Regioverhaal Hollandse buitenplaats

Met een historische buitenplaats doelt men op een monumentaal huis, vaak met bijgebouwen, dat een harmonieus en onlosmakelijk geheel vormt met een omliggende tuin of park. In Nederland, maar vooral in het midden en westelijk deel van ons land, bouwden gefortuneerde stedelingen hun buitenplaatsen tussen 1600 en 1920 in het omringende, landelijke buitengebied. zo kon men in de zomer ontkomen aan de ongezonde (epidemieën) stad met haar vervuilde grachten. In deze zelf gecreëerde buitenoases verstond men de kunst van het genieten en hield men zich bezig met literatuur, poëzie, muziek, flora en fauna, architectuur en beeldende kunst. Waar de oorspronkelijke eenheid tussen het huis en het omringende park en bos bewaard is gebleven, noemt men nu een complex historische buitenplaats.

Haarlems klokkenspel in Oud-Poelgeest

door Margreet Wesseling, bioloog Het was waarschijnlijk de Leidse hoogleraar Herman Boerhaave die in 1718 de stinzenplant Haarlems klokkenspel in Nederland introduceerde. Tijdens een ommetje door het bospark Oud-Poelgeest, het voormalige buiten van Boerhaave, zag biologe Margreet Wesseling de bescheiden witte bloempjes aan de waterkant. Hoe komt deze steenbreek aan zijn opmerkelijke naam? En komt […]

Haarlems klokkenspel in Oud-Poelgeest Lees meer

Grondbezit van kerken en kloosters

In het verhaal over de opkomst van buitenplaatsen mag de rol van het kerkelijk grondbezit in Holland niet over het hoofd worden gezien. Behalve stedelijke kloosters waren er kloostercomplexen op het platteland, zoals Delft (Sion genaamd), Loosduinen, Rijnsburg en Leeuwenhorst. De laatste twee werden door adellijke nonnen bewoond; Rijnsburg had banden met de graven van

Grondbezit van kerken en kloosters Lees meer

Adellijk grondbezit en adellijke macht

Vanaf 1447 hield de grafelijke Rekenkamer toezicht op het grondbezit en de oogstopbrengsten. Veel edelen kregen van de graaf grond in leen, waar zij kastelen of donjons bouwden. Hoewel overal in Holland water en meren voorkwamen, was met name het noordelijke deel zeer water- en moerasrijk. Om die reden, maar ook ter bescherming van het

Adellijk grondbezit en adellijke macht Lees meer

Holland

Tot de opkomst van Amsterdam in de loop van de 16de eeuw gaf in Holland het zuidelijke deel van het gewest de toon aan. Oorspronkelijk duidde de naam ‘Holland’ een gebied aan in de buurt van Leiden bij de toenmalige monding van de Oude Rijn. Een 10de-eeuws document noemt dat bosrijke gebied Holtland (houtland). Het

Holland Lees meer

Buitenplaatsen in ‘s-Graveland

Oorspronkelijk is dit een omvangrijk heidegebied met talrijke moerassen, meertjes, stuifduinen. Zo’n gebied noemt men een wildernis want er was daarvoor nooit eerder gebouwd of bebouwd. Het land was eigendom van de graven van Holland waarmee tegelijk de naam van het dorp is verklaard.  Omdat het gebied op de grens ligt van het Sticht Utrecht

Buitenplaatsen in ‘s-Graveland Lees meer

Buitenplaatsen langs de Herenweg (Heemstede)

Komende uit Haarlem begint in Heemstede de Herenweg. Deze doorgaande weg is vanouds een verbindingsweg naar Den Haag. Die stad was vanaf 1400 het gewestelijk bestuurscentrum. De legers van de graven van Holland gebruikten de weg voor de handhaving van rust en orde in de kuststreek. Op het platteland en in de duinen kon je

Buitenplaatsen langs de Herenweg (Heemstede) Lees meer

De vijf Kennemer buitenplaatsen van Andries de Maaker en Leonard Springer

In de jaren ’20 van de twintigste eeuw zijn op vier bestaande, historische buitenplaatsen in Zuid-Kennemerland vijf nieuwe buitenplaatsen aangelegd naar de ontwerpen van architect Andries A. de Maaker (1868-1964) en tuinarchitect Leonard Springer (1855-1940). De vijf nieuwe buitenplaatsen – Leyduin en Vinkenduin te Vogelenzang, Klein Bentveld te Aerdenhout, Kennemeroord te Heemstede en Belvedere te

De vijf Kennemer buitenplaatsen van Andries de Maaker en Leonard Springer Lees meer

Scroll naar boven