De tijd zal het leren, klokken op buitenplaatsen

Zonnewijzer op Weldam
Zonnewijzer op Weldam

Sinds mensenheugenis heeft men grip willen krijgen op de tijd en is de indeling ervan steeds nauwkeuriger geworden. Afgaande op de zon werd in de middeleeuwen de tijd tussen zonsopgang en zonsondergang nog simpelweg verdeeld in 12 ‘uren’ die in de zomer dus veel langer waren dan in de winter. Vandaag de dag kan een honderdste seconde het verschil betekenen tussen eeuwige roem en vergetelheid.
Het is niet bekend waar, wanneer en door wie precies het mechanische uurwerk is uitgevonden. Men vermoedt ergens in de late middeleeuwen. Er is dan nog geen sprake van een wijzerplaat, maar alleen een luidklok, die in kloosters de tijdstippen van de gebeden aangaf. De uurwerken hebben door de eeuwen heen grote ontwikkelingen doorgemaakt, zowel in techniek als in vormgeving en kregen gaandeweg een steeds belangrijker rol in handel en verkeer.

 

Klokkentoren Brecklenkamp
17de eeuwse klokkentoren op Huis te Breckelenkamp in Lattrop

Van klokkentoren naar huisuurwerk
In de 17de eeuw lieten eigenaren van buitenplaatsen hun eigen klokken plaatsen op het huis om daarmee zelf de tijd te kunnen inrichten en zo de macht over de omgeving te hebben. Met de komst van de wijzerplaat werd het torentje soms verplaatst naar een bijgebouw, om het vanuit het huis te kunnen zien. Goed bewaard gebleven exemplaren zijn bijvoorbeeld nog te vinden op Huis te Brecklenkamp, Huis Ampsen en Kasteel Keppel. Eind 17de eeuw was de techniek zover gevorderd dat kleinere mechanieken het mogelijk maakten om een uurwerk of ‘horlogie’ in huis te hebben.

Geld en macht
De behoefte om steeds nauwkeuriger de tijd aan te geven, om bijvoorbeeld het personeel aan te sturen, ging gepaard met de wens om te pronken met rijkdom. Klokken waren kostbaar, wie geld en macht had kon zich de ‘tijd’ veroorloven. Stadhouder Willem III had zijn vaste uurwerkmakers waarvan Thomas Tompion wel de belangrijkste was. Hoe geavanceerder de techniek en hoe kunstiger de vormgeving, hoe hoger men in aanzien stond. Een uurwerk met een mini-carillon en bewegende figuren, die ook nog min of meer nauwkeurig de tijd aangaf was een meesterwerk. Op het Jagthuis Sint Hubertus op de Hoge Veluwe is zelfs een ingenieus systeem ontworpen, waarbij alle klokken in het huis verbonden zijn met een moederklok.

Horloge Portique: collectie Musee Franҫois Duesberg, Mons
Horloge Portique: collectie Musee Franҫois Duesberg, Mons

Weten we hoe laat het is?
Wie een toegankelijke buitenplaats bezoekt en het interieur bewondert, ziet daarin doorgaans een of meerdere mooi vormgegeven ‘horlogies’, zowel staande als hangende. Met wat geluk bent u ook getuige van de muziek die op het hele of halve uur klinkt. Maar wie in de kast kijkt slaat de schrik om het hart. Op grote schaal is er geprutst aan het oorspronkelijke binnenwerk; in het ergste geval is het er helemaal uit gehaald en vervangen door een elektrisch uurwerk, dat altijd gelijk loopt en nooit hoeft worden opgewonden. Heel gemakkelijk en begrijpelijk, het is tenslotte een gebruiksvoorwerp, maar wel jammer. Het karakter van een uurwerk ligt besloten in het geheel van binnenwerk en kast. In oorspronkelijke staat komt de klok het best tot zijn recht en blijft de waarde behouden.

Luid de noodklok!
Door zo klakkeloos met de uurwerken om te gaan gaat veel bijzonder erfgoed verloren. Met veel geluk is het oorspronkelijke binnenwerk nog ergens te vinden in de kelder of op zolder. Als dat niet het geval is, moet de restaurator als een archeoloog onderzoek doen naar de oorsprong van een uurwerk, speuren naar onderdelen of onderdelen zelf vervaardigen.

Melgert Spaander aan het werk.
Melgert Spaander aan het werk.

Gelukkig zijn er nog deskundige restauratoren met hart voor de zaak zoals Melgert Spaander in Zutphen, die zich verplaatst in de ziel van het uurwerk: “Geef de klok de ruimte om op zíjn manier te lopen. Dan heeft het toekomst en dient het alles waarvoor het gebruikt wordt. Het is belangrijk om mensen te laten inzien dat behoud en goed onderhoud een verbetering is”.

De nu nog beschikbare kennis is versnipperd en dreigt verloren te gaan. Er wordt door restauratoren goed gedocumenteerd, maar dit materiaal is niet centraal beschikbaar en wordt in te kleine kring gedeeld. Centralisatie en publicatie van kennis over alle soorten uurwerken is bevorderlijk voor onderzoek en onderwijs. Wie neemt de tijd voor het te laat is?


Ik ben veel dank verschuldigd aan Melgert Spaander, restaurator van uurwerken en speeldozen, voor zijn deskundigheid en inspiratie.

  • Overzichtelijke informatie over de geschiedenis van het uurwerk is te vinden op de website van het Museum van het Nederlandse uurwerk.
  • De website van The Horological Foundation biedt veel informatie over soorten en namen.
  • Het Willem Fonteinfonds is een fonds op naam bij het Prins Bernhard Cultuurfonds dat restauratie van oude en antieke roerende zaken ondersteunt met een voorkeur voor klokken (uurwerken).

 

Laat een reactie achter

Scroll naar boven