Category:

Wandelen en verkennen van heden en verleden

augustus 31st, 2016 by

Bea Groen, Wandelen en verkennen van heden en verleden, Utrecht 2015

Wandelen en verkennenDat KBL soms tot een levenslange fascinatie leiden is bekend. Sociaal geograaf Bea Groen is iemand die tot die groep mensen behoort. Met veel liefde en diepgang heeft zij een toegankelijk portret geschreven van de de historische buitenplaatsen Amelisweerd en Rhijnauwen. Opmerkelijk is dat zij om haar boek te kunnen uitgeven onorthodoxe wegen bewandelde om tot de financiering van deze uitgave te komen. Dat lukte dankzij geldelijke ondersteuning door (kleine) bedrijven en vrienden uit haar eigen omgeving. Door dit enthousiasme en die gedrevenheid was zij in staat om dit fraaie boek, dat tegelijk gids is, uit te geven.

Een groot deel van de inhoud handelt over Nieuw en Oud Amelisweerd. Telkens beschrijft zij vanuit historisch perspectief wat aan de huidige situatie vooraf ging, wie het bouwde, welke verbouwingen en veranderingen er plaatsvonden en wie de verschillende eigenaren waren van beide buitenplaatsen. Onder die eigenaren bevindt zich ook de door Frankrijk aangestelde ‘Nederlandse’ koning Lodewijk Napoleon. Voor hem werd Oud-Amelisweerd ‘omgetoverd’ tot een geheel dat was ingericht volgens de officiële Franse voorschriften die bepaalden dat alle koninkijke paleizen ingericht dienden te zijn in de zogenaamde empire-stijl. Dit Parijse dictaat werd zowel op Huis ten Bosch in Den Haag, Welgelegen in Haarlem, het vroegere stadhuis van Amsterdam maar ook hier op Oud-Amelisweerd doorgevoerd. De koning bewoonde het overigens ruim een week in 1808. Eerder hadden de adellijke families Van Taets en Van Utenhove Oud- en Nieuw-Amelisweerd aan de fransman verkocht maar die zat er weldra mee in zijn maag na zijn verbanning naar Oostenrijk. Uiteindelijk kocht Paulus Bosch van Drakestein beide bezittingen voor het astronomische bedrag van 106.000 gulden.

In het tweede deel van dit boek gaat Bea Groen in op de geschiedenis van ridderhofstad Rhijnauwen. Hiermee is direct duidelijk dat dit een eeuwenoud adellijke bezit is. In Utrecht was de ridderhofstad-status van een buitenverblijf tot aan de Franse tijd geld waard want het gaf toegang tot de Utrechtse ridderschap en daarmee samenhangende fiscale voordelen. Het bezit van een dergelijk huis was daarom bijzonder in trek bij de Utrechtse adel. In de loop van de 18de eeuw wordt Rhijnauwen het eigendom van Jan Balthasar Strick van Linschoten die met een barones Van Utenhove gehuwd was. Hij was heer van een hele serie gehuchten die rond Utrecht lagen en had dus behoefte aan een voornaam huis ter bewoning van hem en zijn gezin.

Deze en tal van andere aardige historische data verzamelde Bea Groen in dit bijzonder aardig boekje dat naast historische verhalen, ook veel informatie biedt over flora en fauna op deze toegankelijke buitenplaatsen. Die informatie komt aan bod in hoofdstukken die over het beheer en het verblijf op de buitenplaatsen gaan. De uitgave bevat een losse cultuurhistorische kaart waarop een wandelroute langs de belangrijkste bezienswaardigheden is aangegeven. Uit alles in dit boekje blijkt een bijzondere betrokkenheid en enthousiasme voor landgoederen en buitenplaatsen in het algemeen en voor Amelisweerd & Rhijnauwen in het bijzonder. Van harte aanbevolen en als u gaat, breng dan een bezoek aan MOA, dat in Oud-Amelisweerd is gevestigd. Dit museum en vriend van sKBL toont een bijzondere collectie schilderijen van Armando in de historische setting van dit onlangs prachtig gerestaureerde huis met hoogst bijzondere 18de-eeuwse Chinese behangsels. Als u er toch bent, maak dan ook een wandeling over dit adembenemend mooie landschap dat overigens niet zonder zorgen is, gezien het beoogde Ontwerp Tracé Besluit Ring Utrecht dat wellicht ten koste zal gaan van deze buitenplaatsen en waartegen actie wordt gevoerd. RD

