Goede namen. Adel en patriciaat in naoorlogs Nederland

Socioloog Kees Bruin schreef dit boek over het nut, de voor- en nadelen van dubbele familienamen en het al dan niet deel uitmaken van een vooraanstaande adellijke of patricische familie na 1945. Hij benadert dit onderwerp vanuit sociologisch perspectief. Uitgebreid staat hij stil bij de wijze waarop deze naamdragers voorrechten (al dan niet) gebruiken en hoe de samenleving in het algemeen op zulk geprivilegieerd gedrag reageert. Dat doet hij in tien goedgeschreven hoofdstukken, die dit onderwerp telkens vanuit een andere optiek benaderen. Geen eenvoudige opgave, want in dit lastig te vangen gegeven bestaat het zwart/witte oordeel niet. Telkens weer spelen veranderende tijdsomstandigheden een bepalende rol in onze naar gelijkwaardigheid strevende samenleving, waarbij vormelijk gedrag en door adel en patriciaat nageleefde waardes zoals sociale voorkomendheid (wellevendheid, gemanierdheid en een wat afstandelijk sociaal verkeren, zich niet encanailleren en handelen vanuit een standsbewustzijn) door velen nu allang niet meer worden begrepen. Sowieso is in de Nederlandse samenleving zichzelf onderscheidend opstellen een weinig begrepen houding. Mede dit feit bepaalt ook dat een deel van de Nederlandse elite geen tot weinig behoefte heeft aan persaandacht of publicitaire belangstelling, uitzonderingen daargelaten.

De schrijver zelf ging kort na de onrustige tijden van de jaren zestig studeren. Hij kwam, zoals hij zelf schrijft, uit een gewoon milieu en was van huis uit niet bekend met adel en patriciaat. Het lid zijn van een studentencorps was tijdens in zijn studietijd in het Amsterdamse studentenleven not done. Door zijn sociologische studie kwam hij op het onderwerp oude en nieuwe elitenetwerken in de 19de eeuw. Veel van zijn jaargenoten konden zijn fascinatie voor dit onderwerp niet volgen. Nu hij gepensioneerd is, pakt hij de draad van zijn vroegere studie-interesses weer op met dit boek als resultaat. Veel edelen en andere elite die in de afgelopen jaren in het nieuws waren, passeren de revue. Die persaandacht wordt in verschillende hoofdstukken geanalyseerd. Hierbij gaat het over manieren, het hebben (al dan niet) van geld, het zichzelf boven de wet plaatsen, schande en schaamte in relatie met de familie-eer, etc. Ook de vraag wat het in onze tijd allemaal nog voorstelt, wordt uitgebreid behandeld. Mij viel op dat de auteur geen aandacht besteedt aan het adellijk bastion op Buitenlandse Zaken en in de Nederlandse diplomatieke dienst. Binnen dat ons-kent-ons netwerk, waar traditioneel veel adellijke leden deel van uitmaakten, zou de auteur nog heel wat meer smeuïge verhalen hebben opgeleverd. Dat verbaast wat, want dat diplomatieke wereldje heeft lang standgehouden op BZ. Een ander verrassende constatering is ook dat het bezit van kastelen en buitenplaatsen in dit boek buiten beschouwing is gebleven. Ook dat is een wereld, zeker in Oost-Nederland, waar nog altijd adel woont. Zulke domeinen dragen ook bij aan hun profileringsbehoeften. Al met al las ik dit boek met genoegen, herkende veel tijdsomstandigheden en kwam er vele bekenden uit de wereld van KBL in tegen. Bovendien ben ik onder de indruk van de wijze waarop de auteur dit lastige onderwerp inhoud weet te geven. RD

Goede namen. Adel en patriciaat in naoorlogs Nederland is een softcover boek dat 272 pagina’s telt. Het verscheen bij Wbooks te Zwolle.

Kees Bruin, Goede namen. Adel en patriciaat in naoorlogs Nederland, Zwolle 2021
ISBN 978 9462 584 600
Prijs € 24,95

Scroll naar boven