoewel het volgende scenario een verklaring kan zijn. In de 18e eeuw genieten bloembollen al internationale faam en het centrum van de teelt en handel ligt in en rond Haarlem. In de ‘Flora Batava, deel 15’ van Jan Kops en F.W. van Eeden uit 1877 wordt beschreven dat het op verschillende plaatsen in de omstreken van Haarlem in groot aantal groeit zoals in de Haarlemmerhout, op hofstede Het Klooster te Heemstede (thans Hageveld) en op de hofstede Elswout in Overveen. Tevens wordt vermeld dat het rond Leiden, Leeuwarden, Cornjum, buiten Zierikzee en bij Hoorn voorkomt. Het lijkt mij zeer wel mogelijk dat het relatief veelvuldig voorkomen van het Haarlems Klokkenspel en de teelt en handel in en rond Haarlem gecombineerd met de bouw van het plantje – meerdere ronde bloemen per steel – geleid hebben tot de tot de verbeelding sprekende naam ‘Haarlems Klokkenspel’.

Haarlems Klokkenspel samen met Ereprijs op Beeckestijn

Locaties
Haarlems Klokkenspel wordt in onze tijd in zeer beperkte mate aangetroffen in stinzenmilieus. Dit komt doordat de plant vrijwel niet in de handel is en speciale eisen stelt om zich te kunnen handhaven.

Haarlems Klokkenspel op Martena State, Cornjum

Tegenwoordig kunnen we populaties van enige omvang aantreffen op onder meer Beeckestijn in Velsen-Zuid, Spaar en Hout in Haarlem, Huis te Manpad in Heemstede, Elswout in Overveen, Martenastate in Cornjum, de Schierstins in Veenwouden, Harsta State in Hogebeintum, het Poptaslot in Marssum en rond de Rensumaborg in Uithuizermeeden. Beeckestijn, waar verschillende lindenlanen begroeid zijn, is verreweg de rijkste vindplaats, maar ook Martenastate heeft een prachtig lindenlaantje dat wit kleurt in mei. Helaas is het in de Haarlemmerhout, waar het vroeger op ruime schaal voorkwam, nagenoeg verdwenen.

Groeiomstandigheden
Bij het Haarlems Klokkenspel zijn de meeldraden in kroonbladeren veranderd waardoor de plant geen zaad vormt. Ze kan zich dus slechts in stand houden en vermeerderen door middel van de knolletjes. Deze knolletjes worden gevormd rond de wortelhals. De knolletjes bevinden zich net onder en/of net boven de grond.

De plant heeft een sterke voorkeur voor schaduwrijke groeiplaatsen. De plekken waar het zich jaar na jaar massaal laat zien, bevinden zich vrijwel allemaal onder lindebomen. De reden dat het zich onder lindebomen thuis voelt is tweeledig. Ten eerste komen linden vrij laat in het blad zodat de planten langer kunnen profiteren van het zonlicht. Een andere reden is het positieve effect van het afvallende blad van linden op de grond. Lindeblad bevat namelijk calcium en kalium. Deze mineralen maken de bosbodem minder zuur en zijn belangrijk voor de kwaliteit van het gewas (calcium) en de knolvorming (kalium). Haarlems Klokkenspel heeft net als de meeste stinzenplanten een voorkeur voor neutrale tot alkalische grond.

Op de buitenplaatsen aan de binnenduinrand in het westen van het land groeit het Haarlems Klokkenspel in (humeuze) zandgrond. In Friesland voelt het zich zoals blijkt ook thuis op de klei, hoewel deze gronden in de loop der tijd rijkelijk gemengd zijn met onder andere grauwe turf, woudaarde, kalk en compost. Droge grond wordt slecht verdragen. De beste resultaten worden bereikt op matig vochtige tot vochtige gronden. De droogte van afgelopen jaar heeft een duidelijk negatief effect, de planten gingen voortijdig in rust waardoor de knolvorming duidelijk minder was op droogtegevoelige gronden.