Bea Groen, Wandelen en verkennen van heden en verleden, Utrecht 2015

ISBN 978 908 244 50-0-8

Dit boek weegt weinig en kan gemakkelijk in handtas of rugzak mee worden genomen. Ongebonden. 196 pag. Vele kleurenfoto’s en wandelroute. Prijs; €  24,95

 

Tulpenburgh Buitenplaats aan de Amstel

augustus 31st, 2016 by

Tim Kooijmans, Tulpenburgh Buitenplaats aan de Amstel, Utrecht 2016

Tulpenburgh

Op 3 september 2016 verschijnt een aardige boekje over de historische en nieuwe buitenplaats Tulpenburgh. Aanleiding vormt de bouw van een nieuw Tulpenburgh op het terrein langs de Amstel waar zich ooit een imposante en belangrijke voorganger bevond. Destijds stonden langs deze rivier een kleine zestig grote en kleine buitenplaatsen, die meestal in de 17de eeuw werden aangelegd. Van die historische objecten resteren nu nog enkel Oostermeer, Wester-Amstel en Amstelrust en daar is nu dan deze nieuwe buitenplaats bijgekomen. De inhoud van dit boekje handelt echter grotendeels over de geschiedenis van het in 1784 gesloopte buiten.

Vele elementen uit de geschiedenis van Tulpenburgh hebben een band met Amsterdam. Het verhaal van deze buitenplaats vangt in 1619 aan met het verwerven van land door de rijke Amsterdamse koopman Abel Mathijszn Burch, die er naast buitengenoegens ook wel een mooie investeringsvorm in zag. Zijn voorouders waren door bierbrouwerijen zeer vermogend geworden. Doordat hij kinderloos stierf ging het buiten over op zijn achternicht Anna Burgh, die gehuwd was met Dirck Tulp, ridder-baronet, schepen van Amsterdam en bewindhebber van de OostIndische Compagnie. Hij was de zoon van de medicus Nicolaes Tulp, die door Rembrandt van Rijn op diens beroemde anatomische les van dokter Tulp is vereeuwigd. De familienamen Tulp en Burgh werden samengevoegd en diende de buitenplaats tot naam. Dat gebeurde in die tijd wel vaker getuige Valkenheining (Valck en Heining) en Schaep en Burgh. Tijdens de 17de eeuw bezochten talloze beroemdheden de buitenplaats en naar verluidt zou Spinoza hier een veilig heenkomen hebben gevonden na zijn verbanning uit Amsterdam. Net als buurman Pancras op Wester-Amstel was de familie Tulp actief als ossenweider. Deze vorm van veeteelt werd door talloze gegoede Amsterdammers uitgeoefend. Op grazige weides mestte men vee vet voor de vleesproductie. Kalveren werden er niet geboren waardoor de koeien ook niet gemolken hoefden te worden. Veel vee was bestemd voor de binnen- en buitenlandse vleesconsumptie waarvan Amsterdam na 1650 in Europa het monopolie in handen had gekregen.

In de 18de eeuw werd Tulpenburgh het bezit van de Joodse familie De Pinto en werd het een huis waarin talrijke Europese vorsten en prominenten ontvangen werden. Die kwamen graag genieten van de prachtige tuin van de buitenplaats. Kooijmans beschrijft in zeven overzichtelijke hoofdstukken de geschiedenis van deze buitenplaats waarbij hij ook ingaat op achterliggende redenen en gedachtes die de huidige eigenaren hadden bij de bouw van hun Tulpenburgh. Een project dat in 2009 aanving volgens een ontwerp van architect Hoogenberk van bureau Harmonische Architectuur en dit jaar in grote lijnen gereed was. Trudi Woerdeman was verantwoordelijk voor het tuinontwerp waarbij Willem Overmars adviseerde. RD

Tulpenburgh Buitenplaats aan de Amstel. Uitgeverij Matrijs. Het telt 96 pagina’s, is kleurrijk verzorgt en is een ongebonden uitgave.

