Kortgeleden recenseerde NRC twee boeken, een van de filosoof Ton Lemaire en een van filosoof Wouter Oudemans. Die van Oudemans kwam er met een positieve beschouwing van af. Hij schreef een boek dat handelt over de verhouding tussen natuur en cultuur. In menig Europese tuin ziet hij een poging tot herstel van het verloren paradijs, een beschouwing die mijns inziens ook uitstekend past op de vele fraaie tuinen rond historische buitenplaatsen. Of dit streven gehaald wordt, betwijfelt de auteur. Ze leiden de mens eerder om de tuin met illusies, als men denkt het paradijs te betreden. Iedereen weet dat een mooie tuin veel energie en zorg vergt en allesbehalve paradijselijk is. De uit het paradijs verstoten mens moest immers in het zweet zijns aanschijns zijn brood verdienen. Het creëren van een paradijs is dan ook zeer intensieve arbeid.
Het boek bevat een chronologisch overzicht van de ontwikkeling die Europese tuinen doormaakten. Aandacht is er voor vormen, maar ook de vorm verandert in de loop der tijd in een behoefte om de natuur z’n beloop te laten en zo haar schoonheid in ongeschonden vorm te kunnen tonen. Het is het credo van de Romantiek die uitmondt in de wens van latere natuurbeschermers de ‘echte’ natuur te willen beschermen. Volgens Oudemans is die er allang niet meer. In dit boek bekritiseert hij de Europese en de Nederlandse overheid iets na te jagen wat onhaalbaar is, naast andere kritische beschouwingen over de strijd tegen exoten en de acties van klimaatactivisten.
Het boek is in enige secties ingedeeld met onderverdelingen. Na de chronologische schets van tuinhistorische ontwikkelingen eindigt hij met een beschouwing over hangende tuinen toegespitst op zijn eigen initiatief in Wedde in Oost-Groningen. Oudemans stamt uit een familie die vele liefhebbers en eigenaren van arboreta voortbracht. Zelf ontwikkelde hij vanaf 2014 een circa 35 hectare groot en gloednieuw park en noemde dit park Tenaxx. In zijn arboretum wordt geprobeerd om de aloude semantiek van natuur en kunst nieuw leven in te blazen, met name door af te wijken van de overgeleverde vanzelfsprekendheden. Hier gaat hij de spannende confrontatie aan tussen natuurlijke soorten en hun gecultiveerde varianten en is een omvangrijk park ontstaan van louter treurbomen. Uiteindelijk is dit boek zijn verklaring hoe en waarom hij dit bijzondere arboretum aanlegde. De flaptekst van dit boek eindigt met de zin: ‘Bovenal wordt duidelijk dat de natuur een spel is waar mensen geen heersers zijn maar pionnen.’
Om de tuin geleid. Natuur en horticultuur in Europa is een paperback uitgave van KNNV uitgeverij en telt 174 pagina’s. Het boek telt vele foto’s, maar ontbeert jammergenoeg een index.
Th.C.W. Oudemans, Om de tuin. Natuur en horticultuur in Europa ISBN 978 9050 119 368 Prijs: € 29,95
Hoeveel auteurs van boeken over KBL er niet zijn die een boek over een huis of buitenplaats schrijven omdat ze geboren zijn in een plaats met een KBL, is onbekend maar het moeten er velen zijn. In deze rubriek zijn er inmiddels al talrijke gepasseerd en aan deze mensen danken wij vele mooie uitgaves over kastelen en buitenplaatsen. Dit geldt ook voor Aart Veldhuizen die in Hoevelaken werd geboren en zijn leven lang een fascinatie voor dit dorp behield. Eerder publiceerde hij het boek Hoevelaken 1132 – 1982. Zijn boek dat nu, veertig jaar later, is verschenen, biedt veel nieuwe inzichten en aanvullende informatie over dit Veluwse dorp. De digitale ontsluiting van vele archieven vergemakkelijkte en verrijkte deze uitgave. Dit boek heeft betrekking op alles dat met Hoevelaken te maken heeft en dus ook op het Huis Hoevelaken. Daarnaast is er aandacht voor de wijze waarop het dorp werd bestuurd, wie die bestuurders waren, de kerk, de kerkelijke gemeenschap en de vergaande invloed van die kerk op deze dorpsgemeenschap. Ook de vele monumentale boerderijen die hier vanouds liggen worden door Veldhuizen beschreven.
