Het landschap van de Friese klei, 800-1800

Philippus Breuker, Het landschap van de Friese klei, 800-1800, Leeuwarden 2017

Dit veelomvattende boek tracht een overzicht te zijn van de ontwikkeling van het Friese kleilandschap tussen de jaren 800 en 1800. De auteur studeerde Nederlands en Fries en was als bijzonder en gewoon hoogleraar verbonden aan de Leidse universiteit en de VU te Amsterdam alsmede aan de Fryske Akademy. Alhoewel het boek in het Nederlands is geschreven en daarmee een groter publiek bereikt, had Breuker het liever in het Fries geschreven, zo valt in het voorwoord te lezen. Zelf geboren op de Friese klei (Skingen, 1939), begint hij zijn onderzoek in het jaar 800 en eindigt in 1800, al passeren regelmatig ook zaken uit vroegere of latere tijd de revue. In ons land is landschap altijd gevormd door een samenspel tussen de natuurlijke omstandigheden en menselijk ingrijpen waarbij Breuker het Friese landschap met deze studie tracht te ontraadselen. Hiervoor gaat hij in op de verschillen tussen slenken en leien, boerderijen en stinzen, tussen buurtschappen en dorpen. Ook schenkt hij aandacht aan veranderingen in bouwwijzen en de diverse  type mensen die in dit landschap hebben gewoond. Dat landschap bevindt zich tussen Stavoren tot voorbij Dokkum waar de Bouwhoek, de Greidhoek en het buitendijkse gebied zich bevinden net als de elf Friese steden. Ooit een kweldergebied dat steeds opnieuw werd ingedijkt, bebouwd, ingepolderd, omgeploegd en aangepast tot het gebied ontstond waar Breuker zijn jeugd doorbracht.

Heel regelmatig komen de stinzen en states in dit boek voorbij. Hij schrijft hierover:

Naast boerderijen hebben ook de minder veel aanwezige buitens het uiterlijk van het Friese landschap op de klei sterk meebepaald. Buitens zijn te onderscheiden in states, hofsteden en herenkamers. In de latere zestiende eeuw komt ook de naam landhuis op, die een overgangsvorm lijkt te zijn geweest naar het ‘state’, dat na 1650 algemeen wordt. States ontstaan als vervanging van middeleeuwse stinzen in de vroege zestiende eeuw, hofsteden en mogelijk ook herenkamers vanaf de latere zestiende eeuw, ook al staan de herenkamers in de ook al middeleeuwse traditie van het samenwonen van heer en boer”. 

Verder omvat dit boek informatie over veldindelingen, waterbeheersing en dus ook over verlies aan land en landaanwinning, de opkomst van buurtschappen, dorpen en steden, de verbetering van het Friese land, voorkomende flora en fauna en op welke wijze de aanwezige boeren er leefden. Voor liefhebbers van de buitenplaatsen zijn de hoofdstukken 8 (boerderijen en stinzen), 9 (buitens in soorten) en 10 (hoven en tuinen) interessant. Hierin geeft de auteur, haast in collegevorm, een overzicht van omstandigheden die deze onderwerpen raken. Alhoewel veel informatie en literatuur in het notenapparaat zijn verwerkt, ontbreekt een literatuurverwijzing. RD

Het landschap van de Friese klei, 800-1800 is een gebonden uitgave die rijkelijk voorzien is van beeldmateriaal in de vorm van schilderijen, kaarten, foto’s en tekeningen. Het is een gebonden uitgave en telt 448 pagina’s. Het boek verscheen bij Uitgeverij Wijdemeer te Leeuwarden.

ISBN978 9492 0522 61 Prijs: € 39,50

Scroll naar boven