ISBN 978 9053 455 081

Prijs: € 14,95

Het Overvelde, een Sallands landgoed en zijn bewoners

augustus 31st, 2016 by

Margreet Gründemann & Jan van de Lagemaat, Het Overvelde, een Sallands landgoed en zijn bewoners, Diepenveen 2016

Het OverveldeIn 2016 vierde landgoed Het Overvelde het 60-jarig jubileum. Bij die gelegenheid besloot de Stichting Landgoed Het Overvelde een jubileumboek uit te geven. Centraal thema in dit boek vormen herinneringen aan de oprichter van de stichting Eduard van Coeverden en zijn familie. Hij richtte de stichting in 1953 op die bij zijn dood in 1956 in werking trad. Ook staat auteur Margreet Gründemann stil bij alle veranderingen die vanaf 1956 op Het Overvelde zijn voorgevallen. Met de dood van Eduard van Coeverden stierf dit geslacht in mannelijke lijn uit. Het Overvelde omvat nu een kleine 90 hectare en ligt bij het Sallandse Diepenveen. Naast park en bos is zestig hectare benut als cultuurgrond. Vroeger telde het landgoed vijf boerderijen maar deze zijn alle niet meer als zodanig actief en de gronden zijn nu verpacht aan boeren van elders.

In de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw werden KBL zeer regelmatig ondergebracht in stichtingen op grond van uiteenlopende redenen of afwegingen. Een nog te verrichten onderzoek naar zulke oprichtingsmotivaties kan een verrassend maatschappelijk en politiek tijdsbeeld opleveren. Soms spelen persoonlijke omstandigheden hierin een rol zoals het ongehuwd of kinderloos zijn of het ontbreken van (terzake kundige) familieleden. Van tenminste een familie is bekend dat zij uit angst voor het oprukkende communisme emigreerde met verkoop van het Nederlandse landgoed als gevolg. Dit speelde tijdens de Koude Oorlog. Van anderen is bekend dat zij zich in hoge mate zorgen maakten over de socialistische daadkracht en het hiermee samenhangende belastingklimaat van de toen regerende PvdA dat onder leiding stond van Joop den Uyl. Sommigen vreesden hun bezittingen op die wijze te zien verdampen en besloten dit te voorkomen door een stichting op te richten. Mogelijk speelde de rangschikking volgens Natuurschoonwet soms ook een rol. Een onderzoek naar de achtergronden van KBL in stichtingen zou een verrassend palet van persoonlijke motieven en tijdsomstandigheden kunnen opleveren. Op Overvelde heerste vermoedelijk weer minder angst voor het rode gevaar daar Eduard van Coeverden een deel van zijn leven overtuigd communist was, al was hij later bepaald kritisch over de gang van zaken in Rusland en hij zijn lidmaatschap opzegde. Wel liet hij bij zijn dood per testament geld na aan de communistische partij.

Dit boek begint met interviews van oud-pachters en familieleden van de ongehuwde Eduard en zijn zus Laura van Coeverden en met enige stichtingsbestuurders. Het moet een markante man zijn geweest: communist, vegetariër en hij dronk nooit alcohol. Bovendien was hij uitermate zuinig en bepaald afstandelijk naar vrouwen. Toen hij overleed bepaalde hij dat dit bezit in een stichting ondergebracht moest worden, de landerijen van Het Overvelde niet verkocht mochten worden en de pachters na hun 65ste op hun boerderijen mochten blijven wonen. Financieel bleek dit een weinig gunstige situatie op te leveren en ontstond achterstallig onderhoud en gebrek aan inkomsten. Deze situatie veranderde toen de boeren ophielden met hun bedrijf en de stichting mede-eigenaar werd van hun melkquotum.

Behalve interviews bevat het boek ook hoofdstukken die ingaan op de gebouwen, boerderijen en woningen. Mede dankzij de heldere schrijftrant en de mooie foto’s van Jan van de Langemaat is dit een uiterst leesbaar en aantrekkelijk boek over een oud landgoed waarvan de geschiedenis in 1670 een aanvang neemt. RD

ISBN 978 9491 634 06

Prijs: € 30,-, excl. verzendkosten. Het boek is digitaal te bestellen bij rentmeester F.G.W. Groot Nibbelink: fgwgrootnibbelink@planet.nl

De barones en de dominee. Een verboden liefde in de negentiende eeuw

augustus 31st, 2016 by

Wim Coster, De barones en de dominee. Een verboden liefde in de negentiende eeuw, Amsterdam 2016