Het begon hier in 1132 toen de bisschop van Utrecht toestond dat hier grond ontgonnen mocht worden. De Veluwe kende relatief gezien weinig heerlijkheden. Hoevelaken vormde daarop een uitzondering en bezat daarmee een vrij grote bestuurlijke zelfstandigheid. Lange tijd waren de families Schimmelpenninck van der Oye en Van Lynden hier dominant. Die tijd veranderde enigszins in 1925 met de komst van C.J.K. van Aalst, president-directeur van de Nederlandsche Handelsmaatschappij na zijn aankoop van Huis Hoevelaken. In navolging van Duin en Kruidberg dat aan andere bestuurders van de Nederlandsche Handelsmaatschappij toebehoorde, besloot ook hij de opdracht tot nieuwbouw te verlenen aan het architectenbureau J. van Nieukerken en Znn. Daarmee verdween het huis dat de vrijvrouw van Renswoude hier in 1679 had laten bouwen. Er verrees een imitatie 18de-eeuws huis dat met talrijke interieuronderdelen werd toegerust die afkomstig waren uit Amsterdamse grachtenpanden die zouden worden gesloopt of verbouwd. Zelf bewoonde Van Aalst Herengracht 502, de huidige ambtswoning van de burgemeester van Amsterdam. Pieter Wattez werd gevraagd om een park in de landschapstijl te ontwerpen. Dit en andere informatie over Huis Hoevelaken en het gelijknamige dorp is te lezen in dit informatieve en toegankelijke boek.
Hoevelaken Een Veluwse heerlijkheid is een gebonden uitgave en telt 340 pagina’s. Het boek is ruim voorzien van kleurrijke foto’s, tekeningen en kaarten.
Aart Veldhuizen, Hoevelaken Een Veluwse heerlijkheid ISBN 978974 645 50610 Prijs € 29,00
Het in de provincie Overijssel gelegen landgoed Vilsteren is een uitgestrekt landgoed waartoe ook het gelijknamige dorp Vilsteren behoort. Onderdelen zoals tuin, park, bossen, landbouw en dorp vormen een samenhangend geheel en overstijgen de optelsom van de losse delen. Vilsteren dankt zijn naam aan het geslacht Van Vilsteren. In 1382 is er sprake van een ridder Herman van Vilsteren. Eind 18de eeuw komt een vrijwel aaneengesloten landgoed tot stand met een omvang van circa duizend hectare en dat is nog altijd zo. Het is bijeengebracht door vererving en gunstige landverdelingen, maar ook door het opkopen van wat ooit gemeenschappelijke markegronden waren. Het zijn achtereenvolgens de families Grootvelt, Helmich en Cremers die het in bezit hebben.
Over de geschiedenis van de totstandkoming van Vilsteren schreef mede-eigenaar Eduard Cremers een chronologisch boekwerk waarbij hij vanaf het prille 14de-eeuwse begin tot 1970 het wel en wee van dit landgoed volgt. Met overzichtelijke hoofdstukken beschrijft hij wie pachters waren, welke stukken land werden afgestoten of juist aangekocht, wat er aan nieuwe boerderijen bijkwam of welke gebouwen werden gesloopt. Dat het boek een zekere omvang heeft, houdt zeker verband met het vroege begin van Vilsteren. Veel aandacht krijgen de opeenvolgende families die Vilsteren in bezit hadden en hebben. Daarbij wisselt de naam van de eigenaarsfamilie, doordat vrouwelijke nazaten trouwen en nieuwe opvolgende generaties de naam van de echtgenoot dragen. De familie Cremers is hier nu bijna 150 jaar verantwoordelijk. Zij hebben van Vilsteren een bijzonder landgoed gemaakt waarbij gemeenschapszin met natuurbewustzijn en een verantwoorde wijze van ondernemen worden gecombineerd. Het is zondermeer de moeite waard eens een wandeling te gaan maken op dit uitgestrekte landgoed vol boeiende elementen. Alhoewel het door Eduard Cuypers (1859-1927) ontworpen landhuis particulier wordt bewoond en niet toegankelijk is, is dit vroeg 20ste-eeuwse landhuis goed waarneembaar vanaf de openbare weg. De RK-kerk en het dorp, waar circa zevenhonderd mensen wonen, de molen en het omvangrijke parkbos zijn de moeite waard. Dat deel is grotendeels opengesteld. Verder is hier iedere derde zaterdag een boerenmarkt en men kan er in B&B ’s overnachten.
