In het algemeen is het beeld dat buitenplaatsen zijn voortgekomen uit een herenkamer op een boerderij. Na het lezen van het onderzoek van landschapshistoricus Gerrit van Oosterom naar ruim 160 buitenplaatsen uit het Amstelland, hun eigenaren, pachtboeren en landbezit is overduidelijk dat dit een veel te beperkt beeld is. Van Oosterom stelde zich de vraag: wat gebeurde er met de boerderij, nadat de buitenplaats gebouwd was? Om die vraag te beantwoorden deed hij nieuw en diepgravend promotieonderzoek naar buitenplaatsen en hun boerderijen in het Amstellands ArcadiĆ«, het gebied langs de Amstel, Holendrecht, Gein en Angstel. Veel van de boerderijen in dit gebied waren aangekocht door rijke Amsterdamse burgers en verpacht aan boeren. In de loop van de zeventiende eeuw lieten diezelfde Amsterdamse burgers buitenplaatsen bouwen in dit gebied en combineerden hun buitenplaats met een boerderij. Van Oosterom omschrijft deze combinatie als een bezitsensemble: een op elkaar aansluitend complex van percelen in eigendom van Ć©Ć©n eigenaar. Er was een buitenplaatskern met het buitenhuis, het park, de moestuin en de bijgebouwen. En er was een agrarisch deel dat in het algemeen werd verpacht aan een boer. Om te achterhalen waarom de Amsterdamse eigenaren gedurende de 17de en 18de eeuw hun buitenplaats met een pachtboerderij bleven combineren, noemt Van Oosterom drie mogelijke motieven: een cultureel motief, een boerderij paste in het arcadische ideaalbeeld van profijt en plezier; een economische motief, het bezitten van een boerderij was financieel gezien aantrekkelijk; en een strategisch ruimtelijk motief, de boerderij bood de mogelijkheid de omgeving van de buitenplaats te beĆÆnvloeden.
Op basis van gedetailleerd onderzoek in onder meer kasboeken en tientallen pachtcontracten luidt de conclusie dat het ruimtelijk belang van de boerderij voor de enscenering van de buitenplaats van doorslaggevend belang was voor de eigenaar. Eigendom was de enige manier om zeker te weten dat in de directe omgeving van het buitenhuis geen ongewenste gebouwen verrezen die het idyllische beeld dat de eigenaar had gecreƫerd, doorbraken. Op weg naar die eindconclusie neemt Van Oosterom de lezer mee langs fascinerende aspecten van de buitenplaatscultuur als de ruimtelijke inpassing van de boerderij op de buitenplaats, de sociale verhouding tussen boeren en pachtheren en de rol van vee binnen de buitenplaatscultuur.
Met zijn onderzoek naar de boerderij als onderdeel van de buitenplaats heeft Van Oosterom een nieuw aspect van de buitenplaatscultuur belicht en inzicht gegeven in de tot nu toe onbekende agrarische kant van de buitenplaats.
De handelseditie van het proefschrift is verschenen bij Uitgeverij Noordboek en telt 510 paginaās en is rijk geĆÆllustreerd.
Gerrit van Oosterom, Boeren op de buitenplaats. De relatie tussen landbouw en buitenleven in het Amstellands Arcadiƫ (1640-1840), 2022.
ISBN 978 90 5615 864 4
Prijs ā¬ 49,90