De barones en de domineeDit onlangs verschenen boek schetst de geschiedenis van een sociaal ongelijke relatie uit de tweede helft van de 19de eeuw tussen de jonge, net weduwe geworden barones Jeanette van Dedem en dominee Johannes G. van Rijn. De jeugdjaren van de barones verlopen zonder opvallende gebeurtenissen en zoals het hoort. Dit verandert echter op het moment waarop haar man Daniel Pruimers enige jaren na hun huwelijk overlijdt met achterlating van een weduwe en hun dochtertje Danielle. Alhoewel Pruimers niet van adel is, maakt het enorme vermogen van zijn vader de weg vrij voor dit huwelijk. In de periode waarin Daniel ziek te bed ligt, bezoekt de pas in Zwolle aangetreden dominee Van Rijn de stervende regelmatig. Ook na diens overlijden blijft hij de weduwe bezoeken, soms wel twee tot drie maal per dag en in de avonduren. Langzaam komt het geroddel op gang en beginnen zowel de Van Dedems als de familie Pruimers zich ongerust te maken over de ontwikkelingen die gaande zijn.

Jeanette van Dedem, opgegroeid op Huis Den Berg te Dalfsen, raakt volledig in de ban van deze dominee, die niet zonder demagogische talent is en een zeer dwingende natuur blijkt te bezitten. Ondanks het feit dat hij gehuwd is en meerdere kinderen heeft, belet dit hem niet om met de weduwe een amoureuze verhouding te beginnen. Wat hierna volgt, biedt de huidige lezer een verbazingwekkend beeld van de moraal en ethiek in de betere kringen van de provincie rond 1860-1870. De dominee wordt uiteindelijk uit zijn ambt gezet en het stel besluit te verdwijnen naar Engeland en later Amerika al blijven er talrijke rechtszaken door partijen over en weer gevoerd. Zonder hier in meer details te willen treden, leest dit boek als een historische roman maar is geheel gebaseerd op waar gebeurde omstandigheden en beschreven na intensief archiefonderzoek, interviews met nabestaanden en na verschillende reizen naar Engeland, Frankrijk en Zwitserland door de auteur (historicus) Wim Coster. Hij was in staat dit verhaal te schrijven na het vrijkomen van archiefstukken over deze gebeurtenis in het in Zwolle bewaarde Van Dedem-archief.

Overijsselse buitenplaatsen spelen op de achtergrond een rol in het boek. Vader Godert Willem van Dedem tot den Berg bewoont Huis Den Berg Huis in Dalfsen terwijl zijn zuster Johanna met haar man Lodewijk Rijnvis Feith het nabijgelegen Den Aalshorst bewoont. Verder behoorden het in 1930 gesloopte Huis Rollecate (Vollenhove en later opnieuw opgebouwd in Nieuwleusen) en Vosbergen in Heerde tot de huizen die in die tijd tot het familiebezit behoorden. Er zijn opmerkingen over het leven op de buitenplaats, de jacht, de tuin en pachters maar vooral ook over het intersociale verkeer van de standen in Zwolle rond 1860-1870. Zoals gezegd is het boek meeslepend geschreven en vraag je je tijdens het lezen telkens af hoe dit moet aflopen, al blijf je na afloop toch wel met vragen zitten. RD

Wim Coster, De barones en de dominee. Een verboden liefde in de negentiende eeuw, Amsterdam 2016

ISBN 978 9460 030 925

Dit ongebonden boek telt enige foto’s en telt 288 pag. Verschenen bij Balans en te koop bij vele boekhandels. Prijs; € 19,99

Kasteel Geldrop en zijn bewoners/eigenaren van 1350-1972

augustus 31st, 2016 by

Andre Josiassen, Kasteel Geldrop en zijn bewoners/eigenaren van 1350-1972, Geldrop 2016.

Geldrop boekVier jaar lang onderzocht André Josiassen de geschiedenis van Kasteel Geldrop. Het boek is opgedragen aan Leonie Josiassen en geldt als een bekroning van haar 12,5 jubileum als vrijwilliger op dit kasteel.  Door de eeuwen heen bewoonden drie families dit kasteel te weten Van Geldrop, Van Horne en Nobel-Monicx-Van Sprangh. Van oorsprong stond hier een eenvoudige woontoren die langs het riviertje de Dommel rond 1350 door ridder Jan van Geldrop is gebouwd. Zoals vaker gebeurde, kreeg deze toren allerlei bijgebouwen en groeide het complex uit tot een burcht.