Aan de totstandkoming van dit boek is door enkele familieleden van de auteur meegewerkt. Mathieu Cremers zorgde voor de vormgeving en cover. Het boek omvat vele foto’s die gemaakt zijn door betrokkenen bij het landgoed en ook uit de collectie van OudOmmen. Verder zijn foto’s van schilderijen van Eric Schutte opgenomen. Dit boek biedt u een uitstekende historische inleiding op uw bezoek. RD
Van buurschap tot buurtschap, van marke tot landgoed. Geschiedenis van Vilsteren tot 1970 is in eigen beheer uitgegeven. Het gebonden boek telt 547 pagina’s en is voorzien van foto’s en genealogieën van uiteenlopende eigenaren. Het boek is enkel te verkrijgen in het Landgoedcentrum te Vilsteren.
Eduard Cremers, Van buurschap tot buurtschap, van marke tot landgoed. Geschiedenis van Vilsteren tot 1970 ISBN 978 94 643 788 70 Prijs: € 25,00 Het boek is enkel te verkrijgen in het Landgoedcentrum te Vilsteren.
Het Kasteel van Wijchen is hét visitekaartje van Wijchen dat in de nabijheid van Nijmegen ligt. De plek is omgeven door historie\ en staat regelmatig centraal in het politieke en sociaal-culturele leven van de Wijchenaar. Of dit nu gaat om een raadsvergadering, een trouwerij, de regionale geschiedenis beleven of een kasteelevenement, het kasteel speelt hier voor velen een aanwezige rol.
De laatste renovatie is de reden geweest van het verschijnen van dit boek. Het is voor de gemeente en haar inwoners belangrijk dat het kasteel behouden blijft. Dit caleidoscopische boek laat zien dat men in Wijchen trots kan zijn op dit fraaie kasteel. Het is een weergave van de brede geschiedenis en archeologie van dit gebouw, met daarbij nieuw verworven inzichten. Een van de hoofdstukken gaat speciaal in op de kasteelvrouwen, die allen een eigen, bijzondere bijdrage aan dit kasteel hebben gegeven. Ook zijn er veel Wijchenaren die hun herinneringen aan het kasteel hebben gedeeld. Dit zijn oude inwoners, maar ook anderen die vertellen over hun heldendaden (en het kattenkwaad) die zij hier in het verleden hebben uitgeleefd.
Centraal in dit boek staat de omvangrijke renovatie van 2020-2021. Het boek neemt u als lezer mee op deze renovatie en biedt een visueel overzicht van hetgeen hier allemaal is uitgevoerd. Dankzij die renovatie is het kasteel er klaar voor ook toekomstige generaties te bekoren door zijn zeggingskracht en uitstraling. Dit boek heeft een hard cover, telt 160 pagina’s en de vele foto’s zijn van de hand van Dick Vogelzang. Het boek is verkrijgbaar in de kasteelwinkel van Museum Kasteel Wychen.
Nicole Jansen en Antal Giesbers, Ons kasteel. De historie, verbouwingen en toekomst van Kasteel Wijchen ISBN 978 946 437 62 27 Prijs € 21,95
Enige maanden geleden mocht ik een eerste exemplaar in ontvangst nemen van dit boek, dat in relatief korte tijd verscheen na de publicatie van zijn boek over de Kralingse buitenplaatsen. Voor die uitgave ontving Ligthelm in 2022 de sKBL-Ithakaprijs. Dankzij een tomeloze inzet schept Ligthelm langzaamaan een helder beeld van vooral de 18de- en 19de-eeuwse buitenplaatscultuur rond Rotterdam. Al voor die tijd stonden hier tijdens de Middeleeuwen al enige kastelen en in de 16de en 17de eeuw worden meerdere boerderijen omgebouwd naar elegante hofstedes met aangename parken. Al met al was de Rotte rijkelijk bezaaid met talrijke buitens waarvan helaas nauwelijks iets is overgebleven. Dit boek is het tweede deel in een serie van drie, waarvan dit jaar een derde deel zal verschijnen dat zal ingaan op het buitenleven langs de Schie.
