De voornaamste vermaaken der Dordtenaaren

C.J. van Rossum, ‘De voornaamste vermaaken der Dordtenaaren’. Een studie naar de opkomst en neergang van de buitenverblijven op het Eiland van Dordrecht (1600-1832), Beneden-Leeuwen 2017

Bekend is dat de Rijksuniversiteit Groningen een leerstoel heeft voor de bestudering van historische buitenplaatsen en landgoederen. Yme Kuiper en Elyze Storm-Smeets vormden in de afgelopen vijf jaar samen het wetenschappelijk team op die leerstoel. Nu is die rol overgenomen door Hanneke Ronnes en Conrad Gietman. Jaarlijks melden nieuwe studenten zich aan en studeren anderen, na inlevering van een eindscriptie af. Een van hen is Cas van Rossum, die een goed onderzoek uitvoerde naar de buitenplaatsen die vanaf het begin van de 17de eeuw op het zogenaamde eiland van Dordrecht werden gerealiseerd. Zijn masterscriptie verscheen nu op basis van het principe printing-on-demand. Zo voorkomt hij dat zijn onderzoek in een stoffige universiteitskast belandt zonder dat iemand er nog naar omkijkt. Heel goed.

Net zoals rond Nijmegen, Leiden, Haarlem, Amsterdam en andere steden in de Republiek werden ook rond Hollands oudste stad Dordrecht talrijke buitenplaatsen aangelegd. Tussen 1600 en 1832 stonden ruim dertig buitenplaatsen in de polders van wat men het eiland van Dordrecht noemt. Dit gebied werd omsloten door de hier stromende rivieren. Samen vormden zij een bijzondere groep buitenplaatsen waar een groot deel van de Dordtse vermogenden hun buitengenoegens beleefden. Van Rossum onderzoekt hun verschijnen en verdwijnen en hij brengt de buitenbezittingen in relatie met de rijke Dordtse oligarchie die behalve stedelijke functies vaak ook grootgrondbezitters waren. De onderzoeker kijkt ook naar geografische aspecten die bij de opkomst van deze buitenplaatsen een rol speelden en zet de sociale en geografische omstandigheden af tegen wat elders in Holland en Zeeland op dit gebied plaatsvond.

Van alle buitenplaatsen resteert nu nog maar heel weinig. Enkel Dordwijk heeft de tand des tijds min of meer doorstaan al hebben ook hier brand en oorlogsgevechten in het verleden ernstige schade veroorzaakt. Het is aan de huidige particuliere eigenaar te danken dat deze buitenplaats met prachtige (moes-)tuin er weer puik bijstaat. Van alle andere buitenplaatsen resteren nu enkel nog delen: soms een poort of is enkel het huis bewaard gebleven zoals Weizigt. Meerdere buitenplaatsen verloren die functie voorgoed rond 1940 (Zuidhoven, Merwestein,en Rustenburg). Dat ze ook nu nog verdwijnen, bewijst de sloop van het herenhuis Eykendonk dat in 1999 ten onder ging nadat het lange tijd als horeca-uitspanning was gebruikt.  Wat de scriptie van Van Rossum mede waardevol maakt, is dat hij in zijn onderzoek de verbinding zoekt binnen deze groep Dordtse buitenplaatsen. Een streven dat sKBL met haar Ithakaprijs zeer waardeert. RD

‘De voornaamste vermaaken der Dordtenaaren’. Een studie naar de opkomst en neergang van de buitenverblijven op het Eiland van Dordrecht (1600-1832), is een masterscriptie Landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het is een zogenaamde printing-on-demand uitgave die 148 pagina’s telt en kleurrijk is gedocumenteerd.

ISBN 978 946 3422 987 Prijs: € 24,95. Bestellen: dordtsebestseller.nl

Scroll naar boven