Historische buitenplaatsen 2012-2022

Megchelen, 18 november 2021

Op 19 november 2021 zou het Wiebe Ademasymposium in Leeuwarden plaatsvinden. De beminnelijke Wiebe Adema was notaris en spande zich actief in voor het Friese erfgoed. Zo was hij onder andere penningmeester van de Stichting Dekema State. Hij overleed dit jaar na een kortstondig ziekbed. In zijn naam en wegens het verschijnen van een landgoedbiografie over de Dekema State van Yme Kuiper en Sjoerd Cuperus, zouden acht sprekers, waaronder ik, een bijdrage leveren. Ik zou ingaan op de vraag waar wij tien jaar na het Jaar voor de historische buitenplaats nu staan, want komend jaar is het tien jaar geleden dat Elsevier begin 2012 het spits van het Themajaar afbeet met de landelijke publicatie van een special over historische buitenplaatsen. Vele andere symposia, excursies, exposities, boeken, postzegels, documentaires en gebeurtenissen volgden nog dat jaar. Ik nam in 2009 het initiatief tot dat jaar en werd voorzitter van de stichting. Een jaar lang moest ik mij over de verschillende provincies verdelen. Nooit in mijn werkzame leven heb ik zo hard gewerkt als toen. Volgend jaar zal ook sKBL ingaan op de vraag waar wij nu tien jaar later staan. Voor mijn speech in Leeuwarden kwam ik tot de conclusie dat er in de afgelopen jaren zeker veel ten goede is gebeurd voor onze historische buitenplaatsen.  

Dekema State in Jelsum

Zo was er tot aan 2012 geen verbindende informatie over dit onderwerp beschikbaar. Er bestond geen informatieve website over de 551 rijksbeschermde historische buitenplaatsen noch was een digitaal overzicht voorhanden van alle bestaande Nederlandse kastelen en landgoederen.  Terecht verweet het publiek dit erfgoed tijdens het themajaar obscuriteit. Daarin is inmiddels veel veranderd en zijn veel meer buitenplaatsen zich bewuster geworden van het belang van publieksbereik. Nieuw was ook dat meer provincies zich structureel begonnen te interesseren voor dit erfgoed. Al in 2012, maar ook later, besloten sommige provinciale besturen KBL met hun instandhouding te helpen en nog altijd zijn de provincies Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland actief met deze agenda.

Ook het begrip ‘buitenplaats’ werd gerevitaliseerd. Tot in 2012 was dit woord voor velen betekenisloos. Tegenwoordig kennen en begrijpen veel meer mensen dit begrip. Verder zijn bestaande tegenstellingen tussen de verschillende groepen eigenaren en direct betrokkenen wat genormaliseerd en ziet men het belang van samenwerken. Immers, er wordt nu door overheid en fondsen meer naar de belangen van de buitenplaatsen zelf gekeken en minder speelt of dit een publieke dan wel particuliere buitenplaats is. Bijzonder was ook de in 2015 op het Muiderslot gehouden bijeenkomst voor directeuren van de circa 75 museaal benutte kastelen en historische buitenplaatsen. Dat was nog nooit gebeurd.

In 2014 ging sKBL van start, die vanaf dat moment zich gericht heeft op de bevordering van samenwerking, samenhang en verbinding. Ook is dankzij een particuliere schenking de Ithakaprijs en -stipendium (beide € 5.000,-) ingesteld voor publicaties over KBL. Het blijft bijzonder dat ieder jaar weer tussen dertig en vijftig boeken verschijnen die betrekking hebben op kastelen, buitenplaatsen, hun bewoners, tuinen en interieurs. Wellicht is nog wel het belangrijkste dat nu ruim 10.000 vrijwilligers zich inspannen voor de instandhouding van KBL. Meer dan er in 2012 waren.

Het Muiderslot

Maar zorgen zijn er zeker ook nog. Ik doe een greep: overlopen natuurgebieden door corona, kennisgebrek over KBL bij lokale overheden, tegenstellingen hoe het agrarisch land te benutten, klimaatproblematiek, oplopende onderhouds- en restauratiekosten, een toenemend aantal Unesco Werelderfgoederen en professionele monumentenorganisaties (POMs) die bij subsidieverlening voorrang krijgen, uiteenlopend of ontbrekend provinciaal beleid inzake KBL, gebrek aan vaklieden in de restauratiehoek, complexe fiscale problematiek bij landgoedoverdracht, etc. Misschien is de grootste zorg nog wel dat er telkens aan het landschap wordt geknabbeld, want, zoals iemand ooit opmerkte, een werkzaam land is (of blijft) zelden een landschap. Dankzij de behoudzucht van eigenaren heeft ons land nog altijd op plekken landschappelijke waarde. Voor landschapsbehoud is echter weinig maatschappelijk draagvlak, terwijl veel mensen besluiten te verhuizen als landschap verdwijnt. Natuurbehoud staat op gespannen voet met progressie, ondernemerschap en vooruitgang. Waar staan wij over 25 jaar wat dit onderwerp betreft? Ik denk dat onze duurzame (want historische) buitenplaatsen slechts door visie, prioritering, politiek en maatschappelijk draagvlak en onderlinge samenwerking een toekomst zullen hebben.                       

Tot slot in 2021
Dit jaar werd de Ithakaprijs voor de zevende keer uitgereikt. De winnaar was Robert Ligthelm met een uitgave over de meestal verdwenen buitenplaatsen van het Rotterdamse Kralingen. Fijn ook is te kunnen melden dat de werkzaamheden binnen de Erfgoed Deal Klimaatbestendige buitenplaatsen voorspoedig verlopen.

Huize Trompenburg in Rotterdam-Kralingen, 1907 ©Stadsarchief Rotterdam

Later in november verschijnt het boek Utrechtse Buitenplaatsen; lusthoven voor adel, geestelijkheid en burgers dat ik samen met Lenneke Berkhout schreef. Dit boek geldt als een derde deel na de eerdere publicaties over Amsterdamse en Haags/Leidse buitenplaatsen. Het verschijnt bij Kantoor Verschoor Boekmakers te Haarlem. 

Dank voor uw betrokkenheid bij onze stichting dit jaar. Ondanks de voor velen vaak lastig te dragen pandemische omstandigheden wens ik u op voorhand toch alvast fijne feestdagen en alle goeds voor het komende jaar.

©René W.Chr. Dessing

rdessing@skbl.nl

voorzitter sKBL / +31 (0)6 22 801 668

Scroll naar boven