Net als de eerste uitgave is ook dit boek bijzonder fraai gedocumenteerd en rijkelijk voorzien van foto’s, kaarten, schilderijen, penningen, etsen en tekeningen. Na een heldere inleiding waarin het gebied, de begrippen en zelfs de sKBL-Ithakaprijs en de eerdere winnaars de revue passeren, volgen prachtige verhalen over de talrijke buitens die langs de Rotte en directe omgeving hebben gelegen. Dat zijn er vele tientallen geweest en ieder huis en zijn vele bewoners krijgen hierbij volop aandacht. Daarmee verwerft de lezer ook een interessant en veelzijdige blik op het Rotterdamse establisment van regenten, kooplieden en hier en daar een verdwaalde edelman. Wie woonde waar in welke tijd? Welk huis was eigendom en welke werd gehuurd door wie? Hoe was men in de buurt verzwagerd met de bewoners van andere buitens en welke zakelijke belangen speelden tussen deze groep bewoners? Ook krijgt, waar dit bekend is, de inrichting van huis en tuin veel aandacht. Talrijke meubilaire goederen en andere gebruiksvoorwerpen die zich ooit in deze huizen hebben bevonden, worden benoemd en komen tot leven. Zo raakt de lezer door dit indrukwekkende boek te lezen zeer op de hoogte hoe in dit deel van Rotterdam destijds werd geleefd. Dit boek biedt een vergaand inzicht op de levenswijze van de bovenlaag van de vroegere Rotterdamse samenleving. Het is helder en informatief geschreven en ben je eenmaal begonnen, dan is het lastig dit boek terzijde te leggen. Alle reden om dus ook uit te zien naar het derde en laatste deel in deze indrukwekkende serie. Wij wensen Robert Ligthelm daarmee veel succes.
Buitenplaatsen bij de Rotte. Een verloren Arcadië. Rubroek (Crooswijk), Oost-Blommeresdijk (Cool), Hillegersberg en Terbregge verscheen bij Pictures Publishers. Het telt 448 pagina’s, is een hardcover en zeer rijk voorzien van vele afbeeldingen in kleur.
Robert J. Ligthelm, Buitenplaatsen bij de Rotte. Een verloren Arcadië. Rubroek (Crooswijk), Oost-Blommeresdijk (Cool), Hillegersberg en Terbregge ISBN 978 9492 576 736 Prijs € 34,95
Dit boek verscheen in 2023 en is van een inleiding voorzien van de hand van Erik A. de Jong. Zijn inleiding werpt licht op de historische context van het boek en op de actuele relevantie van deze kennis. Het betreft een in 1838 geschreven heruitgave van een tuintractaat dat vermoedelijk toebehoorde aan een tuinbaas die, ook weer vermoedelijk, op een buitenplaats zijn brood verdiende. Het origineel berust bij een van de oprichters van Het Landje van De Boer. Dit landje is een circa kwart hectare grote moestuin met boomgaard, kas, keuken en kapschuur. Het bevindt zich tussen Overveen en Bloemendaal. In de afgelopen vijftien jaar hebben vrijwilligers van dit landje een paradijs gemaakt. Bij gelegenheid van het 15-jarig jubileum van deze tuin verscheen deze herdruk. Het was een cadeau voor de vrijwilligers, voor de vele vrienden van het Landje en is op een enige plekken te koop.
Het boek is feitelijk een jaarrond dagboek van een tuinier uit 1838. Hij stelde nut, schoonheid van planten, heesters en bomen op zijn domein centraal. Dit overzicht van seizoenswerk in de tuin vangt dan ook in januari aan en eindigt met de opsomming van werkzaamheden in december. Zoveel in dit boekje is nog te volgen en te begrijpen. Neem bijvoorbeeld het inleidende woord op de maand maart; “De lentemaand, die voorloopster van het schoone seizoen, is een der maanden, die aan den Boom- en Bloemkweeker, den Hovenier en Warmoesenier, de meeste werkzaamheden verschaffen: geen enkele dag mag verzuimd worden, en wanneer, op eenige zeer ongunstige dagen, de wedergesteldheid zoodanig is, dat zij alle werk, in de open lucht, volstrekt verhindert, dan worden die weinige dagen besteed tot verrigting van zoodanig”. Dat was toen zo maar velen die nu in moestuinen, al dan niet op buitenplaatsen, actief zijn (en dat zijn er in ons land velen) kennen deze constatering en de gevolgen ervan. Het boek bevat de integrale, goed leesbare tekst van de tuinbaas die het schreef en is voorzien van meer dan zijn beschouwingen. Veel tips, adviezen voor werkwijzen, plantadviezen met plantlijsten, etc.