Meer adellijke allure kreeg kasteel Geldrop vanaf 1462 nadat de prominente edelman Philip van Horne de heerlijkheid aankocht en daarmee heer van Heeze-Leende en Zes-gehuchten werd. Hij en zijn familie bezaten in de Nederlanden talrijke bezittingen. Maatschappelijke onrust ging ook niet voorbij aan Geldrop want in 1512 werd het kasteel door de Geldersen volledig verwoest om ruim 100 jaar later door een Van Horne weer te worden opgebouwd. Het middenstuk van dat gebouw resteert en bestaat in 2016 400 jaar. Dit jubileum was de aanleiding voor de schrijver om zijn onderzoek te verrichten.

In de loop van de 18de eeuw raakt het geheel opnieuw in verval tot Adriaan van Sprangh in 1768 het kasteel verwerft. Deze Leidenaar knapt het op en, zoals vaker is gebeurd, overlijdt vlak nadat de restauratie is voltooid. Met het aantreden van zijn dochter vangt een volgende periode van verval aan tot haar achterkleinzoon Hubertus Paulus Hoevenaar in 1866 alles laat renoveren en de vorm ontstaat zoals het tot ons is gekomen. Zijn dochter huwt een Van Tuyll van Serooskerken waardoor een verbintenis ontstaat tussen de kastelen Geldrop, Heeze en Zuilen. Leuk aan dit boek is dat alle bewoners in dit boek voor het voetlicht komen en uit de doeken wordt gedaan welke rol zij op Geldrop hebben gespeeld.

Naast dit boek zal op 1 december bij Uitgeverij Matrijs in het kader van dit jubileum nog een boek over Kasteel Geldrop verschijnen Dit rijk geïllustreerde boek verschijnt op 2 december (€ 24,95). Bij voorintekening via verkoop@matrijs.com o.v.v. boek “Kasteel Geldrop” bedraagt de prijs van dat boek € 24,95. RD

Kasteel Geldrop en zijn bewoners/eigenaren van 1350-1972 telt 252 pagina’s, is ongebonden en bevat talrijke afbeeldingen. Van deze uitgave zijn 500 exemplaren verschenen en te bestellen bij de auteur ajosiassen@onsbrabantnet.nl

Prijs: € 19,50

‘Het pryeel van Zeeland’ Buitenplaatsen op Walcheren 1600-1820

augustus 31st, 2016 by

Martin van den Broeke,  ‘Het pryeel van Zeeland’ Buitenplaatsen op Walcheren 1600-1820, Hilversum 2016

Het pryeel van ZeelandIn het welvarende Zeeland en vooral op Walcheren bestond een omvangrijke buitenplaatscultuur. Op de Manteling, noordwestelijk van Middelburg, bevindt zich nog altijd een buitenplaatsenzone met bossen, duinen, lanen en slingerpaadjes. Hier woonde de Zeeuwse elite vanaf 1610 tot in de 20ste eeuw. Aanvankelijk verbleef men hier eerst enkel tijdens de zomer, naarmate de tijd verstreek en monumentale huizen beter te verwarmen en verlichten waren, bleven steeds meer eigenaren permanent op de buitenplaats, die hier bovendien op geriefelijke reisafstand van de stad liggen. Uniek in dit gebied is dat vrijwel nergens in Europa loofbomen zo dicht op de kust groeien. Vele zijn verdwenen maar de buitenplaatsen Westhove, Berkenbosch, Overduin, Zeeduin en Duinbeek zijn er nog, terwijl bij Middelburg nog kasteel Ter Hooge ligt. Overigens bevonden zuidelijk van Middelburg ook talrijke buitenplaatsen.

Op dit onderwerp promoveerde Martin van den Broeke in juni 2016. Hij is de eerste promovendus van de bijzondere leerstoel Historische Buitenplaatsen en Landgoederen. Zijn dissertatie biedt een boeiend beeld over de ontstaansgronden van deze buitenplaatsen en legt Van den Broeke de functies en motieven bloot waarop deze buitenplaatscultuur zich ontwikkelde. Bovendien is nu duidelijk dat de motieven vaak ook bepalend zijn geweest voor de aanleg en vormgeving van de buitenplaatsen. Buitenplaatsen verenigden meerdere functies in zich en de verhouding daartussen varieerde op basis van de motieven van de eigenaar om een buitenverblijf te willen hebben. Vermaak en statusverhoging zijn constante factoren, maar met name in de 17de eeuw waren buitenverblijven wel degelijk onderdeel van een economische portefeuille. Verder kon een buitenplaats voor stedelingen met ambachtsheerlijkheden de verbeelding van die ambachtsheerlijke macht vormen. Van den Broeke onderzoekt dit door drie zones rond de stad te onderscheiden te weten (1) de singel, (2) de stadsrandzone van drie tot vier kilometer rond de stad en (3) het platteland. Zo brengt hij de ontwikkeling van de Walcherse buitenplaatscultuur in beeld voor elk van die zones en toont hij de verschillen tussen de zones. De buitenplaatscultuur was nauw verbonden met de regio, maar houdt wel verband met de rijke buitenplaatsencultuur elders in de Republiek. Bij zijn onderzoek paste Van den Broeke een nieuw analysemodel toe dat ook te benutten is in dergelijk onderzoek in andere delen van ons land.