Beheer
Haarlems Klokkenspel heeft een aantal voors en tegens als je het vergelijkt met andere stinzenplanten. Een verkeerd maaibeleid, door wat voor omstandigheden dan ook veroorzaakt, betekent niet een aanslag op het gewas. De bloemstengels zullen sneuvelen, maar het blad dat dicht op de grond ligt wordt nagenoeg niet geraakt. Er zijn verschillende gevallen bekend van plotseling bloeiend Haarlems Klokkenspel in gras nadat door omstandigheden pas laat werd gemaaid. Niemand wist dat het er groeide… Ik zie het zelf elk jaar op kleine schaal weer gebeuren voor de Hervormde Kerk in Bennebroek. Een ander pluspunt is dat de kleine knolletjes zich net onder of gelijk aan het maaiveld bevinden, dit vergemakkelijkt de vermeerdering. Tijdens de rustperiode in de zomer kunnen de knolletjes vrij eenvoudig met een hark van elkaar losgemaakt worden en over een groter oppervlak verspreid worden. Zorg dat de knolletjes met niet meer dan 1 cm grond bedekt worden. De grootte van de knolletjes varieert tussen een speldenknop en een erwt.

Dan nu de tegens die de verklaring zijn voor het feit dat de plant maar op zeer beperkte schaal voorkomt. Vaststaand Haarlems Klokkenspel vormt vanaf ongeveer eind augustus-begin september kleine gelobde blaadjes die zich vlak boven de grond bevinden. De plant is dus wintergroen. Pas in mei worden de bloeistelen gevormd waarna de plant bovengronds al op veel plekken begin juni afgestorven is. Door de kleine platliggende blaadjes is het gewas zeer kwetsbaar tijdens de herfst en de winter. Een bladpakket kan de wintergroene planten gemakkelijk verstikken het is dus van essentieel belang afgevallen blad in het najaar voorzichtig van de planten te verwijderen. Ook zevenblad, fluitekruid en andere planten kunnen het Haarlems Klokkenspel makkelijk wegconcurreren.

Haarlems Klokkenspel kan zich goed handhaven in beschaduwd en voldoende vochtig gras(-land). Ligt het gras teveel in de zon, dan zal de grasmat veelal te dicht worden en zodoende het Haarlems Klokkenspel overgroeien. Een voorbeeld hiervan is buitenplaats Huis te Manpad te Heemstede. De 250 jaar oude linden op het voorplein zijn in 1990 gekandelaberd en ingekort. Deze zware ingreep gaan de bomen helaas niet overleven en ze zullen spoedig vervangen worden. Door de veel kleinere boomkronen dringt nu al jaarrond veel zonlicht door op de bodem waardoor het gras veel dichter is geworden en het Haarlems Klokkenspel de concurrentiestrijd duidelijk aan het verliezen is. Extra beheermaatregelen zijn hier nodig.

Haarlems Klokkenspel op Huis te Manpad, Heemstede

Voldoende vocht, schaduw van loofbomen, beperken van de concurrentie van andere planten en het verwijderen van te veel boombladeren op de planten in de herfst, zijn veruit de belangrijkste voorwaarden voor succes. De planten hebben, als de grond voldoende humus bevat, weinig of geen behoefte aan mest. Een kleine gift van kaliumrijke mest in het najaar kan de planten een ‘boost’ geven, maar wees terughoudend. In gras zullen de planten weggeconcureerd worden indien geregeld bemest wordt. Op wat zuurdere bodems is geregeld toedienen van kalk aan te bevelen, maar dit geldt voor veruit de meeste stinzenplanten.


[i] Het belang van de Hortus Cliffortianus is gelegen in het feit dat dit de basis vormt van al het andere werk van Linnaeus. Veel van de beschrijvingen van de planten zou hij later woord voor woord overnemen in zijn standaardwerk ‘Species Plantarum’ uit 1753.

Edwin Visser is kweker en heeft zich toegelegd op de biologische kweek van het Haarlems klokkenspel. Hij schreef dit artikel voor het Gilde van Tuinbazen. Zie ook www.haarlemsklokkenspel.nl

Scroll naar boven