Uit de teksten is af te leiden dat twee eeuwen geleden elke tuinier circulair bezig was. Zonder kunstmest en pesticiden, met grote deskundigheid. Met elk stukje grond bedekt door onder andere polycultuur. Maar dat heette toen anders. Gelukkig zijn er op veel plekken in ons land velen die daarvan de waarde inzien en toepassen en is dit boekje feitelijk een haast tijdloos document.
Tuinkunst 1838 is een heruitgave van deze rijke bron van kennis, voorzien van een inleiding, tekeningen en uitgebreide indexen. Het boek is gebonden, heeft een harde kaft en een leeslint, telt 420 pagina’s, heeft uitgebreide registers en kost € 17,50. Het is te koop op het Landje tijdens openingstijden (raadpleeg de website www.landjevandeboer.nl). Het is eveneens te koop bij Athenaeum Boekhandel in Haarlem en ook in hun webshop.
Anonymus, Tuinkunst 1838 Tuintradities met toekomst ISBN 978 909 037 13 44 Prijs € 17,50
Goederen die van andere continenten komen (global goods) waren in de 17de en vooral 18de eeuw aantrekkelijke bezittingen in Europese en westerse Caraïbische huishoudens. Met name goederen (porselein, mahonie, behang, zijde etc.) die afkomstig waren uit Japan, China en India waren begeerlijk. Ze gaven de bezitter status en aanzien en ze werden om dat aanzien te verwerven ook representatief ingezet of gebruikt. Ook consumptiegoederen uit verre oorden waren met dit aureool omgeven. Koffie, thee en chocolade, het liefst genoten uit Aziatisch porselein, gaf de eigenaar het aanzien ‘mens van de wereld’ te zijn. Datzelfde gold voor tabak dat veelal uit Amerika werd aangevoerd. Dit product was immens populair, mede gezien de vele snuifdozen en pijpen die in vele 18de-eeuwse huishoudens te vinden waren. Overigens was in Engeland de teelt van tabak verboden waardoor invoer noodzakelijk was. In delen van Duitsland werd overigens al in de 17de eeuw op grote schaal tabak verbouwd. De goederen werden zowel in stadswoningen als op buitenplaatsen gebruikt of geplaatst als teken van status.
Aan deze rijke bundel werkte een groot aantal onderzoekers mee. Het boek behandelt een dito aantal zeer uiteenlopende onderwerpen. Ook Groninger emeritus hoogleraar Yme Kuiper deed een bijdrage die handelt over gouverneur van Nederlands-Brazilië Johan Maurits van Nassau-Siegen en de goederen die hij vanuit dit continent meenam om ze als geschenk te kunnen weggeven. Overigens behoorde het verzamelen en koesteren (verzorgen) van subtropische planten ook tot dit genre. Katie Donington leverde een bijdrage over vrouwelijke verzamelaars uit de bovenlaag. Daarnaast vele korte en langere bijdrage in deze bundel, die ruim 400 pagina telt. Het boek is in vier hoofdstukken ingedeeld; het consumeren van intercontinentale goederen (1), het intercontinentale in het locale gebruik (2), de verwording van intercontinentale spullen naar het alledaagse (3) en tenslotte een hoofdstuk getiteld Imperial Houses (4). Telkens worden deze verschillende hoofdstukken afgesloten met bijdragen over individuele objecten. Deze goederen door import vanuit verre oorden verkregen kwamen vaak ook op buitenplaatsen terecht, maar ook in huizen van plantagehouders in Zuid-Amerika. Welgestelde kopers droegen bij aan het in stand houden van handel en daarmee koloniaal bestuur, terwijl zij voor de landgenoten die in de Caraïben woonden vaak ook een emotionele verbintenis inhielden met welstand, cultuur en goederen waarmee men zich onderscheidde. De bundel kwam tot stand dankzij inspanningen van John Stobart, hoogleraar sociale geschiedenis aan de Manchester Metropolitan University. Hij richt zich al jaren op onderzoek naar de wijze waarop goederen op buitenplaatsen en landgoederen door de eeuwen heen werden verworven en geconsumeerd.