Dit gedegen en welkome onderzoek is vernieuwend omdat buitenplaatsen van een regio nooit eerder in hun landschappelijke en sociale context zijn onderzocht. Van den Broeke verdient bovendien een extra pluim omdat hij vrijwel al zijn vrije tijd in de afgelopen twintig jaar voor dit onderzoek heeft benut naast zijn fulltime baan bij de landelijke overheid. Chapeau. RD.

‘Het pryeel van Zeeland’ Buitenplaatsen op Walcheren 1600-1820, telt 518 pagina’s, is gebonden en heeft vele afbeeldingen. Het is verschenen bij Uitgeverij Verloren.

ISBN 978 9087 045920.  Prijs: € 49,-

Nieuw boek over Huis te Manpad

juli 8th, 2016 by

Boek ManpadDe Stichting Huis te Manpad presenteerde op vrijdag 8 juli 2016 de derde druk van het boek over haar buitenplaats:

Huis te Manpad
huis, park en bewoners door de eeuwen heen

In 2003 verscheen het boek Het Huis te Manpad van Barbara Joustra waaraan Henrick van Lennep en Mieke Wilmink-van Harmelen ook meewerkten. De kort daarop verschenen herdruk is al geruime tijd uitverkocht. Om die reden achtte het bestuur van Stichting Huis te Manpad het zinvol om een derde uitgave te doen, waarbij Barbara Joustra is verzocht om gebeurtenissen van na 2003 in een herziene editie op te nemen en het boek te verrijken met nieuwe kennis en foto’s.

Het eerste exemplaar van de herziene uitgave werd deze middag overhandigd aan Henrick van Lennep.

Barbara Joustra

Auteur van deze derde, herziene druk, is wederom kunsthistorica Barbara Joustra. Joustra, werkzaam bij het Bureau Kunstcircuit, is kenner van de geschiedenis van buitenplaatsen en geeft regelmatig lezingen over dit onderwerp. Joustra heeft op onderdelen hulp gekregen van Henrick S. Van Lennep.

Vanaf 9 juli is deze 200 pagina’s tellende uitgave te koop na de rondleidingen op Huis te Manpad bij de gidsen. Ook bij boekhandel Blokker, Binnenweg 138 te Heemstede is het boek te verkrijgen. De prijs is € 19,95.

Tuinhuizen in Fryslân. Theekoepels en priëlen.

juni 16th, 2016 by

Rudolf J. Wielinga, Tuinhuizen in Fryslân. Theekoepels en priëlen, Tiel 2016

Tuinhuizen in FrieslandOver het fenomeen van de thee- en tuinkoepels is niet veel literatuur voorhanden. Veel meer dan het boek van Wim Meulenkamp over Theekoepels en tuinhuizen in de Vechtstreek. Overvloed & Welbehagen (Weesp, 1995) zijn er in het Nederlands taalgebied niet veel boeken over dit onderwerp verschenen. Daarom is deze uitgave, die door de architect Rudolf J. Wielinga op basis van jarenlang onderzoek werd gedaan, bijzonder welkom. De studie handelt over tuinhuizen, theekoepels en priëlen in Friesland. Met name in de 18de en 19de eeuw (maar ook nog wel in de vorige eeuw) werden zulke gebouwtjes geplaatst in de tuinen van buitenplaatsen en voorname stadshuizen. De auteur merkt hierbij op dat deze traditie in Holland al in de 16de en 17de eeuw voorkomt maar in Friesland pas een aanwezige rol in tuinen gaat vervullen vanaf de 18de eeuw. Vaak benutte men hierbij aanvankelijk baksteen en later hout, kregen meestal het voorkomen van een koepel en werden bij voorkeur geplaatst langs een vaart, weg of ander punt waar men gezien kon worden, maar vooral ook om te zien wie langs reed, wandelde of voer. In de 19de eeuw zijn vijvers geliefde locaties om een houten met riet gedekt theehuisje te plaatsen. Naast een ontspannende functie hadden ze in menig park ook een decoratieve rol.

