Veel kastelen en buitenplaatsen in Nederland stonden er in de eerste helft van de vorige eeuw aanmerkelijk minder florissant bij dan tegenwoordig. Er was veel leegstand en verval of een huis werd intensief gebruikt, bijvoorbeeld als jeugdherberg of feestlocatie voor studenten. Kasteel Bouvigne in Breda kreeg een andere bestemming.
In 1930 werd kasteel Bouvigne door de gemeente aangekocht om te voorkomen dat een projectontwikkelaar het park zou volbouwen met huizen. Zij verhuurde het kasteel vervolgens voor 50 jaar aan de Pius X-Stichting, die hier vormingswerk organiseerde met de Vereniging van catechisten. Hiermee werd het open karakter van de velden ten noorden van het kasteel gered en kon worden begonnen met een grootscheepse restauratie van Bouvigne. Deze restauratie was op 1 mei 1933 voltooid.
In de jaren na WO I kwam er internationaal een beweging op gang waarin de eucharistie als het ‘geneesmiddel’ werd gepropageerd tegen de dreigende teloorgang van het goede katholieke leven in de ‘zieke’ geseculariseerde maatschappij. Deze Eucharistische Kruistocht werd in Nederland gepropageerd door de bevlogen priester Frans Frencken. Zijn voorkeur ging uit naar sociaal zwakke groepen, zoals fabrieksmeisjes en moeders van gezinnen waarin het geloof verloren dreigde te gaan. Vanuit deze nieuwe vorm van religieus leven zette hij zich in voor de bestrijding van kerkelijke en maatschappelijke noden.
Het catechistenwerk van monseigneur Frencken betekende een toename van activiteiten die gehuisvest werden op Bouvigne. Er werd een vakantiehuis gebouwd op de voormalige voorburcht voor de huisvesting van arbeidersmeisjes en diverse gebouwen voor een sociale school, een dienstbodeopleiding, een algemeen meisjeskamp, de opleiding voor gezinsverzorgsters en een vormingscentrum met cursuswerk voor moeders en meisjes. Naast gebruiksgebouwen werd ook een kapel gebouwd.
De catechisten waren er verantwoordelijk voor dat er op kasteel Bouvigne een opleiding kwam voor dienstbodes. Meisjes vanaf 16 jaar konden daar terecht. De opleiding werd volledig door het Rijk betaald en duurde drie maanden.
Enkele herinneringen:
“Na de eerste zes weken mochten we naar huis. Ik weet nog dat ik tegen mijn moeder zei dat ze daar witte gootstenen hadden, maar dat waren wastafels. Ik was zestien jaar en had nog nooit zo’n ding gezien. Toen de drie maanden om waren konden mevrouwen uit de omgeving van Breda contact opnemen met Bouvigne en zo een meisje uitzoeken. Met veel plezier ben ik jarenlang dienstmeisje geweest en was ik thuis uit de ellende”.
“Ik werd er heen gebracht met een kartonnen koffertje, waarin wat schamel goed zat. Mijn slaapplaats was een plekje op een zaal met een gordijntje eromheen. Vooral de kooklessen waren interessant. Bij de wasbeurten moesten we op onze knieën gaan zitten en een grote krant voor ons leggen. Vervolgens moesten we luizen kammen. We stikten er allemaal van. Hoe meer er op de krant vielen, hoe meer plezier we hadden”.
“In 1949 of 1950 kwam een catechist in het café van mijn vader vragen of hij nog dochters had om naar Bouvigne te sturen. Het getuigschrift vermeldt dat ik ‘het kamp voor karaktervorming en huishoudelijke ontwikkeling’ heb gevolgd.
De dienstbodeopleiding heeft in de levens van veel vrouwen een belangrijke rol gespeeld. Uit krantenknipsels uit de jaren ’30 blijkt dat er in die tijd honderden meisjes werden opgeleid en ‘in het volle leven gebracht’. In 1938 werd op het terrein van Bouvigne zelfs een nieuw internaat voor de opleiding in gebruik genomen. ‘De kampvlag op Bouvigne’ stond er in de krant. De toenmalige bisschop van Breda, P. Hopmans, zegende het internaat in en minister Romme van sociale zaken was erbij.
Na de oorlog, toen er meer werkgelegenheid kwam, was het afgelopen met de opleiding tot dienstbode en kwamen er modernere voor in de plaats zoals kraamverzorgster en bejaardenhulp.
In 1972 hebben de catechisten het kasteel verlaten en verkocht de gemeente Breda het landgoed aan waterschap Brabantse Delta die nog steeds eigenaar is er zijn hoofdkantoor heeft.
Bronnen:
- Website Landgoed Bouvigne
- Het rijke roomse leven van Ad Room, Raamsdonksveer 2002
- Nieuwsbrieflezeres Agneta Schreurs