Global goods and the country house. Comparative perspectives, 1650-1800 verscheen bij UCL Press in Londen. Deze paperback telt 452 pagina’s en heeft redelijk wat kleurenafbeeldingen. Er is een kortingscode voor onze lezers beschikbaar. Deze is: UCL23LSM1409C Bij gebruik van deze code verkrijgt u een korting van 20% en wordt het boek gratis verzonden. Dit aanbod geldt tot eind april 2024.
John Stobart (red), Global Goods and the country house. Comparative perspectives, 1650-1800 ISBN 978 180 008 38 37 Prijs 35 pond
In deze onlangs verschenen bundel over recent onderzoek naar kastelen is een verscheidenheid aan artikelen te vinden van de hand van verschillende auteurs. De bouwhistorie is als discipline prominent vertegenwoordigd, met bijdragen over het koetshuis van landgoed De Hage, de ridderhofstad Oudegein, de Grafelijke Zalen te Den Haag en de ringmuur van kasteel Borgharen. Verder is aandacht voor verdwenen kastelen en buitenplaatsen, namelijk het Huis te Persijn en kasteel Rijnestein. Enerzijds levert dat nieuwe informatie op, anderzijds zorgt het ook voor blijvende aandacht voor de terreinen waar deze gebouwen hebben gestaan. Een mix van meerdere disciplines, met een zware historische component, vormen de bijdragen over de eveneens verdwenen kastelen Bronkhorst en Rosenburg. Ook de archeologie komt aan bod met een tweetal artikelen gebaseerd op recent archeologisch onderzoek naar de kastelen Oud-Herlaer en het Huys de Hildert.
Het boek is zeer rijk geïllustreerd en is een paperback met 264 pagina’s . Het is verkrijgbaar via SPA-uitgevers.
T. Hermans en R. Gruben (redactie), ‘Een Ridderwooninge met opgetogen bruggen’ ISBN 978-90-8932-082-7 Prijs € 34,95
Dit boekje las ik bijna als een thriller. Bert Koene deelt met de beschrijving van de wederwaardigheden van Maria van Wassenaer een opmerkelijk verhaal dat nogal wat zegt over het standsgevoel, erezaken en adel in de 17de eeuw. Maria is de dochter van Johan van Wassenaer, een van de aanzienlijkste edelen van Holland. Zij probeert op een avond in het jaar 1639 haar ouderlijk huis te verlaten in het gezelschap van de man van wie zij houdt. Voor haar een prins, in de ogen van haar vader en boer en parvenu van lage geboorte. Zij zien in hem niets meer dan een knecht. De vlucht mislukt en het meisje wordt door haar eigen familie gevangen gezet. Dankzij inwonend huispersoneel weet Maria schriftelijk in contact te blijven met haar Duitse amant Wolf Saltzer. Deze was overigens zeker niet van het lage niveau dat haar familie beweerde.
Na zes jaren van eenzame opsluiting overleed haar vader, die haar op zijn sterfbed vergaf en verkreeg zij een beperkte vrijheid. Echter de liefde voor haar amant liet zich niet wegdrukken en nadat haar broers hadden ontdekt dat zij hem tijdens een geheime ontmoeting had gezien, volgde een nieuwe periode van gevangenschap. Ditmaal werd zij buiten Den Haag ondergebracht in Delft en later in Arnhem. Daar wist zij uiteindelijk te ontsnappen vlak voor het moment waarop haar familie haar naar Afrika hadden willen laten afvoeren. Na die ontsnapping ontmoette Maria haar partner en raakte zij zwanger. Dit hele verhaal speelde negen jaar na haar eerste poging van huis te vluchten. Uiteindelijk leidde de hele zaak tot een geruchtmakende rechtszaak waar heel de toenmalige samenleving over sprak. Zeker in Arnhem leidde dit tot grote beroering onder verschillende bevolkingsgroepen. Een huwelijk viel niet meer tegen te houden. En er was haast bij, want zij was hoogzwanger.