Dit zeer fraai uitgegeven en met bijzonder aantrekkelijke foto’s verluchte boek brengt u in heel Friesland. De studie begint met een heldere inleiding, waarbij de auteur twee hoofdstukken wijdt aan verdwenen Friese theekoepels en priëlen. Het grootste deel van het boek is benut voor wat er nog is en begint alfabetisch met een beschrijving van de theekoepel in Akkrum Heechein. Daarbij worden meestal opmetingstekeningen gegeven en foto’s van de situatie zoals deze nu is. Af en toe poseert een eigenaar bij zijn theekoepel of prieel zoals dominee C. van Eysinga doet bij zijn prieel op Boschoord te St. Nicolaasga. Wat een plezierig en informatief boek. Onze complimenten. RD

Tuinhuizen in Frysân. Theekoepels en priëlen is een gebonden uitgave van Friese Pers Boekerij/Uitgeverij Noordboek. Het bevat talloze foto’s en opmetingstekeningen en heeft een omvang van 160 pagina’s.

ISBN 978 90 330 04247

Prijs: € 24,95

Voor informatie www.noordboekwinkel.nl/ of verkoop@friesepersboekerij.nl

Te gek om los te lopen. 11 waanzinnige wandelingen in de buurt van psychiatrische klinieken

juni 16th, 2016 by

Ruud van der Loo & Rutger Burgers, Te gek om los te lopen. 11 waanzinnige wandelingen in de buurt van psychiatrische klinieken, Houten 2015

Te gek om los te lopenDeze gids verscheen weliswaar in 2015 maar toen is de uitgave aan onze aandacht ontsnapt. Het onderwerp raakt veel KBL. Daarom signaleren wij deze wandelgids alsnog. Het is een uitgave van Uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig, die vaker wandelgidsen uitgeeft rond bijzonder onderwerpen. Het leuke van deze gids is dat het zich richt op elf psychiatrische klinieken waarvan een deel ooit een KBL was. In de gids zijn wandelingen opgenomen op de terreinen van Meerenberg (buitenplaats te Santpoort), Huize Padua (was een klooster en werd het eerste psychiatrisch ziekenhuis (1843) te Handel), Brinkgreve (eerder landgoed bij Schalkhaar), Veldwijk (eerder landgoed bij Ermelo) en Het Grote Graffel (eerder landgoed bij Warnsveld).

Voor wie geïnteresseerd is in de wijze waarop buitenplaatsen werden omgezet naar psychiatrisch ziekenhuis, is het boek van Gemma Bok & Joost Vijselaar Terug naar Endegeest Uitgeverij Sun, 1988) interessant. Deze uitgave gaat ook in op het omzetten van het 17de-eeuwse kasteel Endegeest bij Oegstgeest naar het gebruik als psychiatrische kliniek. Aan het einde van de 19de eeuw komt de vraag naar meer psychiatrische opvang sterk op in Nederland. Dit blijkt verband te houden met de toenemende industrialisatie, de verstedelijking, schaalvergroting en de trek van het platteland naar de stad waardoor veel mensen ontworteld raken en maatschappelijk onwelgevallig gedrag gaan vertonen. Om die reden werden in heel Nederland KBL opgekocht om te gaan dienen als zorgcentrum. Daarmee waren deze mensen weg uit de samenleving en bovendien zag men het verblijf in de natuur als helend. Rust, ruimte en regelmaat werden toegepast als remedie voor ‘gestoorde’ mensen. In de ziekenhuizen heerste een strikte scheiding tussen mannen en vrouwen maar ook waren de bewoners verdeeld in groepen van rustig tot zeer onrustig, al dan niet verdeeld in verschillende nieuwbouwpaviljoens op het terrein. Door deze gids moest ik denken aan het verhaal van Frederik van Pallandt, wiens familie Kasteel Keukenhof te Lisse bezat. Het vermoeden bestaat dat hij na zijn met succes afgeronde rechtenstudie in Leiden schizofreen werd en door zijn familie (die hiermee geen raad wist) in het zwakzinnigeninstituut Meerenburg te Santpoort is gedaan. Daar sterft hij min of meer vergeten op 39-jarige leeftijd waarna zijn overlijdensacte door een postbode en een politieagent werd ondertekend.