Dit interessante verhaal maakt duidelijk hoe men dacht over standsverschillen en hoe kinderen geen individuele vrijheid hadden hun leven in te richten naar eigen inzicht. Daarbij was de positie van een dochter nog eens oneindig lager dan die van zonen, die zich veel meer vrijheden op allerlei gebied konden veroorloven. Het is haast niet voorstelbaar wat deze familie een van hun familieleden voor het behoud van eer en aanzien durfde aan te doen. De auteur heeft als fysicus in researchinstellingen in Europa en Noord-Amerika gewerkt. Het was al vroeg zijn plan om op latere leeftijd naar historisch onderzoek over te stappen. Daarin heeft hij een voorkeur voor biografische naspeuringen ontwikkeld. RD.
Hoop van u te dromen. De verboden liefde van jonkvrouw Maria van Wassenaer is een paperback uitgave en verschenen bij Walburgpers. Het telt 126 pagina’s.
Bert Koene, Hoop van u te dromen. De verboden liefde van jonkvrouw Maria van Wassenaer ISBN 978 9464 562 026 Prijs; € 20,00
Even buiten Dwingeloo ligt havezate Oldengaerde verscholen in het groen van het landgoed. Een statig huis met een prachtig geornamenteerde gevel. Het is gebouwd in dezelfde stijl als de herenhuizen die in de 17de eeuw langs de Amsterdamse grachtengordel verrezen. Oldengaerde is beslist een boek waard, vond Het Drentse Landschap. Ze mag zich sinds een aantal jaren eigenaar van het landgoed noemen en heeft het huis inmiddels geheel in oude glorie hersteld. Tot nu toe nog is er nog nooit een boek geweest dat het verhaal van Oldengaerde uitgebreid en terdege vertelt. Dit prachtig geïllustreerde boek doet recht aan het belang en de schoonheid van een waardevol Drents monument. Oldengaerde – Het verhaal van een havezate en zijn bewoners begint diep in de middeleeuwen. Op initiatief van de bisschop van Utrecht ontwikkelde zich in Zuidwest-Drenthe een uniek cultuurlandschap. Belangrijke families als de Van Echtens speelden er een belangrijke rol bij. In de vijftiende eeuw vestigde Reynolt van Echten zich op het familiebezit in Dwingeloo. Zoon Volker was de eerste die zich Van Echten tot Oldengaerde ging noemen. Vier eeuwen lang woonden de families Van Echten en Van Dongen op Oldengaerde. Zij maakten in de 17de en 18de eeuw van Oldengaerde het voorname huis dat het tot op de dag van vandaag gebleven is. In de 19de eeuw kwam Oldengaerde via Aalt Willem van Holthe in eigendom van de familie Westra van Holthe.
Oldengaerde – Het verhaal van een havezate en zijn bewoners is het gezamenlijk product van een groep auteurs die de verschillende hoofdstukken steeds vanuit hun eigen expertise benaderen. Samen brengen ze de markante eigenaren van Oldengaerde voor het voetlicht en nemen de lezer mee naar de tijd waarin ze leefden. Deze bijzondere invalshoek geeft het boek een breder perspectief. Het verhaal van Oldengaerde laat zien hoe de Drentse samenleving zich de afgelopen eeuwen ontwikkelde. Rijk geïllustreerd en toegankelijk geschreven is OIdengaerde – Het verhaal van een havezate en zijn bewoners een boek voor een breed publiek met interesse in de prachtige geschiedenis van de landgoederen van Drenthe en Nederland.
Oldengaerde Het verhaal van een havezate en zijn bewoners Het boek is een samenwerkingsproject van Het Drentse Landschap en Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum. De eerste oplage van het boek is uitgevoerd met een luxe omslag. Het bijzondere behang dat in Oldengaerde is aangetroffen wordt op het omslag met goudfolie en in reliëf geproduceerd. Het is een gebonden uitgave en telt 310 pagina’s.
Bertus Bolvin (red.), Oldengaerde Het verhaal van een havezate en zijn bewoners ISBN 978 902 325 95 03 Prijs € 29,95