Ook in onze tijd zijn meerdere KBL in gebruik als zorgcentrum zoals bijvoorbeeld De Hartekamp en Bosbeek te Heemstede, Endegeest (Oegstgeest) en Dorrepaal te Voorburg. De in dit gidsje opgenomen huizen zijn alle geselecteerde GGZ-klinieken die zijn opengesteld voor wandelaars. Soms gelden restricties als een verbod voor honden en nergens is het toegestaan om te fotograferen waarmee de privacy van bewoners is gewaarborgd. RD

Te gek om los te lopen. 11 waanzinnige wandelingen in de buurt van psychiatrische klinieken is een ongebonden boekje dat 120 pagina’s telt. Alle wandeling worden door middel van kaartje en route-aanwijzingen beschreven. De gids bevat veel foto’s en interessante historische informatie.

ISBN 978 90 78 641 421

Prijs: € 14,95 / Zie de website van de uitgever

De oudste tuin van Nederland. De groene geschiedenis van Huis Bergh

juni 16th, 2016 by

Melina Reintjens e.a., De oudste tuin van Nederland. De groene geschiedenis van Huis Bergh, ‘s-Heerenbergh 2016

OudsteTuinNederland-2016Deze zomer staat de tuin op het eeuwenoude Huis Bergh te ’s-Heerenberg centraal. De aanduiding De oudste tuin van Nederland lijkt door archiefonderzoek bewezen en terecht te zijn. Dit onderzoek werd tegelijkertijd uitgevoerd rond de herinrichting van de kasteeltuin. Bij dat laatste heeft men zich laten inspireren door een tuinkaart uit 1727 van de hand van cartograaf Theodor Bucker. Huis Bergh benadrukt door middel van een expositie en de uitgave van deze interessante publicatie, dat hier altijd een nauwe band heeft bestaan tussen het kasteel en de omringende tuin. Sterker nog, de tuin ziet men hier als een vast onderdeel van de kasteelcollectie. Op een overeenkomende gedachte berust ook de definitie van een buitenplaats. Ook daar gaat het om de eenheid (en beleving) tussen een hoofdhuis met bijgebouwen en omringende tuin, park en/of bospark.

Melina Reintjens stelde voor de expositie een boekje samen waaraan talrijke auteurs met verschillende invalshoeken en professionele achtergronden hun bijdragen hebben geleverd. In zeven hoofdstukken verwerft de lezer meer inzicht hoe de tuin en het hierbij horende Plantagebos zich heeft ontwikkeld en ingericht werd om geregeld weer te worden gewijzigd. Aan de hand van archiefvondsten is te volgen wat zich hier in de afgelopen eeuwen voordeed, wie wat veranderde, maar ook wie de tuinmannen op Huis Bergh waren.

Interessant zijn de bijdragen van Frits Scholten over loden tuinsculpturen die Andries Gutsche voor Huis Bergh maakte. Over dit weinig bestudeerde onderwerp publiceerde hij in Simiolus (31, 2004-2005, pag. 54-89) een artikel dat in gaat op de werkzaamheden en productie van de 17de-eeuwse Haagse (lood)beeldhouwer Johan Larson en zijn familie. Ook het artikel van Hendrik Jan Tolboom en Carolien van der Star biedt waardevolle informatie over natuurstenen objecten en welke uitwerking de buitenlucht op deze voorwerpen heeft. Anders dan men zou denken hebben natuurstenen voorwerpen een beperkte levensduur waardoor het soms nodig is ze te behandelen of te vervangen. Informatief is ook de bijdrage van Renkse Ek, hortulanus van Paleis Het Loo. Zij beschrijft welke bloemen en planten in de 16de en 17de eeuw in tuinen werden benut en spitst dit toe op de situatie op Huis Bergh. RD

De Oudste tuin van Nederland: De groene geschiedenis van Huis Bergh is een ongebonden uitgave die door Stichting Huis Bergh te ‘s-Heerenberg werd gedaan. Het telt 144 pag. en bevat kleurenfoto’s.

ISBN 978 90 803 638 5

Prijs: € 15,-. Het boekje is te koop in de museumwinkel van Huis Bergh of te bestellen via info@huisbergh.nl